100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Maatschappijleer – Thema’s Maatschappijleer – 4 VWO – H3 Parlementaire democratie €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Maatschappijleer – Thema’s Maatschappijleer – 4 VWO – H3 Parlementaire democratie

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting: Maatschappijleer – Thema’s Maatschappijleer – 4 VWO – H3 Parlementaire democratie

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 27 december 2021
  • 32
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (993)
avatar-seller
SmitJoël
Joël Smit | 4Va


Maatschappijleer – Hoofdstuk 3 Parlementaire democratie
§3.1 Wat is democratie?
Als je het hebt over democratie en dictatuur, dan heb je het over politiek

3.1.1 Wereld bedekt met staten
1648: Vrede van Münster = Vrede van Westfalen = Afspraken die einde maakten aan reeks
van conflicten in Europa  Probeerden godsdiensttwist en agressie op te heffen door
soevereine staat centraal te stellen
Soeverein = Staat die op bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent
en het geweldsmonopolie heeft  Soevereine staat bepaalt welke religie op eigen gebied
wordt toegelaten  Staten respecteren elkaars soevereiniteit op ieders eigen gebied
Met Vrede van Westfalen werd moderne systeem van staten geboren  Wereld bedekt met
staten en per gebied heerst maar één staat
Ideologische rechtvaardiging van macht van staat  Alle burgers hebben er belang bij om
alle macht bij één soeverein onder te brengen  Deze soeverein mag als enige:
 Geweldsuitoefening
 Straffen en wetten maken
 Inhoud van onderwijs bepalen  Van lager tot universitair
 Belangrijk om te steunen, anders komt er oorlog van allen tegen allen
Staten verschillen behoorlijk als het gaat om manier van politiek

3.1.2 Het belang van politiek
Politiek = Gaat over maken van keuzes waaraan allen in staat gebonden zijn  Keuzes
worden vastgelegd in algemeen geldende wetten  Wetten worden uitgevoerd door
dienaren van de macht, bv. ministers, ambtenaren, politie, leger
vb van keuzes: Minimumleeftijd alcohol, kerncentrales, hulp in ontwikkelingslanden 
Meeste onderwerpen zijn van algemeen belang = Veel mensen krijgen er nu of later mee te
maken  Belangrijk dat je politiek volgt en je stem laat horen
Sommige onderwerpen lijken alleen voor specifieke groep, maar zijn toch algemeen belang:
 Als je zelf niet meer naar school gaat, heb je toch belang bij onderwijs omdat je eraan
meebetaalt via belastingen of een arts nodig hebt die opgeleid moet worden
 Bij homohuwelijk gaat het om gelijkwaardige behandeling  Rechten die voor
iedereen van belang zijn
Nemen van politieke besluiten kost meestal veel tijd, omdat er verschillende oplossingen
mogelijk zijn  Groot dilemma van politiek:
1) Snel, daadkrachtig en efficiënt besturen  Doelmatig resultaat
2) Maximale participatie van burgers in politiek  Proces van democratische
besluitvorming met zorgvuldige afweging van verschillende belangen

3.1.3 Democratie
In democratie gaat het om macht van velen  Het volk regeert  Directe zeggenschap van
volk (= directe democratie) komt nauwelijks meer voor  In sommige landen bestaat als
vorm van directe democratie het referendum = Volksstemming over bepaald wetsvoorstel



1

, Joël Smit | 4Va


Kenmerken
Representatieve democratie = Indirecte democratie = Volk kiest vertegenwoordigers die
beslissingen nemen en met zekere regelmaat bij verkiezingen aan bevolking verantwoording
moeten afleggen over hun beleid  Praktischer dan directe democratie, want:
 Met kleinere groep kom je sneller tot besluiten
 Volksvertegenwoordigers kunnen zich grondig verdiepen in allerlei onderwerpen,
terwijl niet iedere burger daar tijd voor heeft
 Politieke macht verdeeld over meerdere personen en instituties die elkaar
controleren  Trias politica
Andere kenmerken van democratie:
 Democratie moet rechtsstaat zijn, waarin regels gelden voor burgers en overheid 
Inbreng van burgers garanderen
 Individuele vrijheid  Mensen mogen:
 Openlijk mening uiten
 Binnen grenzen van democratisch vastgestelde wetten hun leven inrichten
zoals zij dat zelf willen
 Politieke grondrechten  Bij vrije en geheime verkiezingen kunnen burgers zelf
vertegenwoordigers kiezen én zichzelf verkiesbaar stellen  Door uitbrengen van
stem geven ze bevoegdheid aan persoon of partij, erop vertrouwend dat die de
verkiezingsbeloften probeert waar te maken
 Politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden  Burgers mogen nooit
zomaar worden aangehouden, geweld mag alleen in bepaalde situaties worden
toegepast
 Onafhankelijke rechtspraak  Rechters staan los van parlement en regering en
hoeven uitspraken daar niet te verantwoorden  Politici en burgers moeten
rechterlijke beslissingen respecteren
 Persvrijheid  Massamedia hebben belangrijke functie:
 Controleren machthebbers
 Burgers goed informeren  Burgers kunnen weloverwogen keuzes maken bij
bv. referenda en verkiezingen

Parlementair of presidentieel stelsel
Representatieve democratie  Onderscheid tussen parlementaire en presidentiële stelsel:
Parlementaire stelsel  Rechtstreeks gekozen parlement is hoogste machtsorgaan  Op
basis van samenstelling ervan wordt kabinet geformeerd van ministers en
staatssecretarissen  Moeten te allen tijde verantwoording afleggen aan parlement en dus
indirect aan volk
Landen hebben meestal wel een niet-gekozen staatshoofd van wie macht sterkt beperkt
wordt door grondwet  Staatshoofd is koning = Constitutionele monarchie, bv. Nederland
Presidentieel stelsel = Bevolking kiest niet alleen parlement, maar ook president 
Grondwet kent veel bevoegdheden toe aan president, bv. Frankrijk of VS  President staat
aan hoofd van regering (uitvoerende macht) en kan naar eigen keuze ministers benoemen
en ontslaan  Om macht enigszins te beperken, heeft president in sommige landen geen
ontbindingsrecht = Recht om parlement te ontbinden



2

, Joël Smit | 4Va


De Nederlandse staat
Nederland heeft sinds 1814 constitutionele monarchie  Eerst kon koning veel naar eigen
willekeur beslissen  Veranderde in 1814 toen in Europa revoluties plaatsvonden (niet in
Nederland)
Koning gebonden aan wet en grondwet (= constitutie) en gedwongen zich te houden aan
grenzen die verantwoordelijke regering aangeeft  In democratie kan regering worden
weggestemd, constitutionele monarch en diens (erf)opvolgers blijven  Nederland werd
parlementaire democratie met constitutioneel vorst
Grondwet laat zien hoe belangrijk waarden vrijheid en gelijkheid voor democratie zijn 
Iedereen mag meedoen en zelf bepalen op welke manier diegene gebruikmaakt van
politieke rechten  Zie je terug in grondwet:
 Taken en bevoegdheden van drie politieke machten staan nauwkeurig beschreven
(bv. Kamerlid kan niet ook minister, lid van de Raad van State of lid van Hoge Raad)
 Alle Nederlands vanaf 18 jaar hebben recht om te stemmen en verkozen te worden
 Iedereen mag politieke partij of vereniging oprichten, demonstreren of op andere
manier mening uiten
 Regels voor politieke besluitvorming zijn vastgelegd (bv. wetten worden vastgesteld
door regering en Staten-Generaal samen)
 Overheid laat media vrij, maar moet er ook voor zorgen dat media over juiste
informatie kunnen beschikken

3.1.4 Dictatuur
In dictatuur bestaat dilemma van efficiënt bestuur tegenover maximale participatie
nauwelijks, bv. Noord-Korea, Iran:
 Machthebbers bepalen (bijna) alles zelf
 Kritische participatie van burgers wordt vaak onmogelijk gemaakt
 In vrijwel alle dictaturen is ook sprake van schendingen van mensenrechten
 Sprake van politiek geweld

Kenmerken
Basiskenmerk van dictatuur = Drie machten (wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende) zijn
niet van elkaar gescheiden, maar zijn in handen van kleine groep mensen  Gewone
burgers hebben niet of nauwelijks invloed op politiek en kunnen rechten (als ze die al
hebben) niet opeisen  Dictatuur is dus nooit een rechtsstaat




3

, Joël Smit | 4Va


Andere kenmerken van dictatuur:
 Parlement bestaat uit sympathisanten van machthebbers die met alles akkoord gaan
 Beperkte individuele vrijheid  Grondrechten bestaan meestal niet (bv. vrijheid van
godsdienst, recht op privacy)
 Nauwelijks politieke vrijheid  Politieke tegenstanders worden geïntimideerd,
gevangengezet, gemarteld of vermoord  Soms ook schijnverkiezingen en wint
regeringspartij via verkiezingsfraude
 Dikwijls overheidsgeweld  Machthebbers verdedigen hun macht met harde hand
 Politie, leger en vooral geheime dienst hebben vergaande bevoegdheden
 Geen onafhankelijke rechtspraak  Rechters zijn sympathisanten van machthebbers,
zodat burgers niet kunnen rekenen op bescherming tegen overheid  Bij deze
‘politieke processen’ staat uitkomst dus van tevoren al vast
 Massamedia en kunstuitingen staan onder censuur van overheid  Informatie via
internet wordt gefilterd en kritische bloggers worden gearresteerd
Voordeel dictatuur: Door ontbreken van tegenmacht in vorm van kritische burgers,
oppositie, journalisten en onafhankelijke rechters kunnen machthebbers snel besluiten
nemen
Nadeel dictatuur: Prijs die bevolking hiervoor op het gebied van individuele vrijheid en
rechtszekerheid betaalt is enorm hoog

Soorten dictaturen
Onderscheid tussen ideologische, religieuze en militaire dictaturen
Ideologische dictatuur = Dictatuur gebaseerd op ideologie, bv. Cuba, Noord-Korea:
 Communistische partij heeft alle macht en burgers hebben weinig tot geen
individuele vrijheden
 Politieke invloed alleen voor mensen die ideologie onvoorwaardelijk steunen
 Media, onderwijs en verenigingsleven staan onder strenge controle  Indoctrinatie =
Bevolking krijgt partij-ideologie met de paplepel ingegoten
Religieuze dictatuur = Theocratie = Godsdienst verheven tot staatsideologie, bv. Iran:
 Machtsuitoefening volledig gebaseerd op godsdienst, geestelijk leiders hebben
vergaande invloed op bestuur en dagelijks leven
 Volk kiest een parlement en president, maar voor alle politieke besluiten is
goedkeuring nodig van niet-gekozen geestelijk leiders
Militaire dictatuur = Leger heeft alle macht, bv. Birma (= Myanmar)  Na Tweede
Wereldoorlog kwamen deze vooral in Midden- en Zuid-Amerika voor  VS steunde
sommige van deze regimes uit angst voor communisme




§3.2 Politieke stromingen


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SmitJoël. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 85443 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
  Kopen