Dit is een samenvatting voor het tentamen van het vak 'Kwalitatieve Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek' van de Bachelor Criminologie aan de Vrije Universiteit.
KWALITATIEVE METHODEN EN TECHNIEKEN
WEEK 1: INLEIDING EN DESIGN
HOOFDSTUK 1: KWALITATIEF ONDERZOEK EN CRIMINOLOGISCHE THEORIE
- Over de relatie tussen theorie, onderzoeksvragen en methode
- 1. Inleiding
Goed onderzoek leidt tot nieuwe vragen. Er is scepsis op het gebied van de waarheid.
Onderzoeksdata moet worden gerelateerd aan theorie en methodologie. Dit kan op twee manieren:
- Uitgaan van noties en hypothesen ontleend aan een theorie
- Een theorie opbouwen aan de hand van je eigen data -> Grounded Theory (waarbij je een analyse
moet toevoegen aan de platte feiten)
Een probleem voor criminologen:
=> Teveel als schoothondje van handhavingsbeleid. Zijn bezig met a-theoretisch empirisme (= te
weinig op eigen academische kennis, puur verzamelen van gegevens), ze gebruiken toegankelijke
gegevens van de overheid. Ze moeten juist zelf data verzamelen.
In de kwalitatieve methoden is een schets van een specifiek fenomeen niet voldoende, het gaat om
Verstehen: het handelen vanuit het actorperspectief leren begrijpen.
- Inzichtelijk maken van betekenisgeving; leren begrijpen van de werkelijkheid vanuit een
emic perspectief.
Emic Perspectief = welke betekenis geeft de actor zelf aan zijn handelen?
Hoe kan dit bereikt worden?
=> Onderzoek met een combinatie van kwantitatief en kwalitatief. Immers; het vaststellen dat
variabelen samenhangen is nog maar een eerste stap. De tweede stap is nagaan hoe bepaalde zaken
samenhangen en daarvoor een verklaring bieden.
In kwalitatieve onderzoeksmethoden neemt de sceptische houding een centrale plaats in. Deze
houding is tegenover de zogenaamd objectieve waarnemingen waarop evidence-based
voorspellingen kunnen worden gebaseerd.
Criminologie moet theorie beter inbedden in onderzoek. Ook moeten er vragen worden gesteld die
niet worden begrensd door beleidsmatige relevantie. Kortom, er moet meer ruimte komen voor
kwalitatief onderzoek.
- 2. Waarom theorie in de gereedschapskist
Wat is een theorie?
=> Een bepaalde manier van kijken naar de werkelijkheid waar je hypothesen uit af kunt leiden.
=> Systematische en consistente redenering die volgt uit generalisatie en abstrahering van
onderzoeksgegevens.
Een theorie is dus nodig om een probleem te verklaren. Anders blijven de uitkomsten van empirisch
onderzoek hangen op beschrijvend niveau (= losse verzameling van empirische feitjes). Theorie geeft
een logische interpretatie.
Naast de rol bij het bieden van verklaringen kan een theorie ook een rol spelen bij het proces van
dataverzameling. Het bepaalt immers waar we naar kijken en hoe we kijken.
,Er is dus een wisselwerking tussen theorie en onderzoek; zonder theorie is een onderzoek
richtingloos. Theorie kan niet verder zonder onderzoek.
- 3. Het gebruik van kwalitatieve methoden in de criminologie
Max Weber is een belangrijke grondlegger van kwalitatief onderzoek. Hij bedacht het concept
‘Verstehen’, het begrijpen van iemands handelen en van de betekenis die hij eraan geeft. Dit is een
- Interpretatieve benadering
Cultureel criminologen hechten waarde aan empirisch onderzoek, hierin staan etnografische
methoden centraal, waaronder participerende observatie.
De vragen waarnaar de onderzoekers geïnteresseerd zijn, kan je vangen met de noemer ‘exploratief
onderzoek’. Het zijn onderwerpen die lastig te onderzoeken zijn door statistieken of geregistreerde
feiten.
In kwalitatieve onderzoeksmethoden gaat het erom zo dichtbij mogelijk te komen van het object van
studie. Het deviante gedrag wordt bekeken in het licht van normen, verwachtingen etc.
In alle gevallen (narratieve methoden, etnografisch veldwerk of historische bronnen) is een kritische
reflectie van belang. Alleen deze data moet worden geproblematiseerd, oog voor omstandigheden
waaronder het verzameld is. Data moet niet op face value gebruikt worden.
- 4. Criminologische epistemologie
De criminologie heeft altijd veel aandacht gehad voor oorzaken. Aan de hand van oorzaken kan er
gezocht worden naar remedies. Dit soort theorieën noemen we: etiologisch.
Maar er zijn ook theorieën gericht op criminaliteitsbestrijding en de gevolgen ervan. Dit noemen we:
sociale reactiebenaderingen.
Criminologische theorieën kunnen worden onderscheiden door verschillende verklaringsniveaus.
Maatschappelijk niveau: macro
Individueel niveau: micro
Elke discipline die een rol speelt in de criminologie heeft een eigen mens- en maatschappijbeeld.
Mensbeelden kunnen zijn:
Deterministisch (vrijheid beperkt door mogelijkheden en omstandigheden)
Voluntaristisch (vrije wilsbeslissing)
Spectrum van etiologische theorieën:
Genen/hormonen/neurotransmitters -> antisociale persoonlijkheidsstoornissen -> rationele keuze en
gelegenheid -> opvoeding en sociaal leren -> informele sociale controle -> groeps- en subcultuur ->
buurtinvloeden -> interactie met sociale reacties -> armoede, relatieve deprivatie/spanning -> cultuur
en maatschappijstructuur.
Waarom is kwalitatief onderzoek veelal binnen de meso/macro perspectieven in te delen?
=> Kwalitatief onderzoek heeft oog voor de context.
- 5. Chicago School
Kwalitatieve methoden begonnen zo’n beetje met Robert Park (1900); dagelijks bestaan van mensen
onderaan in de samenleving.
- Participerende observatie in Chicago.
Hieruit ontstond de subculturele strainbenadering; zoeken van verklaring voor delinquent gedrag van
jongeren in lage-inkomensbuurten.
- Cohen (1955): morele verontwaardiging over delinquente jongeren.
, - Matza en Sykes (1957): relativeren van scherpe grens delinquent/burger.
- 6. Labelling
= perspectief dat criminaliteit ziet als een specifieke vorm van afwijkend gedrag, mede het resultaat
van strafrechtelijke classificatie en categorisering.
=> Komt voort uit het symbolisch interactionisme.
Grondlegger: Mead
Idee: alles afhankelijk van interpretatie, dus onafhankelijk geen betekenis.
- 7. Kritische criminologie
= symbolisch-interactionistische ideeën over betekenisgeving en marxistische perspectieven op
structurele, politiek-economische basis geïntegreerd.
Kritisch?
1. Handelings- of actieperspectief
2. Reflexieve benadering van de criminologie
3. Ter discussie stellen van de heersende maatschappelijke ongelijkheid.
Een nieuwe stap wordt gezet in 1970 met de Birmingham School. Complexe relaties moeten
bestudeerd worden in zijn geheel, niet in losse stukjes. Vanuit het perspectief van de verzettende
personen.
Willis: casestudies, groepsgesprekken, interviews en participerende observatie op een
school. Onder de noemer…
Etnografie =
Hij vertrekt vanuit een actorperspectief (Human Agency).
- 8. Kritische analyses van social control en toezicht
Social control kan worden vertaald als sociale controle, maar dit impliceert iets onjuist. Control kan
immers vooraf, tijdens en achteraf plaatsvinden. We kunnen ook stellen dat het gaat om
maatschappelijke beheersing.
=> Alle mechanismen waarmee de maatschappij, het sociale systeem, in evenwicht wordt gehouden
en afwijkingen worden gecorrigeerd.
Secundaire deviantie: controle leidt juist tot criminaliteit. Dus geen evenwicht.
- Passieve sociale controle; doorgegeven zeden en gewoonten.
- Actieve sociale controle; afdwingen van gedrag.
Social control empirisch hanteerbaar:
- Formeel vs. Informeel
- Publieke vs. Particuliere
- Reactieve vs. Proactieve
- Expliciete vs. Impliciete
- Buitensluitende vs. Binnensluitende
- Privé vs. openbaar
Evidence-based kan nuttig zijn: we weten dát iets werkt. Maar niet hóe iets werkt.
- 9. Cultureel criminologische perspectieven
Cultureel criminologen moeten de etnografische methode gebruiken als zij dan een expliciet
verstehend perspectief hanteren.
- 10. Concluderend
, Theorie speelt een belangrijke rol in het vakgebied Criminologie. Een goede vraag is een vraag waar
we nog geen antwoord op hebben. Een goede onderzoeker heeft een sceptische houding ten aanzien
van de waarheid. We gaan ervan uit dat de aard van het probleem en de onderzoeksvraag bepalen
voor welke theorie en methode we kiezen.
De meerwaarde van kwalitatief onderzoek: verstehende benadering. Het emic-perspectief; zichtbaar
maken van de mens met alle mogelijke vormen van Agency.
Goed onderzoek heeft een duidelijke theoretische inbedding. De onderzoeksvraag, theorie en
onderzoeksmethode zijn onlosmakelijk verbonden.
- Onderzoeksvraag is theoretisch geïnspireerd, de methode is een afgeleide van een
theoretisch geïnspireerde onderzoeksvraag.
HOOFDSTUK 2: HET KWALITATIEF ONDERZOEKSDESIGN
Het opzetten van onderzoek start met een probleemstelling. We staan in dit hoofdstuk stil bij de
onderzoeksopzet en fundamentele keuzes die gemaakt moeten worden.
- Onderzoeksvorm
- Selectie van onderzoekssubjecten
- Onderzoekssetting
- De kwalitatieve probleemstelling
Er zijn twee belangrijke elementen bij wetenschappelijke vragen:
- We willen enkel antwoord op wetenschappelijke vragen
- We willen antwoorden zoeken door onderzoek.
Hoe formuleren we de vraag? Dat is belangrijk.
1.1. Soorten onderzoeksvragen
Wat-vraag: tweeërlei van aard.
- Verkennend en dus aanleiding voor exploratief onderzoek; hypothesevormend van aard.
Wetenschappelijke kennis nog nihil.
> Exploratieve casestudy of enquête.
- Hoeveel en hoe groot
> Archiefonderzoek
Hoe en waarom-vraag: meer verklarend van aard. (Kwalitatief onderzoek, historisch onderzoek of
experiment)
In historisch onderzoek geen controle over gedrag van respondenten. Het is al gebeurd.
> Niet-manipuleerbaarheid.
1.2 Bepalen van onderzoeksdoel
Wat is de relevantie van het onderzoek? Dat is het onderzoeksdoel.
Je stelt jezelf twee vragen:
- Waarom doe ik dit onderzoek? (redenen)
Intellectueel; vanuit het wetenschapsbedrijf zelf. Paradigma’s of theorieën.
Praktische redenen; de onderzoeker wil met zijn onderzoek iets bereiken en niet enkel
begrijpen van een fenomeen.
> Evaluatieonderzoek; praktisch doel aan de basis.
> Handelingsonderzoek / actieonderzoek; onderzoek in nauwe samenwerking met de
onderzochten zelf.
Persoonlijke redenen; intrinsieke motivatie.
- Waarom is dit onderzoek belangrijk?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Studentje0910. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.