Samenvatting van de slides (= theorie nodig voor het maken van de oefeningen), aangevuld met eigen notities bij de lessen van Kwantitatieve onderzoeksmethoden gegeven door prof. K. Van Driessen
1. Inleiding
Statistiek = verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren van kwantitatieve gegevens
= instrument om vragen te beantwoorden, gegevens te ordenen, resultaten bruikbaar te
maken
Meetniveau = de aard van je variabelen, bepaalt welke statistische methoden toepasbaar zijn
3 meetniveaus:
1. Nominaal
= laagste, kwalitatieve meetschaal
metingen bestaan uit losse categorieën
discreet (= beperkt aantal waarden mogelijk, 1 ‘sprong’ tussen waarde A en waarde B)
je kan er niet mee rekenen, enkel frequenties/percentages bereken
vb.: haarkleur, woonplaats, postcode, hobby
! dichotoom = variabele kan slechts 2 nominale antwoordmogelijkheden aannemen
vb.: goed/slecht, ja/nee, werkt/werkt niet
dummy’s = lijst met antwoordmogelijkheden waarbij 1 = aangevinkt / 0 = niet aangevinkt
2. Ordinaal
= tweede kwalitatieve meetschaal
= nominale variabelen waarbij antwoordmogelijkheden logisch geordend kunnen worden
je kan er nog steeds niet mee rekenen, wel midden bepalen van gerangschikte gegevens
vb.: opleidingsniveau, salarisschaal, mate van waardering (slecht-matig-goed)
! Likert-items = je mening een score geven van 1 (=helemaal oneens) tot 7 (=helemaal eens)
in praktijk wordt met deze scores vaak toch gerekend
3. Metrisch
o Interval
= laagste, kwantitatieve meetschaal
= ordinale variabelen met gelijke intervallen tussen waarden
getalwaarden (waarmee je dus kan rekenen)
discreet of continu (= ‘oneindig’ veel waarden mogelijk tussen waarde A en B)
geen natuurlijk nulpunt, dus verhoudingen zijn niet zo zinvol
vb. temperatuur in °C, tijd op de klok
! Likerschaal = combinatie van Likert-items
gecombineerde variabele heeft meer mogelijke waarden, maar je kan niet
eender wat combineren (moet betekenisvol blijven)
o Ratio
= hoogste, kwantitatieve meetschaal
= interval, maar dan met betekenisvolle verhoudingen
natuurlijk nulpunt aanwezig
vb.: # werkuren/week, inkomen, leeftijd (!als deze niet in categorieën zijn opgedeeld)
2.2 Frequentieverdelingen
Frequentie = aantal = hoe vaak een bepaalde waarde/antwoordmogelijkheid voorkomt
Percentage = relatieve frequentie = hoe vaak een bepaalde waarde voorkomt t.o.v. totaal # waarden
Geldig percentage/valid percent = percentage waarbij missing values niet worden meegerekend
wordt weergegeven in frequentietabel met links variabele en rechts frequentie etc.
2.3 Grafieken van één variabele
Grafieken geven in 1 oogopslag een overzicht van een kenmerk/variabele
zeer verhelderen voor breed publiek
! wel belangrijk om juiste grafiekkeuze te maken afhankelijk van meetniveau en wat je wil laten zien
Soorten grafieken voor visualiseren van 1 variabele
- Cirkel- of taartdiagram
geeft idee over verhouding tussen categorieën (grootste punt = cat. met grootste freq.)
geschikt voor laag meetniveau met beperkt aantal categorieën
- Staafdiagram
elk staafje geeft in de hoogte de frequentie van een waarde weer
geschikt voor laag/hoog meetniveau met beperkt aantal waarden
- Histogram
= ‘aaneengeplakt’ staafdiagram
geeft idee van de vorm van de verdeling v/e variabele, vb. scheef, symmetrisch, #toppen…
geschikt voor continue variabelen die in aaneengesloten, gelijke categorieën verdeeld zijn
- Boxdiagram
geeft idee van verdeling van minimaal ordinale variabele
box = middelste 50% van de waarnemingen
whiskers = uitlopende lijnen vanaf box tot min. en max. waarde (zonder uitschieters)
streepje in box zelf = middelste waarneming
2.4 Centrummaten
Centrummaten vatten gegevens/variabele samen in 1 getal
Verschillende centrummaten:
keuze hangt af van meetniveau!
- Modus = waarde/categorie die het meest voorkomt
te bepalen vanaf nominaal meetniveau
! bimodaal = gegevensset met 2 modussen
- Mediaan = middelste waarneming in een set geordende, numerieke data
te bepalen vanaf ordinaal meetniveau
! bij even aantal waarnemingen: gemiddelde berekenen van middelste 2 waarden
! mediane klasse = categorie die middelste waarneming bevat
= klasse die 50ste percentiel bevat
eerst cumulatieve percentages berekenen om dit te kunnen afleiden
- Gemiddelde = alle waarden opgeteld / totaal aantal waarden
te bepalen vanaf metrisch meetniveau
! bij interpretatie opletten voor uitschieters, deze beïnvloeden het gemiddelde
! bij frequentietabel met categorieën: frequentie vermenigvuldigen met midden van klasse
! bij onevenwicht in grootte van verschillende categorieën
gewogen gemiddelde = frequentie vermenigvuldigen met grootte van categorie
Verhouding tussen modus, mediaan en gemiddelde zegt iets over de verdeling van een grafiek
- Modus < mediaan < gemiddelde rechtsscheve verdeling
- Modus = mediaan = gemiddelde symmetrische verdeling
- Gemiddelde < mediaan < modus linksscheve verdeling
! Centrummaten vertellen niet alles ook hoe de gegevens errond verspreid liggen is van belang
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maitedeleebeeck. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,19. Je zit daarna nergens aan vast.