Etnografie En Beoordelingsleer Van De Huisdieren (FBDDIE1042)
College aantekeningen
alles over etnografie en beoordelingsleer, notities van lessen alles wat er vermeld moet worden
4 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Etnografie En Beoordelingsleer Van De Huisdieren (FBDDIE1042)
Instelling
Universiteit Antwerpen (UA)
Het document bestaat uit alle diersoorten die tijdens deze les besproken worden, alle nodige informatie dat belangrijk is + alles is genoteerd wat de prof heeft gezegd. natuurlijk moet je ook nog uit de curcus zelf leren, maar dit is al een groot deel
Etnografie En Beoordelingsleer Van De Huisdieren (FBDDIE1042)
Alle documenten voor dit vak (21)
Verkoper
Volgen
diergeneeskundestudent2022
Voorbeeld van de inhoud
Het signalement
Aftekeningen en bijzonder kentekens : de ledematen
• aanwezigheid van witte haarvelden op uiteinden van de ledematen = typisch voor het paard
• vertrekken vanuit de hoefstreek naar boven toe
• deze aftekeningen worden in het signalement beschreven in functie van
- hun uitgestrektheid
- hun vorm
• met uitdrukkelijke vermelding van het betreffende been (LV, LA, RV, RA)
• vanuit het standpunt van het paard!!!
• naargelang de uitgestrektheid:
- witte haren nemen NIET de volledig hoefomtrek in: enkele witte haren; witte hoefballen, witte hoefbal aan buiten- of binnenzijde; witte
kroon; halve witte kroon aan buiten- of binnenzijde
- witte kroonrand of zoom = omringt ter hoogte van de kroon slechts de behaarde rand boven de hoef, max 3 cm breed
- sokje = bereikt de volledig omtrek van de kootstreek
- sok = bereikt en overschrijdt de volledige omtrek van het kogelgewricht
- witvoet of grote sok = bereikt de volledige omtrek van het onderste vierde van de pijp
- half gelaarsd, grote witvoet, half witbeen = bereikt of overschrijdt de volledige omtrek van de onderste helft van de pijp
- gelaarsd, witbeen = bereikt of overschrijdt de volledige omtrek van de voorknie of de sprong
- hoog gelaarsd, hoog witbeen = bedekt een duidelijk deel van de volledig omtrek van de voorarm of de schenkel
• Naargelang de vorm en de ligging
- onregelmatige, getande, verlengde, spits uitlopende … (naam aftekening)
- … (naam aftekening) oplopend naar boven, naar achter en/of naar binnen, naar buiten
de kleur van de hoef zal altijd hetzelfde blijven, de rand zoals hoef 2 kan wel verdwijnen
Aftekeningen en bijzondere kentekens: HAARWERVELS
• haarwervels (aren of kruinen) vindt men op plaatsen waar de inplantingsrichting van de haren verandert
• voorhoofd, halsstreek (ook onder de manen!), voorborst, oksel, heupen, flanken, liesplooi
• = bestendige, onveranderlijke eigenschap: moet opgenomen worden in het signalement mét nauwkeurige plaatsbeschrijving
• men onderscheidt meestal
- haarwervels op voorhoofd en de halsstreek: moeten voor ALLE paarden aangegeven worden
- bij effenkleurige paarden zonder aftekekningen zijn het dikwijls de einige middelen om onderscheid te maken met andere paarden: overal
op het lichaam nauwkeurig optekenen!
• men dient meer aandacht aan haarwervels te besteden naarmate er minder andere discriminderende eigenschappen zijn
• 2 hoofdsoorten:
- meest voorkomende enkelvoudige haarwervels = haarwortels opgesteld via een enkelvoudig basispatroon
o met een centrum: convergerend of divergerend
o Veervormig
- de dubbele haarwervels = haarwortels opgesteld volgens een dubbel concentrisch patroon: hartvormig, stervormig, rond …
Beoordeling exterieur
Het paard in zijn geheel
• beoordeling in functie van gebruiksdoel: trekpaard, renpaard, springpaard ...
• vierkant staan
• gewichtsverdeling is belangrijk = in balans
• paard moet een ‘atleet’ zijn, ‘schoonheid’ kan worden gevat in:
- goede proporties van de onderdelen (correcte balans)
- een symmetrische bouw
- stevig evenwicht
• ‘schoonheid’ mag niet los beoordeeld worden van ‘efficiëntie’, voorbeeld Engelse volbloed deze zijn vooral gefokt voor snelheid
Het paard in zijn geheel : evenwicht
• het ‘evenwicht’ omvat de verdeling van de krachten rond het zwaartepunt =
- in de lengterichting te situeren iets achter het achterste uiteinde van het borstbeen
- in de hoogte op de grens tussen het onderste en het middenste derde van de borstkorf
- in een vlak dat het paard van hoofd naar staart in twee gelijke helften verdeelt
, • de verdeling van het lichaamsgewicht:
- de voorste helft van het paard neemt 5/9 in
- de achterste helft neemt 4/9 in
- in rust weegt de voorste helft dus ongeveer 1/9 meer dan de achterste
• evenwicht vereist dat: loodlijn uit het zwaartepunt binnen het steunvlak valt dat begrensd wordt door de rechte lijnen die de buitenzijde van de vier
hoeven met elkaar verbinden
• steunvlak = trapezium, vooraan breder dan achteraan
• evenwicht = stabieler naarmate steunvlak groter is
• evenwicht = stabieler naarmate zwaartepunt lager licht
• evenwicht = stabieler indien zwaartepunt centraler
• o.a. bepalend voor het evenwicht:
- extreem lange of korte hals
- hoge of korte benen
- disproporties allerhande
het paard in zijn geheel : symmetrie en balans
• bij de beoordeling van symmetrie en balans zijn vooral de hoofdlengte en de kruislengte belangrijke eenheidsmaten
• hoofdlengte = afstand van nek naar bovenlip (zijdelings aan het hoofd gemeten)
• kruislengte = afstand van zijdelingse heupbeenuitsteeksel naar de zitbeenknobbel
• deze eenheidsmaten, helften en veelvouden ervan worden teruggevonden onder de vorm van anatomische afstanden = symmetrie en balans van
een paard cfr. Bourgelat!
• even belangrijk zijn echter:
- de gewenste hoekvormingen tussen de onderdelen (van het skelet)
- en de verhoudingen van de lichaamsmaten
• belangrijkste verhoudingen:
- kaliber = gewicht gedeeld door de schofthoogte
- borstdiepte-index = borstdiepte/schofthoogte: bij volbloeden 40%, bij halfbloeden 45% en bij trekpaarden 50% ( borstdiepte en
schofthoogte is ong gelijk)
• pijpbeensterkte = omtrek voorpijp gedeeld door lichaamsgewicht (groter bij renpaarden dan bij trekpaarden) zegt ook iets over de sterkte van dat
pijpbeen.
• zijdelingse lichaamsformaat = schofthoogte gedeeld door de romplengte (de romplengte is de afstand tussen de voor- en achterbenen)
vierkant en rechthoek paard
waarom verschil tussen vierkant en rechthoekig paard?
Gemakkelijker te verzamelen ( vierkant paard), vierkant paard is gemakkelijker onder je te krijgen
Jumpingruiteres → liever rechthoekig paard, hebben een ruimere gang, benen staan wat verder uit elkaar dus meer plaats.
Ook voor snelheid de engelse volbloed.
Het is belangrijk voor gebruiksdoel
Het paard in zijn geheel: andere karakteristieken
• geslacht: secundaire geslachtskenmerken
• leeftijd
- veulens : hoogbeniger, lagere schoft, andere vorm van het hoofd
- veroudering: veranderde verhouding hoogte – lengte, afname gespierdheid
• OPMERKING 1: ‘foutloze’ dieren bestaan niet, het is niet dat een dier een bepaalde fout heeft dat hij niet kan springen,…
• OPMERKING 2: ‘fouten’ beoordelen is niet makkelijk: eindeloze discussies op keuringen
• OPMERKING 3:
- rekening houden met nagestreefde ‘rasstandaard’, wat wordt er voorgeschreven voor een bepaald ras
- rekening houden met de erfelijkheid van bepaalde afwijkingen, paarden graag met zwaardere benen → veulen kan dan weer problemen
hebben.
- in de eindafrekening van een paard rekening houden met gebruiksdoel
de lichaamsstreken, paard in RUST
• bespreking van het NORMALE en GEZONDE paard
• afwijkingen en pathologie komen verder in de opleiding aan bod
• sommige exterieur-afwijkingen zullen wél kort besproken worden
• lichaam van het paard wordt onderverdeeld in:
- hoofd, nek en hals
- de voorhand
- de middenhand
- de achterhand
- de ledematen (benen)
de lichaamsstreken, paard in rust : HOOFD
, • benig gedeelte: schedel met bovenkaak (maxilla) en onderkaak (mandibula)
• volgroeid op leeftijd van 5 jaar
• gewicht: 15-25 kg
• volume van het hoofd moet in proportie staan met de rest van het lichaam
• belangrijke kenmerken:
- behoorlijke lengte van kruin( tussen de 2 oren) tot neustop, lang voorhoofd
- voldoende breed tussen de oogbogen en op de neus
- voldoende diepte van de oogbogen tot de kaakrand
- meestal een rechte profiellijn, maar rasgebonden variatie!
• de huid moet relatief ‘dun’ zijn en aldus bijdragen tot een ‘droog’ uitzicht van het hoofd: spieren, bloedvaten en benige uitsteeksels zijn goed
zichtbaar
• droog = weinig onderhuids bindweefsel en vet, geen abnormale zwelllingen, ‘strak’
• de maantop op het voorhoofd moet ‘droog’ zijn en vrij van kwetsuren
• de oren: kort en spits, rechtopstaand, beweeglijk en goed ingeplant
• oorschelpen moeten goed beweeglijk zijn om zo uiting te geven aan de gemoedstoestand van het paard
• de ogen zijn zijdelings ingeplant, moeten groot en levendig zijn, hebben derde ooglid waar iets achter kan geraken zoals graan,… dit kan krassen
maken
• de lippen: fijn, soepel en beweeglijk (grijporgaan), zeer gevoelig, zonder littekens en gesloten!
• de neusgaten:
- droog, open
- binnenste neusvleugel = stug kraakbeen; buitenste = dunne huid
- lichte, klare neusvloei is toegelaten, geen pus!
- bij opensperren van de neusgaten: vochtig neusslijmvlies zichtbaar = roze in rust, rood bij inspanning
- paarden ademen enkel langs de neusgaten, naganoeg niet via de mond (anatomie)
• de onderzijde van hoofd en keel moeten droog zijn
• de lymfe- en speekselklieren mogen niet gezwollen zijn
• juist voor de kaakronding moet de slagader (arterie) voelbaar zijn waar de polsslag kan gevoeld worden
• de keel moet voldoende breed zijn ( rasgebonden)
• de tong moet de onderzijde van het hoofd opvullen, moet beweeglijk zijn en mag niet uit de mond hangen
• de mondholte:
- regelmatige slijtage van de tanden (zie hoger)
- geen littekens op de onderkaaklagen waar bit op rust
- gehemelte moet gaaf zijn
hoofd wordt ook wel droog genoemd, mooi en zuiver. Geen insecten beten,…
profiellijn recht
droog: alles strak, geen bindweefsel, geen vet, geen oedeem,…
vistels, opening waar soms vocht uit komt
tandvistel komt ook voor
de lichaamsstreken, paard in rust: HOOFD- afwijkingen
• wigvormig hoofd:
- vooral in de neus- en lippenstreek smal en ondiep hoofd
- normaal bij veulens
- bij sommige rassen als ras-kenmerk (Arabier)
• littekens aan slapen en wangen (eerdere trauma’s, verwondingen)
• diepe slaapgroeven: van ouderdom of ondervoeding
• te zwaar ‘beladen’ wangen of weggesmolten wangen (door spieratrofie), bij oudere paarden soms te zien
• aan de profiellijn van het hoofd:
- ramshoofd = bol opgebogen over de volledige lengte (= convex); zorgt voor een grove, onedele expressie; frequent en voorbijgaand bij
veulens
- half ramshoofd = alleen de neuslijn is bol opgebogen, het voorhoofd is rechtiellijn
- snoekshoofd = ingevallen holle of ‘concave’ proffiellijn (Arabische volbloed, raskenmerk, zeer uitgesproken in sommige bloedlijnen)
• aan de ogen:
- ringogen (erfelijk) = buitenste wit van de oogbol (sclera) is zichtbaar; wordt als ‘onesthetisch’ ervaren, maar raskenmerk bij Appaloosa
- glasogen (erfelijk) = het regenboogvlies (iris) is blauw of nauwelijks gepigmenteerd, vooral bij paarden met een cremello of perlino
haarkleed (zie verdunde kleuren)
- valkoog = lichtbruine, eikenhoutkleurige iris, dikwijls bij paarden met isabel of valk kleurig haarkleed
, - staar – grauwe staar = volledige of gedeeltelijke vertroebeling van de ooglens (staarvlek of staarpunt)
- traanoog = wijst op een ontsteking
- ongelijke ogen = schoonheidsfoutjes, dikwijls ten gevolge van littekens
- spekoog = zwelling van het derde ooglid (membrana nictitans)
• Verkeerde positie van de oogleden
- entropion = ooglid naar binnen gekeerd, wimpers irriteren het oog
- ectropion = ooglid naar buiten gekeerd, roze slijmvlies is zichtbaar, mogelijk uitdroging
- ankyloblepharon = de randen van de oogleden zijn vergroeid
- symblepharon = ooglid zit vast gegroeid op de oogbol
• Afwijkingen aan het gezichtsvermogen:
- paarden hebben een beperkt dieptezicht (zie fysiologie) door zijdelings ingeplante ogen
- paarden die slecht zien = schichtig en wantrouwig
- éénogig paard draait het hoofd om te kijken
- blind paard kan nog als trekpaard worden gebruikt in combinatie met normaal paard
- reactie op licht controleren aan de hand van de pupilreflex
- controle op normaal zichtvermogen!
• afwijkingen aan de lippen:
- littekens op de bovenlip: veelvuldig gebruik van de neusknijper of ‘praam’, indicatie voor ‘moeilijk’ handelbaar paard
- afhangende lippen bij een lusteloos of oud paard
- beweeglijkheid moet in orde zijn (dikwijls storingen na paralyse)
• afwijkingen aan de neusgaten:
- soms zijn de neusgaten te nauw: hinderlijk bij werken en rennen
- ‘slaande’ neusvleugels: wijzen op ademhalingsproblemen (‘dempigheid’)
• Afwijkingen aan de onderzijde van hoofd en keel:
- speekselklierfistels
- littekens ter hoogte van het strottenhoofd na operatie voor ‘cornage’ (verlamming van stembanden) of lymfeklierabcessen
• Afwijkingen in de mondholte:
- gekwetst gehemelte door tandproblemen
- soms gespleten gehemelte (erfelijk!): voedsel komt door de neusgaten/ slecht ruikende uitgeademde lucht
- voedselproppen tussen tanden en wangen of in de voederbak: wijzen op tandproblemen
- een ‘te gevoelige mond’ = wanneer de tong te laag in de mond ligt, waardoor het mondstuk vooral (te hard) op de lagen drukt waardoor
kwetsuren ontstaan ( bit te veel druk in de lagen, als tong laag in de mond ligt gaat het paard meer druk ondervinden)
- een ‘te harde mond’ = wanneer de tong te hoog boven de lagen uitsteekt, waardoor het mondstuk bijna alleen op de minder gevoelige tong
en onderlip drukt en te weinig op de lagen: mogelijke kwetsuren omdat de ‘hulpen’ té sterk moeten gegeven worden ( paard voelt de halve
op houdingen niet meer in de lagen)
de lichaamsstreken, paard in RUST: NEK
• verbindingsstuk tussen het achterhoofd en de hals, ondersteund door het
atlanto-occipitaal gewricht
• hoofd kan in alle richtingen bewegen ten opzichte van de hals: bol-gewricht
• hoofd moet ‘hoog’ aangehecht zijn, met het oog op goede bewegingsmogelijkheden
• brede nek gaat samen met breed hoofd
• ‘goed aangezet’ hoofd
- vormt een hoek van 90° met de hals
- en een hoek van 45° met de (horizontale) bodem
de lichaamsstreken, paard in RUST: NEK-afwijkingen:
• kwetsuren door bindstelsel, paardentuig en nekbuilen, nekfistels
• té vertikaal gedragen hoofd belemmert de ademhaling, bemoeilijkt het bewaren van het venwicht en het mennen
• té horizontaal gedragen hoofd verhoogt de snelheid daar de voorhand meer belast wordt; belemmert het nemen van hindernissen omdat het zicht
vermindert … ‘het paard draagt de neus in de wind’
• paarden die het hoofd té hoog dragen noemt men ‘sterrenkijkers’
de lichaamsstreken, paard in RUST: HALS
• speelt belangrijke rol in de regeling van het evenwicht
• hals vormt samen met het hoofd de ‘hoofd-hals’slinger (‘cephalo-cervicale’ slinger)
• horizontale strekking van de hals
- = hogere belasting van de voorhand (evenwichtscentrum naar voor)
- = ontlasting van de achterhand (die het impulscentrum van de beweging is)
- schouder komt rechter te staan
- bevordert de paslengte en de snelheid
• vertikaal opheffen van de hals + aandrukken van het hoofd tegen de hals
- verplaatst zwaartepunt meer naar achter
- ontlast de voorhand
- belast de achterhand
- paslengte verkleint en de snelheid neemt af
- ‘verheven’ gangen worden bevordert
- schouder goed schuin
de lichaamsstreken, paard in RUST: HALS
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper diergeneeskundestudent2022. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.