INTRODUCTION TO ABNORMAL CHILD AND ADOLESCENT PSYCHOLOGY 1
Samenvatting Introduction to Abnormal Child and Adolescent
Psychology (Robert Weis, 2021)
Hoofdstuk 1, The Science and Practice of Abnormal Child Psychology...................................2
, INTRODUCTION TO ABNORMAL CHILD AND ADOLESCENT PSYCHOLOGY 2
Hoofdstuk 1, The Science and Practice of Abnormal Child Psychology
Vertaling titel: De wetenschap en praktijk van abnormale kind psychologie
1.1. Identifying behavior problems in children (Gedragsproblemen van kinderen
identificeren)
1.1.1. What Do We Mean by ‘Abnormal?’ (Wat bedoelen we met ‘abnormaal?’)
Deviation, Disability and Distress (Afwijking, handicap en nood)
Er is geen standaarddefinitie voor ‘abnormaliteit’. Geestelijke gezondheidszorg professionals hebben 3
criteria voorgesteld die helpen bij het identificeren van psychische problemen bij jongeren: afwijkend
gedrag (statistische afwijking), handicap/ stoornis en emotionele distress.
Verschillende benaderingen om een afwijking te definiëren:
1. Benadering gebaseerd op statistische afwijking: Abnormaal gedrag wordt gedefinieerd door
hun relatieve zeldzaamheid in de algemene bevolking. Iemand is dus abnormaal als hij/zij
symptomen vertoont die ver buiten het normale bereik liggen, in vergelijking met mensen van
dezelfde leeftijd en geslacht.
Beperking/nadeel: Niet alle zeldzame gedragingen wijzen op psychiatrische
stoornissen en het houdt geen rekening met de context van het gedrag.
2. Benadering gebaseerd op disability/impairment (onbekwaamheid/mate van beperking):
Abnormaal gedrag wordt gekenmerkt door gedachten, gevoelens of acties die het sociale of
academische functioneren belemmeren.
Beperking/nadeel: De beperking is niet altijd zichtbaar en er is geen objectieve
criteria.
3. Benadering gebaseerd op emotionele distress (emotionele nood/ongelukkigheid): Mensen
kunnen verdriettonen d.m.v. depressieve stemming, prikkelbaarheid, angst, zorgen, paniek,
verwarring, frustratie, woede of andere gevoelens van dysforie.
Beperking/nadeel: kinderen kunnen distress niet altijd verwoorden, er is geen
objectief criterium om te bepalen of er subjectieve distress aanwezig is en
gedragsproblemen gaan niet altijd samen met ervaren distress.
A Harmful Dysfunction (Een schadelijke disfunctie)
Jerome Wakefield (1992,1997) biedt een alternatieve, invloedrijke basisbenadering voor het definiëren
van abnormaal gedrag op basis van de notie van schadelijke disfunctie (harmful dysfunction).
Hierbij moet een intern mechanisme haperen en dit moet disfunctioneren en/of lijden veroorzaken. Het
moet de dagelijkse activiteiten van een persoon beperken of de gezondheid bedreigen. Depressie is
bijvoorbeeld een stoornis omdat het een onvermogen inhoudt om effectief iemands emotie te reguleren
en deze onderliggende disfunctie kan beperkingen, angst en zelfbeschadiging veroorzaken.
1.1.2. How Does DSM-5 Define Abnormality? (Hoe definieert de DSM-V
abnormaliteit/afwijking?)
Definition (Definitie)
In de VS gebruiken de meeste professionals in de GGZ de Diagnostische en Statistische handeling
voor psychische stoornissen (DSM-5) om psychische problemen te diagnosticeren voor kinderen en
volwassenen.
Een psychische stoornis= Een syndroom dat wordt gekenmerkt door een klinische significante
stoornis in de cognitie van een individu, emotieregulatie, of gedrag dat een disfunctioneert op
psychologisch, biologisch of ontwikkelingsgebied. De DSM-5 sluit zich aan bij de definitie van een
psychische stoornis van Wakefield (als een schadelijke disfunctie) en benadrukt de rol van een
handicap/stoornis en emotionele distress bij het onderscheiden van normale en abnormaal gedrag.