HC straf(proces)recht I.
HC 1: Doel en aard strafproces.
Dit college
I. Doelen van het strafproces
A. Inventarisatie doelen.
“Het strafprocesrecht bepaalt hoe en door wie wordt onderzocht of een strafbaar feit is
begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover en over de daaraan te verbinden
sancties beslist.” C/B/K, p. 7.
● Het strafproces vormt de schakel tussen feit en reactie. Het strafprocesrecht regelt
die schakel.
● Maar het strafproces is meer dan het onderzoek ter terechtzitting.
Doelen:
1. Mogelijk maken toepassing materiële strafrecht.
2. Waarheidsvinding.
3. Gerechtigheid.
4. Rechtszekerheid (lites finini oportet).
a. Novum -> herziening, zaak heropenen. Inbreuk op rechtszekerheid. Kan ten
voordele en ten nadele van de verdachte.
5. Rechtsbescherming: in de rechtsstaat heiligt het doel niet alle middelen.
6. Rechtsvrede.
Maar ook:
- Speciale preventie = individuele overtredingen bestraffen, om herhaling te
voorkomen.
- Generale preventie = potentiële wetsovertreders afschrikken. Bijv. door hoge straffen.
B. Welke prevaleert?
Alle doelen hebben voor- en nadelen, er is discussie over welke prevaleert in de literatuur
maar de docent ziet er geen die prevaleert.
Van doel naar feitelijk invulling.
● Hoe moeten we het strafprocesrecht/de strafrechtspleging dan inrichten?
● Modernisering Wetboek van Strafvordering.
● Welke aard geeft men de strafrechtspleging? Aard mede bepaald door:
○ Criminaliteitsbestrijding v. Machtsbeheersing.
○ Accusatoir (adversair) v. Inquisitoir.
■ Wie is verantwoordelijk voor wat?
● Accusatoir -> rechter achterover/leidelijk.
● Inquisitoir -> rechter actief/zet zich in voor rechten verdachte.
■ Wie heeft welke rol?
C. Spanning: criminaliteitsbestrijding versus machtsbeheersing.
WvSv, MvT 1914 (Kamerstukken II,1913/14, 286, 3, p. 55):
“Een goed ingericht strafproces moet zoveel mogelijk bevorderen de toepassing van
de strafwet op den werkelijk schuldige en tevens de veroordeling, kan het zijn, de
, vervolging van den niet-schuldige naar vermogen verhinderen.” -> Je wil de werkelijk
schuldige bestraffen en de werkelijk onschuldige (burger) zo min mogelijk met het
proces lastig vallen.
Zo ook de Moderniseringswetgever (zie C/B/K, p. 16).
Algemeen en particulier belang moeten worden meegenomen.
Crime control versus Due Process -> modellen afkomstig van Herbert L. Packer (analytisch
instrument om te kijken naar het strafprocesrecht):
1. Crime control: controleren criminaliteit ultieme doel, efficiënt en effectief optreden
tegen criminaliteit staat centraal.
a. Criminaliteit vormt een inbreuk op de rechten van burgers, leidt tot
ontwrichting van de samenleving, leidt tot inperking van de vrijheid van
burgers en dit maakt dat de overheid resoluut moet optreden.
b. Buitengerechtelijke afdoening is efficiënt dus zal worden gebruikt.
2. Due Process: inperken macht van de overheid, zorgvuldigheid staat centraal.
a. Uiterste -> bij elke vorm van onzekerheid zou je dan weer onderzoek moeten
doen. Niet haalbaar want je moet wel nog criminaliteit bestrijden.
3. Glijdende schaal, steeds wijzigende inzichten, mensenrechten.
a. Moet de balans zoeken en deze kan telkens veranderen gezien de
samenleving ook continu veranderd.
b. Zitten wel gebonden aan bijv. mensenrechten, deze moeten bij
criminaliteitsbestrijding wel in acht worden genomen.
II. Aard van het strafproces/wijze van procederen
A. Inquisitoire versus accusatoire procedures.
Aard strafproces: Accusatoir versus Inquisitoir
1. Verantwoordelijkheid vervolging: particulier of publiek?
a. Principe: wie klaagt ‘rechtsschender’ aan? Iedere burger (sycofant)?
Slachtoffer (accusatio; action directe)? Magistraat (schout, OvJ)?
b. Accusatoir -> de burger.
c. Inquisitoir -> de overheid (OVJ of art. 12 procedure).
2. Verantwoordelijkheid waarheidsvinding:
a. Burgers of rechter?
i. Accusatoir -> burger ook zelf verantwoordelijk voor feitenonderzoek,
politie heeft dit langzaamaan overgenomen. Het is wel nog
gebruikelijk dat de verdediging zelf bewijs inbrengt.
ii. Inquisitoir -> de overheid.
b. Wat is de rol van het onderzoek terechtzitting?
i. Accusatoir -> het onderzoek ter terechtzitting is het centerpiece.
ii. Inquisitoir -> het accent ligt op het voorbereidend onderzoek.
3. Verantwoordelijkheid eerlijke rechtspleging:
a. Verdediging (acc.), autoriteiten (inq.) en/of gemeenschap (jury)?
i. Accusatoir -> onderzoek door beide partijen (met verplichting tot
disclosure).
ii. Inquisitoir -> verantwoordelijkheid bij rechter etc, niet bij partijen.
, Accusatoir Inquisitoir
Vervolging door private partij (hebben we Vervolging door de overheid
eigenlijk niet meer als zodanig, stelsels zijn
naar elkaar toe gegroeid)
Equality of arms: twee gelijke partijen Verdachte is object van onderzoek,
tegenover elkaar -> OvJ en verdachte staan nauwelijks rechten, wordt gewoon
als procespartijen tegenover elkaar (nb. opgeroepen
rechtsverwerking)
Het onderzoek ter terechtzitting is het Het accent ligt op het voorbereidend
centerpiece onderzoek
Onderzoek door beide partijen (met Feitenonderzoek van overheidswege
verplichting tot disclosure) gedomineerd
‘Clash of opinions’ Zoektocht naar de materiële waarheid
NL is van oorsprong: inquisitoir
● Onderzoek wordt gedomineerd van overheidswege.
● Zwaar accent op het vooronderzoek, het dossier vormt ruggengraat van de
strafrechtspleging.
● Beroepsrechter, geen lekeninbreng.
MvT bij het WvSv 1926: ‘gematigd accusatoir’ (C/B/K, p. 10).
Thans in het kader van de Modernisering: een contradictoir proces op inquisitoire leest
geschoeid (C/B/K, p. 16).
● Positieve aspecten behouden.
● Tegensprekelijke karakter versterkt (mede onder invloed van art. 6 EVRM, volgende
week).
● Maar nu, vertrouwen op onderzoek of op tegenwerping?
● Dilemma: onbetrouwbare autoriteiten v. slechte verdediging.
B. Inrichting en bijzonderheden van het Nederlandse strafproces.
III. Relevante ontwikkelingen
Recente ontwikkelingen
● Versterking positie slachtoffer
○ Eigen rechten (51a-51h Sv, 12 Sv).
○ Loutering v. Fundamentele complicering strafproces.
● Buitengerechtelijke afdoening, OM-strafbeschikking
○ Meer buitengerechtelijke afdoening om Corona-achterstanden weg te werken.
○ Conceptwetsvoorstel naar aanleiding van de evaluatie van de Wet
OM-afdoening:
■ Rechterlijke toetsing hoge transacties.
■ Mogelijkheid voor officieren van justitie voorwaardelijke straffen op te
leggen via strafbeschikking.
● Modernisering van het Wetboek van Strafvordering en ‘de beweging naar voren’.
Tot besluit
, De aard van het strafproces wordt mede bepaald door de wijze waarop binnen het
strafprocesrecht een balans wordt verwezenlijkt tussen de verschillende doelen en
spanningen (tussen criminaliteitsbestrijding en rechtsbescherming). Er is een duidelijke
relatie tussen positie/rol van procesdeelnemers en visie op de aard van de
strafrechtspleging.
Kennisclip Introductie strafrecht en structuur WvSv.
Formeel recht -> beschrijft de procedure waarlang het materiële recht wordt gehandhaafd.
Bronnen formeel strafrecht:
1. Wetboek van Strafvordering.
2. Bijzondere wetten:
a. Opiumwet.
b. Wet wapens en munitie.
Boek 1 -> algemene bepalingen.
Boek 2 -> Strafvordering in eerste aanleg.
Boek 3 -> rechtsmiddelen, 2 soorten:
1. Gewone.
2. Buitengewone rechtsmiddelen.
Boek 4 -> enige rechtsplegingen van bijzondere aard.
- Bijv. procedure voor minderjarigen en procedure van wraking.
Boek 5 -> Internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking.
Boek 6 -> tenuitvoerlegging.
Kennisclip Inzet van bestuursrechtelijke bevoegdheden in het strafproces.
Sfeerovergang, 2 categorieën:
1. Zuivere -> bent bezig met het uitvoeren van een bestuursrechtelijke bevoegdheid en
gaat over op uitvoering van een strafvorderlijke bevoegdheid op basis van dezelfde
wet. Dit is toegestaan.
a. 1 voorwaarde -> moet voor beiden bevoegdheden bevoegd zijn.
2. Voortgezette toepassing -> hierbij hetzelfde alleen je springt over op een andere wet.
Bijv. van de wegenverkeerswet naar de opiumwet.
a. HR Geweer -> voortgezette toepassing is toegestaan als voldaan aan 2
voorwaarden:
i. Moet voor beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn.
ii. Geen misbruik maken van recht.
Sfeercummulatie, je zet hierbij een bestuursrechtelijke bevoegdheid in met als doel
opsporen. Dit is een ander doel dus kan problematisch zijn.
- HR Controle en opsporings-arrest -> is wel toegestaan onder 2 voorwaarden:
- Moet voor beiden beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn.
- Controle mag niet uitsluitend ter opsporing dienen.
- Een auto aan de kant zetten op drugs op te sporen mag als dan bijv.
ook het rijbewijs wordt gevraagd. De controlebevoegdheid wordt
hierdoor al uitgeoefend en dan is er al niet alleen maar opsporing
verricht.
- Waarborgen verdachte (zwijgrecht verdachte in acht nemen).