helft van de voorbijganger merkte de persoonsverwisseling niet op. Later werd het
Taak rechtspsychologen: onderzoek iets anders vormgegeven: studenten meldden zich bij een hoge balie waar zij
1. de studie van het recht als een gedragstechnologie formulieren in moesten vullen. De baliemedewerker wisselde dan van persoon. Hierbij viel
2. de studie van gedrag dat onder invloed van het recht staat of zou moeten staan meer dan de helft van de proefpersonen weer niets op van de verwisseling. Een experiment
van Davies & Hine laat zien dat bij het bekijken van een video over een inbreker slechts 39%
Mock crimes / Wirklichkeitsversuche in de collegebanken van Stern toonden aan dat de verwisseling van gedaante van een inbreker werd opgemerkt. 65% van de studenten die
getuigen niet altijd valide verklaringen afleggen werd verteld om op te letten merkten het wel op, tegenover 13% van de mensen die niet
specifiek hadden opgelet. De conclusie is dat veranderingsblindheid vooral voorkomt als
- Bij een klassiek experiment is er een experimentele groep en een controlegroep. Beiden mensen op een oppervlakkige manier encoderen. Het geeft een verklaring voor het
krijgen een voor- en nameting, de experimentele groep daartussen ook een manipulatie. aanwijzen van onschuldige voorbijgangers als dader.
Proefpersonen worden at random toegewezen aan de groepen waardoor geen selectie op
kan treden en dus geen systematische verschillen. 3. Kassin & Kiechel: het Alt-toets-experiment
- De interne validiteit controleert op storende invloeden en richt zich op specifieke Dit experiment onderzoekt of en in welke mate mensen iets bekennen dat zij niet hebben
effecten. gedaan ten gevolge van de confrontatie met vals bewijs, en of mensen die bekentenis ook
- De externe validiteit controleert op generaliseerbaarheid. Deze is in tegenstelling tot de internaliseren. Tot slot werd ook om details gevraagd van hoe en waarom men datgene had
interne validiteit bij laboratoriumexperimenten relatief beperkt. gedaan. Tijdens het experiment werd proefpersonen verteld dat zij mee moesten typen
- Laboratoriumexperimenten zijn niet vergelijkbaar met de werkelijkheid, de hoge interne met letters, waarbij de Alt-toets niet ingedrukt mocht worden omdat dan de computer zou
validiteit wordt dan ook met externe validiteit betaald. Naarmate een experiment vaker vastlopen. De andere ‘proefpersoon’ zou dan zeggen dat hij had gezien dat de
wordt gerepliceerd zal ook de externe validiteit van overeenstemmende bevindingen proefpersoon de knop in had gedrukt, terwijl dat niet het geval was. Als de proefpersoon
toenemen. zou toegeven moest hij een verklaring tekenen waarin hij toegaf op de Alt-toets te hebben
- Quasi-experimenten zijn experimenten die afwijken van het klassieke design. Vaak komen gedrukt en dat er data verloren was gegaan. Daarna zou door weer een ander persoon
ook in deze experimenten de randomisering en de controlegroep voor omdat deze worden gevraagd wat er precies was gebeurd, waarmee werd getoetst op confabuleren
belangrijk zijn voor de interne validiteit en de interpretatie. (valse herinneringen). 69% bekende en ondertekende de verklaring, 28% geloofde zelf ook
de Alt-toets te hebben aangeraakt en 9% vertelde (verzon) daar details bij. Daarvan
1. Loftus: de botsende auto’s bekende 35% zonder dat er iemand zei het voorval te hebben gezien, terwijl 89% bekende
Loftus deed drie experimenten. In het eerste werden aan studenten filmpjes getoond met als iemand wel zei het te hebben gezien (vals bewijs). Op dit experiment was kritiek wat
botsende auto’s, waar bij een eerste deel een vraag met ‘contacted’ kreeg en het andere betreft de generaliseerbaarheid.
deel ‘smashed’. Hieruit bleek dat de vorm van de vraag het antwoord van getuigen kan
beïnvloeden: de tweede groep schatte de snelheid van de auto’s hoger in. In het tweede 4. Crombag, Wagenaar & Van Koppen: crashing memories en source monitoring
experiment werden drie groepen gecreëerd, waarbij de eerste een vraag met ‘smashed’ Is het mogelijk om het geheugen van getuigen dusdanig aan te passen dat de getuigen
kregen, de tweede een vraag met ‘hit’ en de derde geen vraag. Later werd gevraagd of zij informatie die zij niet uit eigen waarneming konden hebben, tot een authentieke
gebroken glas hadden gezien waarbij bleek dat de groep van ‘smashed’ dit hoger inschatte, herinnering zouden bombarderen? Ze vroegen proefpersonen of zij de (niet-bestaande)
terwijl geen sprake was geweest van gebroken glas. In een laatste experiment werden beelden van een vliegtuigcrash op de Bijlmerflats hadden gezien, en hoe lang het duurde
proefpersonen verward met de woorden ‘voorrangsbord’ en ‘stopbord’. De conclusie van voordat het vuur begon na de crash. In een tweede experiment kwamen dezelfde vragen
deze experimenten was dat men het geheugen van getuigen kan veranderen door achteraf terug maar met meer detailvragen. Dit experiment is vaak gerepliceerd. Zonder beelden
misleidende informatie te geven. blijkt dat meer dan de helft van de mensen rapporteert dat zij die wel hebben
waargenomen, zelfs aangevuld met niet-waargenomen details. Dit is door twee fenomenen
2. Simons & Levin: de deurstudie te verklaren. Op basis van ideeën en kennis over wat zou kunnen zijn gebeurd, komt men
In dit bekende experiment wordt veranderingsblindheid getest: op een tot de conclusie dat het eindresultaat van het inferentieproces een authentieke
universiteitscomplex stapt een jongeman met een plattegrond op een voorbijganger af. waarneming is. Daarbij moet het inferentieproces foutief worden genormeerd als een
Dan komt er een tweetal langs dat een deur tussen zich in draagt waardoor zij kort het zicht externe bron van kennis (bronfout).
verliezen. Achter de deur wisselt de jongeman met een andere jongeman. Meer dan de
,5. Het Deese-Roediger-McDermott-paradigma (simpele pseudo-herinneringen) van tevoren gemanipuleerde informatie krijgen die duidelijke schuld bij de verdachte
Het DRM-paradigma bestaat uit het aanleren door proefpersonen van een lijst van suggereerde, veel vaker oordeelden dat de verdachte schuldig was dan bij gemanipuleerde
woorden die sterk geassocieerd zijn met een lokwoord dat niet in de lijst is opgenomen. informatie met onduidelijkheid over de schuld van de verdachte. Hieruit bleek dat ook bij
Het vragen naar het repliceren van die lijst levert dan ook het noemen van het lokwoord rechters belief perseverance speelt.
op. Dit wordt als pseudo-herinnering aangemerkt. Het accepteren van het lokwoord kan op
twee manieren worden verklaard. De Activation/monitoring-theorie zegt dat de sterke Fundamentele problemen van de kloof tussen juristen en rechtspsychologen
associatie van de woordlijsten ook het lokwoord heeft geactiveerd, en daarna moet een - de rol van de empirie in het juridisch discours
bronfout worden gemaakt. De fuzzy trace-theorie zegt dat van ervaringen twee - uiteenlopende begrippen
geheugensporen achterblijven: het letterlijke (verbatim) spoor en de gist (algemeen - verschillende waarheidsconcepties
geheugenspoor). Lokwoorden komen dan dus overeen met de gist van de woordenlijst.
Texas sharpshooter fallacy: de neiging om pas achteraf beoordelingscriteria vast te stellen
6. Asch: groepsconformiteit bij het schatten van lijnlengtes (compliance)
Ook dit is een bekend experiment, waarbij wordt aangetoond dat veel mensen geneigd zijn Hypothesen over bewijs kunnen in drie niveaus worden opgedeeld:
zich aan een meerderheidsstandpunt aan te passen, zelfs als het glashelder is dat dat 1. Bronniveau: gebaseerd op observaties, metingen en analyses
standpunt onjuist is. In een groep van acht deelnemers werd gevraagd de lengte van een 2. Activiteitenniveau: delictgerelateerdheid van een spoor
lijn te matchen met één van drie andere lijnen op een afbeelding. Een van de deelnemers 3. Delictniveau: heeft er een misdrijf plaatsgevonden?
was de proefpersoon, de rest was medeplichtig (confederates of stooges). De confederates
gaven altijd hetzelfde antwoord, zowel juist als verkeerd. De proefpersoon was als laatste Confirmation bias: men gaat op zoek naar informatie die past binnen het leidende scenario
aan de beurt om te antwoorden. In een derde van de gevallen conformeerde de en ziet informatie die het scenario tegenspreekt over het hoofd
proefpersoon zich aan het foute meerderheidsstandpunt (vooral bij een unaniem
groepsoordeel). Niet iedereen conformeert zich altijd aan het meerderheidsstandpunt en Belief perseverance: als eenmaal een idee is gevormd, ontstaat de neiging om aan dat idee
deze verschillen zijn meetbaar op de Gudjonsson Compliance Scale. vast te blijven houden, ook al is er informatie die het idee tegenspreekt
Groepsconformiteit kan het optreden van tunnelvisie in groepen versterken, in opsporing,
vervolging en berechting. Daarom wordt aandacht besteed aan tegenspraak voor een Blind testen: simpelste methode voor het beschermen tegen contextinformatie
evenwichtige waarheidsvinding. In Nederland krijgt de jongste en minst ervaren rechter of
raadsheer het eerste het woord zodat deze zich niet kan conformeren. Post-hoc informatie: de informatie die na de waarneming van getuige uit een andere bron
is vernomen, die de getuige in verwarring kan brengen
7. Milgram: elektrische schokken (gehoorzaamheid)
In dit experiment ontving de experimentator twee proefpersonen, de leraar en leerling, Theorie van verhaal en verankering: verhaal van de tenlastelegging heeft noodzakelijkerwijs
waarvan alleen de leraar een echte proefpersoon was. De leerling zat in het bijzijn van de de vorm van een verhaal
leraar in een elektrische stoel vastgegespt. In het experiment moest de leerling
woordparen matchen, bij een fout antwoord moest de leraar een schok toedienen, die bij Tangible evidence: aanraakbaar bewijs
elke fout nog eens sterker werd. Bij deze schok werd ook aangegeven dat een bepaalde
schok gevaarlijk was. De leerling fingeerde steeds heftigere reacties terwijl de leraar werd Opdrachtgevers-/hired gun effect: de mening van de deskundige sluit aan bij de
aangespoord om door te gaan. 65% van de proefpersonen ging door tot het einde van de opdrachtgever waarvoor hij is ingehuurd
voltage. Verklaringen liggen in de theorie van het conformisme of de gedachte dat door Selectieschijn: de ongunstige rapporten worden door de advocaat niet ingebracht
iemands anders vragen uit te voeren, diegene niet langer zelf verantwoordelijk is voor zijn
daden. Nadelen van inschakelen van deskundige door verdachte
- veel verdachten niet in staat om zinnig te praten over welke kwesties van belang zijn
- plaatst de deskundige dicht bij de grootste belanghebbende van een gunstig rapport
8. Schüneman: het effect van dossierkennis vooraf op het bewijsoordeel van rechters
Belief perseverance is het vasthouden aan een bepaalde mening zelfs als het informatie
bereikt die de grondslag onder die mening wegslaat. In dit onderzoek bleek dat rechters die
, Regels voor deskundigen voor werken voor de politie Actus reus: geconstateerd delict
- als men voor de politie werkzaamheden heeft verricht mag men niet meer als deskundige Mens rea: opzet of schuld
optreden in het strafproces
- hij is geen rechercheur: hij adviseert, maar laat het opsporen aan de politie over Opzet (dolus)
- de deskundige moet geen verantwoordelijkheid nemen voor de opsporing, alleen advies a) Oogmerk: iemand handelt met bedoeling een bepaald gevolg teweeg te brengen
b) Noodzakelijkheids- of zekerheidsbewustzijn: iemand handelt in de wetenschap dat
CBCA: beoordeelt adhv 19 criteria of de verklaring van een kind (van misbruik) valide is zijn handeling noodzakelijk een (niet beoogd) gevolg zal hebben
Schuld (culpa)
Frye-criterium: general acceptance in the particular field a) Bewuste schuld: iemand handelt en is zich bewust van de mogelijkheid van een
Daubert beslissing: bepaald gevolg, maar denkt dat het niet zal intreden
1. de rechter kan overwegen of de wetenschappelijke kennis getoetst is of kan worden b) Onbewuste schuld: de dader heeft niet gedacht aan de mogelijkheid van een
2. de validiteit kan worden beoordeeld doordat de theorie is gepubliceerd /peer-reviewed bepaald gevolg, terwijl hij daaraan wel had behoren te denken
3. de rechter kan de bekende of potentiele foutenmarge vd methode in overweging nemen Voorwaardelijk opzet (tussencategorie)
4. de rechter zou kunnen letten op het Frye-criterium De dader handelt met het bewustzijn van een bepaald gevolg en handelt liever met dat
gevolg dan van zijn handelen af te zien
Schoenmakersarrest: (motiveringsplicht voor hof over deskundige)
1. dat de deskundige deskundig is op het gebied van schoensporen. Als dat zo is: Straffen is alleen nuttig (om te leren):
2. welke methode de deskundige heeft gebruikt, - als mag worden aangenomen dat de actus reus gevolg is van gebrekkig leren ih verleden
3. waarom de deskundige de methode betrouwbaar genoeg acht, - als de dader tot leren in staat is
4. in welke mate de deskundige in staat is de methode competent toe te passen
De redelijke persoon: any responsible person in his place and with his knowledge would
Waarover kunnen rechtspsychologen rapporteren (volgens het NRGD)? have known
- the validity of statements
- deception relevant to statements De standaardtheorie van gedrag: mentale fenomenen in de vorm van wensen, bedoelingen
- psychology of evidence and evidence-gathering en wilsbesluiten gaan onder normale omstandigheden vooraf aan daadwerkelijk gedrag en
zijn daar de determinanten of ten minste mede-determinanten van.
Ultimate issue: deskundigen moeten zich niet bemoeien met de vragen des rechters
Rechtvaardigheidsgronden: de wederrechtelijkheid ontbreekt
Paradoxaal element bij straffen: straf impliceert de aantasting van het belang van de dader, Schulduitsluitingsgronden: de strafbaarheid van de dader ontbreekt
iets wat het strafrecht juist wenst te voorkomen.
Straffen werkt bij onmiddellijk, onvermijdelijk en telkens bij het getoonde gedrag opgelegd
Vergeldingstheorie/retributivisme: het door een delict verstoord evenwicht kan worden
hersteld door de dader een gelijke hoeveelheid kwaad toe te voegen Learned helplessness: pathologisch gedrag dat ontstaat na onduidelijke straffen
Strafdreiging: aversieve controle (want niet-delinquent gedrag belonen is niet haalbaar) Rechtvaardigheid
- Aristoteles beginsel: rechtvaardigheid houdt in dat ieder krijgt waar hij recht op heeft.
Beccaria Daarvoor kan het beginsel van de materiele of distributieve rechtvaardigheid worden
- utilisme gebruikt: gelijken moeten gelijk worden behandeld en ongelijk ongelijk naar de mate van
- straf moet niet voorkomen als deze groundless, inefficacious, unprofitable of needless is ongelijkheid
- Outweigh the profit of the offence - Rawls ziet af van een materiele beschrijving maar wil het een uitkomst laten zijn van een
- venture more against a great offence than a small one gedachte-experiment. In de original position worden vrije en rationele mensen het eens
- cause the least of two offences to be preferred over principles of justice van achter een sluier van onwetendheid (justice as fairness)