- Persoonlijke analyse
- Titel: Real Earnings Management and Accrual-based Earnings Management in Family Firms
- Onderzoekers: Achleitner, Günther, Kaserer en Siciliano
Real Earnings Management and Accrual-based Earnings Management in Family Firms
Achleitner, Günther, Kaserer en Siciliano (2014)
1. HET (MANAGEMENT) PROBLEEM
1.1 HET PROBLEEM (LEES: PAGINA 431)
In het verleden is al veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen familiebedrijven en de kwaliteit van financial
reporting. De primaire focus ligt hierbij op het onderzoeken naar een relatie tussen winststuring
(earningsmanagement) en openbaarmakingskeuzes (disclosure choices).
Echter delen bestaande studies niet dezelfde conclusies:
▪ Enerzijds concluderen onderzoekers dat de kwaliteit van de informatie en de mate van openbaarmaking
bij familiebedrijven beter is dan bij niet-familiebedrijven.
▪ Anderzijds is het bestuur van familiebedrijven geneigd minder onafhankelijk te zijn en vaak meer wordt
gedomineerd door familieleden. Familiebedrijven zijn geneigd eerder boekhoudkundig te gaan
manipuleren, omdat anders wellicht familieleden een minderheidsbelang krijgen in het bestuur.
Ondanks vele onderzoeken komen er toch tot verschillende conclusies. De onderzoekers zijn van mening dat dit
komt omdat voorgaande onderzoeken zich alleen richtte op acrual based earnings management (hierna: ABEM).
1.2 RELEVANTIE VAN HET ONDERZOEK (LEES: PAGINA 431-433)
Deze paper levert een bijdrage op aan eerdere onderzoeken:
▪ Er wordt namelijk nog een type earnings management overwogen: real earnings management (hierna:
REM).
▪ Er wordt empirisch bewijs geleverd waarom familiebedrijven de keuze maken om earnings
management toe te passen. Dit wordt ondersteund aan de hand van de SEW-theorie (later in stap 5).
2. VANUIT WELK PERSPECTIEF WORDT HET (MANAGEMENT) PROBLEEM ONDERZOCHT?
Het artikel is geschreven vanuit het managementperspectief. Er wordt namelijk gekeken naar het management
van familiebedrijven versus geen-familiebedrijven. Daarnaast kan ook worden gesteld dat het onderzoek deels
is geschreven vanuit het perspectief van de gebruiker. De gebruiker neemt immers op grond van de jaarrekening
een beslissing.
Kortom: het perspectief is primair de aandeelhouder.
3. DE ONDERZOEKSVRAAG
3.1 HET ONDERZOEKSDOEL
Het verkrijgen van kennis en inzicht in de mate waarin de organisatiestructuur (familiebedrijf / niet-
familiebedrijf) invloed heeft op earnings management (ABEM en REM).
3.2 HYPOTHESES (LEES: PAGINA 436)
H1a De hoeveelheid REM van familiebedrijven is lager dan bij niet-familiebedrijven.
H1b De hoeveelheid inkomstenstijging ten aanzien van ABEM bij familiebedrijven is hoger dan bij niet-
familiebedrijven.
H2 De variaties ten aanzien van ABEM praktijken worden geassocieerd met variaties in REM-praktijken bij
familiebedrijven.
1|P a g i n a
, 3.3 DEELVRAGEN
Om antwoord te kunnen geven het onderzoeksdoel zijn de volgende deelvragen in kaart gebracht:
1. In welke mate is bestaat er een relatie de organisatiestructuur (familiebedrijf / niet-familiebedrijf) en
earnings management (REM en ABEM)?
2. Waarom bestaat er een relatie tussen de organisatiestructuur (familiebedrijf / niet-familiebedrijf) en
earningsmanagement (REM en ABEM)?
3. Wordt er minder REM toegepast bij familiebedrijven dan bij niet-familiebedrijven?
4. Wordt er meer REM toegepast bij familiebedrijven dan bij niet-familiebedrijven?
5. Leidt ABEM automatisch tot meer REM bij familiebedrijven?
6. Waarom is er een verschil in ‘earnings management’ tussen familiebedrijven en niet-familiebedrijven?
4. HET CONCEPTUEEL MODEL
Er is sprake van een verkennend (exploratief) onderzoek. Op basis van voorgaand onderzoek en algemeen
geaccepteerde theorieën en logisch redeneren is het conceptueel model opgesteld.
Onafhankelijke variabele H1a Afhankelijke variabele
Eigendomsstructuur * REM
5.1 DE THEORIE
Theorie
De link tussen familiebedrijven en REM/ABEM wordt ondersteund door de sociomotional wealth (SEW) theorie.
Dit betekent vrij vertaald: de sociaal emotionele rijkdom theorie. SEW beweert dat de handelingen van
familieleden ten aanzien van economische kwesties afhankelijke is in de mate waarin het hen sociaal/emotioneel
raakt. Familiebedrijven vertonen dus minder opportunistisch gedrag t.o.v. niet-familiebedrijven. Deze theorie
verondersteld dus:
▪ Minder REM bij familiebedrijven
▪ Minder ABEM bij familiebedrijven
Hierbij is REM een effect op lange termijn en ABEM een effect op korte termijn. De onderzoekers halen kort de
agency theorie aan, maar deze wordt buiten beschouwing gelaten omdat hier geen richting in zit. In de SEW
theorie zit wél een richting.
2|P a g i n a
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Nyenrode23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.