Zeer uitgebreide aantekeningen van de zeven hoorcolleges van het vak Transnational Organized Crime. Bevat alles wat er besproken is. Master Criminologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Theoretisch perspectief is bepalend voor wat je ziet of niet ziet
Heiligen de doelen de middelen?
1. Afluisteren: telefoon/internettap
- ingrijpende bevoegdheid die in NL redelijk makkelijk in te zetten is
2. Undercovermethoden
3. Informanten
4. Immuniteit/’kroongetuigen’
- Kroongetuige krijgt geen straf in ruil voor informatie, zeer vergaande vorm van opsporing,
ligt in NL erg ingewikkeld
5. Getuigenbescherming
6. Afpakken van wederrechtelijk verkregen voordeel
7. Strafrechtelijke, financiële en bestuurlijke aanpak
Theorieën zijn vaak gekoppeld aan fenomenen die ze proberen te verklaren
1. Alien conspiracy
Het beeld dat georganiseerde misdaad niet een probleem is van de samenleving zelf, maar dat het in
feite een probleem is dat is geïmporteerd vanuit het buitenland.
→ In de VS domineerde dit perspectief tot in de jaren 80 de discussie over georganiseerde misdaad
Georganiseerde misdaad werd daar gezien als een probleem dat vanuit Italië was geïmporteerd
tijdens de grote migratiestromen naar Amerika.
→ Vaak wordt hier ook het bureaucratie model aan gekoppeld, dat de georganiseerde misdaad op
een bepaalde manier is georganiseerd en dit sloeg weer op die Italiaans-Amerikaanse maffia families
waarbij ook een soort bureaucratische organisatievorm daaraan werd toegeschreven (maffia-model)
→ Dit beeld over georganiseerde misdaad is een Amerikaanse uitvinding dat in de jaren 50/60 erg
populair is geworden
→ Dit perspectief zien we soms ook in Nederlandse discussies terug; toen de muur tussen Oost- en
West-Europa viel, konden we vrij reizen tussen Rusland, Oostblok staten en Nederland. Toen werd in
NL de discussie gevoerd of de Russische georganiseerde misdaad niet naar Nederland kwam
→ Dit dreigingsbeeld van Russen die de georganiseerde misdaad naar NL zouden brengen werd sterk
afgezwakt door politieonderzoek
2. Bureaucratie model (Cressey, 1967/1969)
Bureaucratie model van georganiseerde misdaad dat is geïnspireerd op het model van Italiaans-
Amerikaanse maffia families die bijvoorbeeld in New York de macht hadden over bepaalde sectoren
in de economie, zoals de vismarkt of haven (→ racketeering)
→ De structuur van georganiseerde misdaad wordt door Cressey vergeleken met een formeel
organisatiemodel alsof het een ‘normale’ formele organisatie is. Er is een baas, onderbaas en
daaronder weer kapiteins en daaronder soldaten; een hiërarchie. Er is sprake van een taakverdeling,
een gedragscode en een intern sanctiesysteem.
→ Dit bureaucratie model heeft een ontzettend belangrijke plaats ingenomen in de georganiseerde
misdaad literatuur. Het is ook heel populair onder politie en justitie omdat je heel graag de
tegenstander afschildert als een goed georganiseerde organisatie.
→ Ook veel kritiek op dit ‘maffia model’, sommige modellen zoals het illegaal ondernemerschap
kunnen dan ook worden gezien als een soort kritiek op dit maffia-model.
→ Kritiek op het bureaucratiemodel kwam er in feite op neer dat empirisch onderzoekers zeiden dat
organisaties binnen de georganiseerde misdaad eigenlijk helemaal niet zo goed georganiseerd zijn als
het bureaucratiemodel zegt, een van die mensen is Reuter, die schreef het boek disorganized crime
1
, 3. Illegal enterprise / illegaal ondernemerschap (Reuter)
→ Reuter’s conclusie is dat criminele organisaties veel minder macht hadden dan men dacht en dat
het in feite illegale ondernemers zijn. Criminele ondernemers zijn actoren/individuen die kosten en
baten afwegen, net zoals gewone ondernemers.
→ Reuter brengt hier enige nuance aan door te zeggen dat deze illegale ondernemers niet op een
normale markt opereren. Op een normale markt kun je kijken naar prijzen van producten, dat is op
een illegale markt niet mogelijk. Deze illegaliteit creëert allerlei problemen en zorgen ervoor dat deze
organisaties eigenlijk helemaal niet zo groot kunnen worden; ‘small is beautiful’.
Problemen van de illegaliteit
- Geen contracten, officiële transacties en betalingsbewijzen
- Goederen kunnen ieder momennt in beslag worden genomen
- Risico op aanhouding, vervolging en gevangenisstraf
- Geen rechter of mediator (bij onenigheid)
→ de illegaliteit of illegale wereld waarin je opereert is eigenlijk een hele onveilige wereld
In het normale zakenleven zijn er allerlei mechanismen die ervoor zorgen dat je elkaar kan
vertrouwen, of als je elkaar niet vertrouwd kan je dingen vastleggen of bewijzen achteraf. Bij
onenigheid kan je naar de rechter. → Bij georganiseerde misdaad is dit niet het geval en een nog
groter probleem is dat er enorme financiële belangen op het spel kunnen staan
Gevolgen
- Geen prikkel voor de totstandkoming van grote criminele organisaties waar Cressey het over heeft
- ‘Small is beautiful’: samenwerkingsverbanden zijn klein en vluchtig (ephemeral)
Andere perspectieven trekken dit probleem van illegaliteit nog verder door: voor samenwerking is
meer nodig dan economisch voordeel, als liegen en bedriegen zo aantrekkelijk is en iedereen dat
weet van elkaar
- Sociale relaties
Onbekenden vertrouwen is vaak ingewikkeld; daarom werken familie, vrienden en bekenden vaak
samen en introduceren elkaar weer bij anderen. Deze sociale relaties geven de stabiliteit en
samenwerkingsverbanden middels:
→ Zo’n sociale relatie geeft aan dat er een ‘shadow of the past’ is; je hebt kennis over het verleden,
je kent mensen al en daardoor is het makkelijker samenwerking
→ Er is ook een ‘shadow of the future’; je weet dat je elkaar in de toekomst weer zal tegenkomen
waardoor liegen en bedriegen een stuk minder aantrekkelijk wordt
→ Ook de reputatie speelt hierbij een rol. Ze maken deel uit van een breder netwerk. Als je 1 keer
een bepaald persoon bedriegt, heb je ook een probleem met andere mensen binnen het netwerk.
- (Dreiging met) geweld
4. Protectie theorie
Vooral geïnspireerd door Italiaanse maffia en een bepaalde criminele activiteit waar zij bekend om
zijn geworden: het vragen van beschermingsgeld
→ Gambetta noemt de voornaamste activiteit van de maffia: het bieden van private beveiliging die
de staat niet kan geven (selling of private protection)
→ Dit perspectief zie je heel duidelijk terug in het werk van Gambetta, maar ook bijvoorbeeld bij
Varese en Campana.
→ Protectie theorie geeft een hele specifieke invulling aan het wie (maffiagroepen) en het wat
(bescherming bieden) van georganiseerde misdaad
2
, Twee typen georganiseerde criminaliteit
- Handel in illegale goederen en diensten (trading)
→ produceren of doorverkopen van drugs, prostitutie
- Racketeering (illegaal opereren op legale markten/gebieden)
→ in extreme gevallen is de macht zo sterk dat er sprake is van ‘governing’: het overnemen van
bepaalde overheidsfuncties en hier geld aan verdienen
De machtspositie van maffiagroepen wordt dus direct gekoppeld aan het afwezig zijn van een (goed
functionerende) overheid. Deze leegte wordt dan opgevuld door de maffiagroepen. Zij nemen in
feite twee traditionele staatsmonopolies over:
- Gebruik van geweld
- Belastingheffing (bescherming/afpersing) → Sicilië goed voorbeeld
Om het werk van Gambetta (maar ook Varese en Campana) goed te kunnen begrijpen, moet je
beseffen dat zij sterk beïnvloed zijn door de public choice/politieke economie, en dat is de
wetenschap die in feite economische theorieën toepast op politieke besluitvormingen.
→ Waarom verzorgt de overheid bepaalde taken en hoe vindt besluitvorming over die taken plaats?
In de public choice/politieke economie speelt bijvoorbeeld het onderscheid tussen de private
goederen en publieke/collectieve goederen een belangrijke rol. → Wat is een privaat goed? Dat zijn
goederen die heel makkelijk op de markt te verhandelen zijn. Bijvoorbeeld een twix. Als iemand een
twix eet kan een ander persoon niet diezelfde reep eten; er is sprake van rivaliserende consumptie
en uitsluitbaarheid. Je kunt het aan 1 iemand verkopen voor een bepaalde prijs en een ander
persoon krijgt niet op dat moment hetzelfde product. Hierbij is geen overheidsingrijpen nodig.
Bij publieke/collectieve goederen is er juist sprake van non-rivaliserende consumptie en niet-
uitsluitbaarheid. Een voorbeeld is de afsluitdijk. Al het geld dat besteed wordt aan dijken en
waterbeheer komt ten goede van alle Nederlanders. Er is sprake van non-rivaliserende consumptie.
Iedereen wordt beschermd. En er is sprake van niet-uitsluitbaarheid; je kunt het vrij moeilijk
verkopen op de markt omdat iedereen tegelijk geniet van de bescherming die geboden wordt door
die waterwerken.
Dit zijn twee voorbeelden van uitersten, veel goederen zitten hier ergens tussenin.
Bij de financiering en besluitvorming over die collectieve goederen is er een belangrijk probleem:
free rider probleem
→ als je langs zou gaan bij alle Nederlanders met een collectebus om geld op te halen voor de dijken,
zal je waarschijnlijk niet zoveel geld ophalen als je nodig hebt. Er is namelijk het free rider probleem:
je kunt ook een gratis ritje maken. Ook als je niet betaald, geniet je van de bescherming die geboden
wordt door de waterwerken. Dit geldt ook voor defensie. Defensie beschermt mensen die voor het
leger zijn maar ook de passivist. Er is sprake van non-rivaliserende consumptie en niet-
uitsluitbaarheid. Vaak wordt hier dan de conclusie aan getrokken dat het de overheid is die daarover
moet beslissen. De overheid zorgt dat het waterbeheer er komt en heft belasting bij alle
Nederlanders om dit te financieren.
Is veiligheid een publiek goed?
- Wie biedt er veiligheid en voor wie?
Veiligheid kun je van de ene kant als een publiek goed beschouwen. We wonen in Nederland in een
relatief veilig land en daar profiteert iedereen van. Als je naar de politie gaat, word je geholpen.
Aan de andere kant zijn sommige vormen van veiligheid ook heel erg privaat. Zoals bepaalde
gebieden in Amerika die privaat zijn beveiligd door sommigen uit te sluiten.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kyradenneman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.