Algemene vak inhoud
Cursus coördinator: dr. Miriam Lobben
Ondersteunend coördinator: Hannah Meckling (h.i.meckling@rug.nl)
Klinische psychologie vakken (specialisatie)
- Psychopathology
- Understanding
- Diagnostische vaardigheden
- Introduction to cognitive behavioural therapies
- Transdiagnostic progresses
Relevante masterprogramma’s voor beiden geldt een selectie!
- Master of Science in de psychologie
o Klinische psychologie
o Clinical forensic psychology and victimology
- Research master in behavioural and social sciences
o Deficits, distress, and disorders (klinische research master)
Trigger warnings
- Verlagen psychisch leiden??
- Verhogen risico??
Tentamen: colleges, boeken en artikelen.
Als je het tentamen online, thuis mag doen, MOET je slimstampen halen (2 vinkjes per les). Bij
mensen die het tentamen fysiek maken, is het optioneel (wordt wel sterk aangeraden!!).
Deze aantekeningen zijn ontzettend uitgebreid. Er wordt naast informatie die op de slides staat
ook veel informatie gegeven die de docent erbij verteld en wordt alles aangevuld met toepasselijke
plaatjes!!!
, College 1/ 16-11-2021 / Les 1: Davey, hoofdstuk 1 en 3.
In de geschiedenis zie je dat er allerlei soorten verklaringen waren voor psychische
afwijkingen/ziektes (bloed, demonen, etc.). De behandeling was hier ook op gebaseerd (bijvoorbeeld
aderlating).
In 1978 kwam het eerste classificatie systeem: melancholie, manie, dementie en idioterie. Alle
afwijkingen werden hierin verdeelt. Pinel was de eerste die probeerde psychiatrie in categoriën te
zetten. In 1812 vond Rush dat we meer naar de geest moeten kijken. Galton vond in 1869 dat we
meer naar individuele verschillen moesten kijken, en dit moesten testen. In 1883 kwam er een
uitgebreider systeem van classificatie door Kraepelin (met nog steeds nadruk om biologische
classificatie van psychische ziektes). Freud vond in 1917 dat we meer verklaringen moesten zoeken
richting psychologische oorzaken, en minder biologisch. De psychoanalyse probeerde als eerste
ziektes vanuit psychologische oorzaak te verklaren. De psychologie kwam veel later op dan de
psychiatrie.
Klinische psychologie tot WO 1
Shell shock kwam veel voor bij (oud) militairen, en er werd meer nagedacht over behandeling. Er
werd ook veel focus gelegd op testen voor het leger (vooral selectie); intelligentietests,
vaardigheden, etc.
Boulder model
1947: APA commissie over klinisch-psychologische training:
- Kijken naar al bestaande programma’s
- Nieuwe inhoud aanbevelen
- Standaard ontwikkelen voor tests
1949: Congres in Boulder over post-bachelor educatie in de klinische psychologie:
- ‘We moeten er een opleiding van maken’.
- Focus op de ‘helige drie-eenheid’ van diagnostiek, therapie en onderzoek (klinisch
psychologen als scientist-practitioners).
2
,Wat is klinische psychologie?
- Praktische component
o Psychopathologie = symptomen die kunnen duiden op een psychologische stoornis
- Wetenschappelijke component
o Psychopathologie = onderzoek naar (symptomen van) psychologische stoornissen
- ‘abnormale psychologie’, term in de VS in plaats van klinische psychologie.
Wat is abnormaal?
- Abnormaal = afwijkend van statistische norm?
o Pluspunten hieraan: er zijn duidelijke afkappunten (cut-offs), en het is duidelijk
kwantificeerbaar (de frequentie kan gemeten worden).
o Minpunten hieraan: niet alle zeldzame gedragingen zijn onwenselijk, niet alle
‘abnormale’ gedragingen zijn zeldzaam, en afkappunten zijn arbitrair.
- Abnormaal = afwijkend van de sociale norm?
o Wat is sociaal gezien normaal?
o Pluspunten: houdt rekening met variatie tussen culturen
o Minpunten: er bestaat geen algemene overeenstemming over sociale normen,
normen veranderen met de tijd, en situatie en context kunnen normen beïnvloeden.
- Abnormaal = disfunctioneren?
o Pluspunten: focus op hoe onaangepast (schadelijk) het gedrag is.
o Minpunten: sommige ‘abnormale’ gedragingen kunnen wel adaptief zijn, en niet alle
onaangepaste gedragingen worden als abnormaal gezien.
- Abnormaal = psychisch lijden veroorzakend?
o Pluspunten: focust op hoe onwenselijk het gedrag voor het individu is, en het is niet
gebonden aan statistische of sociale of normen.
o Minpunten: mensen zien wellicht niet in dat hun gedrag leed veroorzaakt, en het
lijden kan vanuit de situatie verklaarbaar zijn.
- Abnormaal = medisch gezien ziek?
o Medische kijk op psychische ziektes (kijken naar hersenfuncties).
o Pluspunten: er kunnen biologische oorzaken voor ‘abnormaal’ gedrag zijn
o Minpunten: vaak kan geen biologische oorzaak gevonden worden. Ook is er vaak
sprake van causatie vs. correlatie (is het oorzaak of gevolg?). Daarnaast zijn er weinig
goede medische tests beschikbaar en is er sprake van biologisch reductionisme.
De 3 D’s van abnormaliteit?
- Deviance afwijkend van de norm
- Dysfunction sociaal disfunctioneren, werkgerelateerd, etc.
- Distress psychisch lijden (zelf of in omgeving)
- In het Nederlands juridisch systeem ook Danger een gevaar zijn voor jezelf of je omgeving
(TBS)
DSM-IV (1994. 2000)
Lijstjes van symptomen, en criteria over hoeveel symptomen aanwezig moeten zijn (en hoelang). Dit
was een categorische aanpak. Ook staat er: ‘Symptomen moeten klinisch significant lijden of
beperkingen in het (sociale/cognitieve/etc.) functioneren veroorzaken’.
3
,In de DSM V is het anders aangepakt. De nadruk ligt op wat voorkomt uit onderzoekt, om alles meer
te finetunen.
Waarom de DSM? Er schort zoveel aan, waarom moeten we dit dan gebruiken? Het is wel een
veelvuldig gebruikt boek in de GGZ. Er is sprake van een gemeenschappelijke taal, en het is beter om
iets te gebruiken dan niets (anders kan iedereen zijn eigen mening erover ‘doordrukken’). Je zou ook
kunnen zeggen dat beperkingen kritisch denken uitlokken.
Samengevat deel 1 van het college:
- Klinische psychologie werd ‘volwassen’ na WO 2.
- Of gedrag abnormaal is of niet hangt af van verschillende factoren.
- Verschillende mensen kunnen verschillende criteria gebruiken om psychopathologie te
definiëren
- De klinische praktijk gebruikt het 3D of 4D model
- Het blijft controversieel en het blijft altijd veranderen!
Hedendaagse theorieën
1. Biologisch
a. Lichamelijke verklaringen (genen, biochemie, neuroanatomie, neurotransmitters)
b. Focus op het brein
c. ‘wij zijn ons brein’ heel duidelijke biologische kijk op psychopathologie.
2. Psychologisch
a. Intrapersoonlijke verklaringen (emoties, cognitie, gedrag)
b. Focus op de geest
3. Sociaal
a. Interpersoonlijke
verklaringen (familie,
maatschappij, relaties)
b. Focus op de omgeving.
4. In werkelijkheid weten we dat alles
samenhangt; alle factoren hangen
op de een of andere manier samen
met elkaar.
Waarom dan een theorie gebruiken?
- Het is gebaseerd op data en
hypotheses
- Biedt een raamwerk voor het beschrijven van een fenomeen
- Maakt voorspellingen over de toekomst (nuttig in klinische praktijk)
- Presenteert een testbaar concept of idee (nuttig bij onderzoek).
Waarom onderzoek in de klinische psychologie?
- Theorieën ontwikkelen
- Op basis van theorieën interventies ontwerpen
- De werkzaamheid van interventies evalueren
- Bevordert op evidentie gebaseerd werken (evidence-based practice) betere
behandelrichtlijnen, verhoogt efficiëntie van GGZ, want vaak worden evidence-bases
interventies vergoed.
4
,Klinisch psycholoog werkzaamheden (voorbeeld).
Klinisch psycholoog merkte in een gesprek op dat een depressieve patiënt weinig specifieke
herinneringen kon ophalen. Hij vroeg zich af of depressie en geheugenproblemen met elkaar te
maken hebben.
Casestudie
- Voordelen:
o Mogelijk een bron van nieuwe ideeën
o Levert voorlopig bewijs voor een nieuwe theorie
o Kan een bestaande theorie tegenspreken
o Kan nieuwe behandeltechnieken inspireren
- Beperkingen:
o Vertekende perceptie van één waarnemer
o Lage interne validiteit
o Lage externe validiteit
Ontwikkeling van een gestandaardiseerd meetinstrument
- Autobiographical memoriy test (AMT)
o 5 positieve emotiewoorden (blij, geïnteresseerd, …)
o 5 negatieve woorden (verdrietig, onhandig, …)
- Definitie van een specifieke herinnering
o Herinnering aan persoonlijk ervaren emotionele gebeurtenis, gebonden aan een
specifieke plaats en tijd (binnen 24 uur).
Specifiek is ‘toen mijn man mij ten huwelijk vroeg’
Niet specifiek is ‘als mijn kinderen op bezoek komen’.
- Het bleek dat AMT scores en depressie samenhangen!
Correlationele studie
- Voordelen:
o Lost problemen van lage externe validiteit op
o Hoge repliceerbaarheid
o Gebruik van statistieken
- Beperkingen:
o Lage interne validiteit
Cross-sectioneel
Derde-variabele probleem (confounders aanwezig)
Oorzaak en gevolg ontrafelen
- Meten over de tijd. Een voorbeeld: depressie en AMT op de baseline. Na een aantal
maanden (bijvoorbeeld na mislukte IVF (dus geen zwangerschap)) opnieuw een meting.
o Dit is een prospectieve studie
Voordelen:
Longitudinaal design
Oorzaak gaat vooraf aan gevolg
Beperkingen:
Nog steeds correlationeel (derde variabele probleem)
5
, Beperkt aantal hoog-risico groepen beschikbaar
- Wat ook vaak wordt gedaan is vergelijking met andere groepen. Voorbeeld: depressieve
patiënten vergelijken met angstpatiënten en gezonde controles.
o Case-control studie
Voordelen:
Klinisch zeer haalbaar
Beperkingen
Geen randomisatie
Nog steeds correlationeel (derde variabele probleem)
- Manipuleren van een oorzaak/gevolg.
o Causale relatie onderzoeken
Manipuleren van depressie of overalgemeen geheugen (dit is niet ethisch
haalbaar). Wat wel zou kunnen is het verminderen van één van de factoren
om te kijken of het leidt tot vermindering van de andere factor.
- Memory Specificity Training (MEST): controle groep vergelijken met groep
die behandeling hebben gehad.
o Behandelgroep: blootgesteld aan interventie
o Controlegroep: niet blootgesteld
o Geen willekeurige toewijzing aan groep: quasi experiment
o Willekeurige toewijzing aan groep: (klinisch) experiment of
gerandomiseerde trial (RCT).
Voordelen:
willekeurige toewijzing om placebo effect te
onderscheiden
‘blinderen’ van deelnemers/ onderzoekers voorkomt
bias.
Beperkingen:
Placebo effect kan groot zijn
‘unblinding’ komt veel voor
Vertaling naar klinische praktijk?
Interne validiteit is relatief!
Experimentele
psychopathologie gaat ervan
uit dat psychopathologie op
een continuüm ligt. Binnen
een gezonde range wordt
gekeken naar hoe
bijvoorbeeld de stemming
vermindert kan worden
zonder dat het in de klinische
range terecht komt.
6