100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting & aantekeningen Constitutioneel recht €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting & aantekeningen Constitutioneel recht

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van het boek Staatsrecht, alleen de literatuur die is voorgeschreven voor het vak. Daarnaast ook aantekeningen van werkcolleges en hoorcolleges.

Voorbeeld 4 van de 116  pagina's

  • Ja
  • 30 december 2021
  • 116
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (47)
avatar-seller
sofiekooitje
WEEK 1
Par 1-20
Staatsrecht

Wat is de Staat:
1. Uitoefening van gezag
2. Over burgers (bevolking)
3. Binnen een bepaald territorium (grondgebied)
4. Organisatie (instelling overheid)

Par 1 Staat als object; staatsrecht
Staat als object: object en subject, verschijningsvormen en belangrijkste kenmerken.
Met de term staatsrecht wordt gewoonlijk gedoeld op het recht dat ziet op inhoud en
functioneren van de instellingen van de staat; het omvat mede regels over bevoegdheden
om regels te stellen en besluiten te nemen. Voor de staat geldt de bevoegdheid alleen
wanneer er een bevoegdheidsgrondslag voor bestaat.

Daarnaast gaat het in het staatsrecht om normen die de macht van de staat en zijn organen
reguleren en aan banden leggen.

Het staatsrecht kent zijn subdisciplines: daarbij valt eerst te denken aan het ‘politieke’
staatsrecht; de regels van de bevoegdheden, werkwijze en taken van de politieke organen:
regering en Staten-Generaal.
Decentralisatierecht: het recht van de lagere overheden (gemeenten, provincies,
waterschappen).
Grondrechten: normen die het optreden van de staat aan banden leggen en reguleren.

Par 2 Staat als subject
- Er is sprake van een territoriale organisatie;
- Die gezag over een op het grondgebied woonachtige bevolking uitoefent; en
- Daartoe over machtsmiddelen beschikt, zoals het geweldsmonopolie

Soms wordt ook wel gesproken van een nationale staat; dan wordt aan het op zichzelf
neutrale criterium van een territorium toegevoegd dat de personen onder het gezag en op
het grondgebied van de staat gezamenlijk een zekere eenheid vormen; een natie zijn.

EU is geen staat. De EU voldoet wel aan de kenmerken, maar kan naar de huidige situatie
formeel niet als staat worden gekenschetst. Staatsvorming is gekoppeld aan een eenheid
van een volk. > daarvan is niet altijd sprake; sommige staten omvatten een veelheid van
volken: China & Indonesië.

De naleving van het EU-recht moet in beginsel worden afgedwongen op nationaal niveau
door nationale instanties.

,Par 3 soevereiniteit
1. De internationaalrechtelijke betekenis: een staat heeft op zijn grondgebied het
exclusieve geweldsmonopolie en andere staten mogen zich niet bemoeien met de
interne aangelegenheden van een staat.
2. De aanduiding van waar in een staat het hoogste gezag ligt: welke autoriteit heeft
uiteindelijk het laatste woord. In veel staten en ook in Nederland is dat de
grondwetgever.
3. Het pakket aan bevoegdheden dat in het algemeen cruciaal gevonden wordt om te
kunnen spreken van een ‘soevereine staat’ > geweldsmonopolie, belastingheffing,
defensie en buitenlandse betrekkingen.
4. De filosofische of theoretische grondslag van de staat en het overheidsgezag:
bijvoorbeeld tot de uitdrukking komend in het woord volkssoevereiniteit.

Het hoogste juridische gezag in Nederland is de grondwetgever.

Vanuit internationaalrechtelijk perspectief zijn staten ‘soevereine’ staten; daarmee wordt
bedoeld dat andere staten noch de wereldgemeenschap van staten bevoegd zijn om zich in
te laten met interne aangelegenheden van het desbetreffende land. Een staat is bevoegd om
op het internationale vlak rechtshandelingen te verrichten: verdragen te sluiten, bij te
dragen aan de vorming van gewoonte recht, dan wel internationale organisaties op te
richten of daarbij aan te sluiten.

Het begrip soevereiniteit in relatie tot een staat kan dus verschillende betekenissen hebben:
1. Om aan te geven dat andere staten zich niet in interne aangelegenheden mogen
mengen;
2. Om aan te duiden wie de constituante is van het statelijke gezag;
3. Om te expliciteren welk orgaan binnen de staat de hoogste bevoegdheid toekomt.

De lidstaten zijn gezamenlijk de constituerende macht: zij zijn immers bij machte de
Europese verdragen te wijzigen. > als het waren de EU-grondwetgever.

Par 4 Constitutie, grondwet en staatsrecht
Onder een constitutie verstaan we het geheel van regels en beginselen dat een staat
constitueert en ordent. Een grondwet is het document waarin de meest belangrijke regels
over de staatsorganisatie en de verhouding tussen staat en burgers zijn neergelegd.
Een staat kan niet zonder constitutie maar wel zonder geschreven grondwet.
- Voorbeeld van een staat zonder geschreven grondwet: Verenigd Koninkrijk. De
constitutionele regels zijn neergelegd in wetgeving, gewoonte en rechtersrecht, maar er is
niet één basisdocument waarin de cruciale organisatie en basisregels zijn te vinden.

Geschreven grondwet kan je onderscheiden tussen een flexibele en rigide grondwet.
- Rigide grondwet: als wijziging van de grondwet aan specifieke waarborgen is onderworpen
en dus veel moeilijker is dan het maken van gewone wetgeving. De grondwet is moeilijker te
wijzigen dan de gewone wet. Art. 137 Gw

,- Flexibele grondwet: zij is juridisch relatief eenvoudig, te weten door middel van gewone
wetgeving, te veranderen. In landen met een geschreven grondwet is veelal sprake van een
rigide grondwet.
 Voor Nederland behoeft een grondwetswijziging aanvaarding in het parlement in
twee lezingen, waarbij tussen beide lezingen een verkiezing voor de Tweede Kamer
moet hebben plaatsgevonden en het grondwetsvoorstel in tweede lezing een
tweederdemeerderheid behoeft. De eis van de tweederdemeerderheid ziet uiteraard
op de bescherming van minderheidsbelangen en waarborging van grondwettelijke
stabiliteit. De gedachte achter de twee lezingen is dat de kiezer zich over een
grondwetswijziging kan uitspreken.

Rigiditeit en flexibiliteit kunnen ook in materiële zin worden gedefinieerd. Een grondwet die
moeilijk langs formele weg te wijzigen is kan toch qua inhoud in toepassing en praktijk van
interpretatie veranderen.


Staatsrecht
Het staatsrecht bestaat veelal uit geschreven regels, zoals de regel dat de Tweede
Kamerverkiezingen geschieden op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging, of dat
ministers verantwoordelijk zijn.
Van een ongeschreven staatsrechtelijke regel is sprake als een gewoonte of bestendige
praktijk ook als rechtens juist en geboden wordt beschouwd door de actoren en algemeen
wordt erkend als essentiële staatsrechtelijke regel, en niet als een meer veranderlijke
praktijk.
- Naast een gewoonte in de vorm van regelmatig terugkerend gedrag moet er dus een
algemene rechtsovertuiging zijn dat dat gedrag ook juridisch vereist is. Het probleem is
echter dat er geen orgaan is dat naar huidig recht dwingend kan bepalen dat die
rechtsovertuiging bestaat; Nederland kent geen constitutionele rechter die daartoe bevoegd
is en er is ook geen ander orgaan die daartoe is aangewezen.
- Het houdt het staatsrecht flexibel zodat wetgever en bestuur kunnen inspelen op
veranderende omstandigheden. Draagt een op een bepaald moment bestaande
gedragsregel daaraan niet bij dan moet er in deze visie ruimte zijn om die regel te vervangen
of te wijzigen als de omstandigheden daarom vragen.

Vertrouwensregel: komt erop neer dat een regering/minister het vertrouwen van de Staten-
Generaal dient te hebben, dat wil zeggen dat er sprake is van vertrouwen zolang het
tegendeel niet is gebleken. Deze regel is niet grondwettelijk vastgelegd en evenmin is
beschreven hoe van een gebrek van vertrouwen moet blijken. Helder is wel dat in het geval
expliciet het vertrouwen door een parlementaire meerderheid wordt opgezegd (motie van
wantrouwen) de bewindspersoon ontslag dient in te dienen. Twee situaties:
 Een bewindspersoon acht zich verantwoordelijk voor een specifieke situatie en dient
meteen ontslag in, zonder eerst in het parlement verantwoording af te leggen.
 Of een bewindspersoon acht zich verantwoordelijk en komt er tijdens een
Kamerdebat achter dat er geen vertrouwensbasis meer is voor samenwerking.

, Een tweede ongeschreven staatsrechtelijke regel is dat de Tweede Kamer niet twee keer na
elkaar wordt ontbonden over dezelfde kwestie en dat dientengevolge na de eerste
ontbinding de meerderheidswil doorslaggevend is. Deze regel heeft aan actualiteit verloren
doordat kabinetten de gewoonte hebben ter gelegenheid van een ontbinding van de
Tweede Kamer ontslag aan te bieden opdat na de verkiezingen een nieuwe formatie kan
volgen.

Wantrouwensregel: het vertrouwen is weg, dat moet tot uitdrukking komen. De aard van
het vertrouwen is nodig, je moet dit niet wantrouwen. Zou blijken uit Tweede kamer dat een
minister weg wil, dan moet het weg. Zou de bewindspersoon blijven, is dit een inbreuk op
het recht.
Op internationaal niveau is er niks geregeld op deze vertrouwensregel.

Par 5 Eenheidsstaten en (con)federale staten
Eenheidsstaten: het overheidsgezag berust bij de centrale overheid; aan de centrale
overheid komen in beginsel alle bevoegdheden toe, wel kan decentralisatie (verdeling van
overheidsbevoegdheden over lagere lichamen op regionale of andere grondslag)
plaatsvinden: dan spreken we wel van een gedecentraliseerde eenheidsstaat. In de mate
waarin bevoegdheden en taken aan lagere lichamen zijn toebedeeld kunnen overigens
belangrijke verschillen tussen eenheidsstaten bestaan.

Cruciale verschillen tussen een eenheidsstaat en een federale staat zijn:
1. De garantie in de laatste (grondwettelijk gegarandeerd) dat aan de deelentiteiten
(deelstaten) eigen bevoegdheden (wetgevend en uitvoerend) toekomen waar het
centrale gezag geen inbreuk op mag maken. In een eenheidsstaat kunnen de centrale
regering en wetgever formeel eenvoudiger taken en bevoegdheden opleggen en
ontnemen. Veelal somt de grondwet van een federatie expressis verbis de
bevoegdheden op van het centrale federale gezag waarbij de overige bevoegdheden
toekomen aan de deelstaten.
2. ‘supremacy clause’ > inhoudend dat bij strijd tussen het recht van een deelstaat en
het federale recht, het laatste voorgaat.
3. Kenmerk van een federale staat is de noodzaak om een constitutionele arbiter te
hebben (rechter of een speciaal grondwettelijk hof) dat geschillen kan beslechten
inzake competentieverschillen tussen centrale overheid en de deelstaten (VS,
Supreme Court. Duitsland, Bundesverfassungsgericht)

Federale staten: deelentiteiten bevatten bevoegdheden waar de centrale overheid geen
inbreuk op mag maken.
Eenheidsstaat: aan de centrale overheid komen alle bevoegdheden toe. Decentralisatie is
echter wel mogelijk als ze daartoe macht krijgen van de centrale overheid.

Territorium van Nederland: Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier landen: Nederland,
Curaçao, Sint-Maarten en Aruba.

Voorbeelden van een eenheidsstaat zijn Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sofiekooitje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd