Samenvatting Colleges
Week 1
College 1.1 – Rationeel perspectief
Organisatie Een verzameling mensen die zich verenigen in een formeel samenwerkingsverband
teneinde doelstellingen van individuen en groepen te realiseren. Dit is iets wat in de hoofden van
mensen wordt gecreëerd. Het is een gedachten constructie. De functies, regels en afspraken zie je
niet, maar ze zijn er wel en beïnvloeden het handelen van de deelnemers sterk.
Organisatiewetenschappen De verzameling van inzichten, methoden, theorieën en richtlijnen die
met betrekking tot een organisatieverschijnsel bestaat. Het helpt te verklaren waarom bepaalde
organisaties zo groot zijn geworden, maar ook waarom het soms in de praktijk niet werkt zoals op
papier.
Input Een groot gedeelte van de mensen,
zorgverleners, het materiaal, de apparatuur en
informatie
Throughput Het proces van zorgverleners
bij elkaar brengen en dit ondersteunen met
regels en procedures
Output Een patiënt die behandeld is, geslaagde operatie
Geschiedenis rationeel perspectief
- Scientific management (begin 20e eeuw)
o Natuurwetenschappen was de inspiratie
- Fayol en Taylor: arbeidsverdeling en specialisatie
o In de 19e eeuw kwamen de grote fabrieken en dus een behoefte aan goede
organisatie
o Taylor keek niet naar de menselijke kant, hij analyseerde alleen maar (rationeel
perspectief). Ze beschouwden de mens eerst als machine, later pas als mens
o Verdeel het werk in eenvoudige, elementaire bewegingen
o Detecteer de nutteloze bewegingen en elimineer ze
o Selecteer de beste manier om deze eenvoudige bewegingen te doen
o Beschrijf, registreer en indexeer iedere elementaire beweging
- Ford
o Ontwikkelde de eerste lopende band
o Had veel geleerd van Taylor
Ontwerp van individuele posities
- Horizontale taakspecialisatie/verruiming
o Tussen mensen, tussen afdelingen, tussen organisaties
o Taakspecialisatie Het kleiner maken van taken (specifieker)
o Taakverruiming Meer taken toegewezen krijgen
o Horizontaal Van hetzelfde type taken meer/minder doen
Bijvoorbeeld meer kamers mogen schoonmaken i.p.v. één
- Verticale taakspecialisatie/taakverruiming
o Tussen mensen, tussen afdeling, tussen organisaties
o Verticaal Meer of minder zeggenschap over je taak/toezichthoudende taken
, - Bureaucratisch versus organisch
o Bureaucratisch Formeel veel geregeld, veel regels
o Organisch Weinig regels, veel informeel geregeld, veel eigen invulling
Coördinatie-mechanismen
Taken moeten onderling worden afgestemd, anders is het juist weer minder efficiënt
- Onderlinge aanpassing
o Samen taken onderling afstemmen
o Kan formeel/informeel zijn op een verbale manier
- Standaardisatie
o Vooraf alles vastleggen, zodat je het er tijdens het proces niet meer over hoeft te
hebben. De afstemming zit al in het protocol.
o Kan niet bij veel variatie, complexiteit of als het proces snel verandert
o Soms kunnen regels belangrijker worden dan de klant
Van werkprocessen
Van output
Van kennis en vaardigheden
Van normen
- Direct toezicht
o Een bovenstaand persoon stemt de taken op elkaar af en kijkt achteraf of het goed is
gegaan
o Niet hetzelfde als management
Machine bureaucratie Standaardisatie doormiddel van machines
Expliciete kennis Kennis wat staat in een protocol. Wij denken dat veel kennis dit is.
Impliciete kennis Kennis opgedaan door ervaring, veel is moeilijk hiervan in een protocol op te
schrijven (bijv. hartoperatie). Echter is meer kennis dit.
Groepering van eenheden
Strategische top, middenkader, technostructuur, ondersteunende
diensten, uitvoerende kern
Mintzberg in organogram
Aan de zijkant zijn de ondersteunende medewerkers.
Recht naar beneden zijn de bazen.
,Groepering van eenheden
- Marktstructuur
o Output
o Klant
o Geografisch gebied
o Per doelgroep ingedeeld (clusterstructuur)
o Beslissingen zijn decentraal, clusters nemen zelf besluiten
o Voordelen:
Meer samenwerking, dus meer flexibiliteit voor inspelen op de markt
o Nadelen:
Bij meerdere ziektes per persoon ontstaan coördinatie problemen. Je valt
dan binnen meerdere clusters
Moeilijk om personeel uit te wisselen
- Functionele structuur
o Kennis
o Vaardigheden
o Werkprocessen
o Per functie/aard van het werk ingedeeld
o Intern gericht gericht op de processen binnen de organisatie
o Centralisatie besluiten worden in de top genomen (raad van bestuur)
o Voordelen:
Beslissingen worden snel genomen
Aanwezigheid van grote deskundigheid op een bepaald domein
Communicatie binnen een domein is makkelijk
o Nadelen:
Samenwerking tussen afdelingen is lastig
Mensen zijn niet inzetbaar op andere afdelingen
Sturing
Span of control Hoeveel mensen kan de manager aansturen
Actieplanning Coördineren, neigt naar gedragsformalisatie. Je denkt alvast de stappen uit
Controle van resultaten Meten en motiveren. Dit komt van uit gedragsformulatie. Je spreekt een
output af
Horizontale (de)centralisatie De macht wordt verdeeld over meer buitenstaande staf
Verticale (de)centralisatie De macht wordt verdeeld naar beneden in de lijn
, College 1.3 – Rationeel perspectief deel 2
Kantelen Een organisatiestructuur veranderen van functie gericht naar marktgericht. Het
organogram wordt op z’n kant gezet.
Er is vaak een medisch inhoudelijk manager en een inhoudelijk manager. De medisch inhoudelijk
manager is een arts. Medisch ondersteunende dingen zijn het lab, de apotheek, de paramedische
dienst.
Contingentie theorie Wil een organisatie overleven dan moet de structuur aangepast zijn aan de
voor de organisatie relevante omgeving. Er is dus geen beste organisatiestructuur, maar wel
organisatiestructuren die beter zijn aangepast op hun omgeving. Er zijn wel verschillende kritieken:
- Mensen kijken verschillend naar de omgeving (niet objectief)
- Meestal meerdere mogelijkheden (keuzevrijheid)
- Omgevingsinvloeden kunnen in zekere mate genegeerd worden, zeker als je niet wordt
afgerekend op doeltreffendheid en doelmatigheid
- Organisatie proberen hun autonomie te behouden door de afhankelijkheden zo klein
mogelijk te houden
- Ze proberen hun primaire proces af te schermen van invloeden uit de omgeving
- Ze proberen hun omgeving te beïnvloeden, door andere partijen te beïnvloeden of daarmee
samen te werken
Situationele factoren van Mintzberg
- Leeftijd en omvang
o Hoe ouder de organisatie, hoe sterker geformaliseerd het gedrag
Meer regels in protocollen door ervaring
o Hoe groter de organisatie, hoe sterker het gedrag geformaliseerd wordt
Ergens anders in de organisatie is het al een keer gebeurd, dus kan je er
overal een regel van maken
o Hoe groter de organisatie, hoe gespecialiseerder de taken, hoe gedifferentieerder de
eenheden en hoe meer ontwikkeld de bestuurlijke component
- Technische systemen
o De instrumenten die de uitvoerende kern gebruikt om input in output om te zetten
o Stukproductie
Ad hoc
Je maakt elke keer iets unieks
Technologie is een hulpmiddel
o Massaproductie
De techniek standaardiseert het werk van mensen
Machines maken een groot deel van het product
Werk van de mensen wordt bepaald door de machines
o Procesproductie
Automatisch
Het gehele proces wordt door machines gedaan
Mens heeft geen invloed op de productie
Mensen komen alleen te pas bij het bouwen en ontwerpen van de machines
- Omgeving
o Van stabiel tot dynamisch
Stabiel voorspelbaar