Samenvatting
persoonlijkheidspsychologie
6 hoofdstukken van het Noba Project + 1 artikel
(inclusief begrippenlijst)
Inhoudsopgave
Noba 1 – Personality Traits………………………………………………………………………………………………p.2
Noba 2 – Personality Assessment…………………………………………………..……………………………….p.4
Noba 3 – Personality Stability and Change…………………………………………………..……………………p.6
Noba 4 – Attachment Through the Life Course…………………………………………………..…………….p.8
Noba 5 – Happiness: The Science of Subjective Well-Being……………………………………………………….p.9
Noba 6 – Personality Disorders…………………………………………………………………………………………………p.11
Artikel – The Policy Relevance of Personality Traits………………………………………………………….p.13
Begrippenlijst Noba Project………………………………………………………………………………………………………p.16
1
, Noba 1
Personality Traits
Personality (persoonlijkheid) = de karakteristieke manieren waarop mensen van elkaar verschillen.
Persoonlijkheid weerspiegeld continuous distributions (continue verdeling) in plaats van verschillende
persoonlijkheidstypes. Als het gaat over introverte en extraverte mensen, gaat het niet over twee
verschillende soorten mensen die volledig en kwalitatief van elkaar verschillen. In plaats daarvan gaat
het over mensen die relatief laag of relatief hoog scoren op een continue verdeling. De meeste mensen
scoren in het midden in plaats van in de extremen.
Drie criteria voor personality traits:
1. Consistency (consistent): mensen moeten zich enigszins consistent gedragen in verschillende
situaties
2. Stability (stabiliteit): de trait moet stabiel zijn over tijd
3. Individual differences (individuele verschillen): mensen verschillen van elkaar in gedrag dat verband
houdt met de eigenschap.
Gordon Allport & Henry Odbert (1936): Lexical hypothesis (lexicale hypothese) stelt dat alle belangrijke
persoonlijkheidskenmerken moeten worden weerspiegeld in de taal die we gebruiken om andere
mensen te beschrijven. Het woordenboek werd gebruikt als uitganspunt. Ze begonnen met 18.000
woorden maar verminderden dit door te kijken welke woorden bij elkaar hoorden -> Factor analysis
(factor analyse)
Five-Factor-Model of Big Five: (OCEAN)
1. Openness (openheid): de neiging om nieuwe ideeën, gevoelens, kunst en gedrag te waarderen.
+ Hoog: creatief, nieuwsgierig, intellectueel, innovatief, artistiek
- Laag: Conventioneel, conservatief, ongeïnteresseerd
2. Conscientiousness (consciëntieusheid/ ordelijkheid): de neiging om voorzichtig te zijn, op tijd te zijn
voor afspraken, regels te volgen en hard te werken.
+ Hoog: ijverig, georganiseerd, zelfbeheerst, betrouwbaar, accuraat
- Laag: lui, slordig, afgeleid, ongeorganiseerd
3. Extraversion (extraversie): De neiging om spraakzaam en sociaal te zijn en van anderen te genieten; de
neiging om een dominante stijl te hebben
+ Hoog: gezellig, actief, vrolijk, assertief
- Laag: introvert, verlegen, stil, passief
4. Agreeableness (vriendelijkheid): De neiging om het met anderen eens te zijn en met anderen mee te
gaan in plaats van de eigen mening en keuzes te laten gelden
+ Hoog: vriendelijk, behulpzaam, aardig, altruïstisch, coöperatief
- Laag: koud, cynisch, agressief, ruziezoekend
5. Neuroticism (neuroticisme/ emotionele stabiliteit): De neiging om vaak negatieve emoties te ervaren,
zoals woede, zorgen en verdriet, en ook interpersoonlijk gevoelig te zij
+ Hoog: angstig, gestresst, prikkelbaar, depressief, wispelturig
- Laag: ontspannen, stabiel, robuust, zelfverzekerd
Personality traits zijn niet alleen een manier om mensen te beschrijven, ze werken ook voorspellend.
Bijvoorbeeld hoe lang iemand leeft, soorten banen en activiteiten die de persoon leuk vindt.
Contiëntieusheid is een goede voorspellen van succes
Facets (facetten): de specifieke onderdelen van persoonlijkheidstrekken. Facetten kunnen nuttig zijn
omdat ze specifiekere beschrijvingen geven van hoe een persoon is. Er is geen algemene officiële lijst
met facetten.
De Big five is niet het enige model voor persoonlijkheidstrekken dat bestaat. Sommige onderzoekers
beweren dat er meer traits zijn en sommigen beweren dat er minder traits zijn.
2