100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen en kort literatuuroverzicht 'In the best interest of the child' €5,79   In winkelwagen

College aantekeningen

Uitgebreide collegeaantekeningen en kort literatuuroverzicht 'In the best interest of the child'

1 beoordeling
 141 keer bekeken  25 keer verkocht

Dit document bevat allereerst uitgebreide aantekeningen, soms aangevuld met de voorgeschreven literatuur (t/m pagina 33). Daarnaast bestaat pagina 34 t/m 40 uit een kort literatuuroverzicht van alle voorgeschreven literatuur. Per hoofdstuk uit een boek of artikel wordt puntsgewijs de essentie weerg...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 40  pagina's

  • 10 januari 2022
  • 40
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Dr. piet van der ploeg
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (19)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: janinehoiting7 • 10 maanden geleden

avatar-seller
AMBR
College aantekeningen: In the best interest of the child

College 1

“In the best interest of the child”
Hoe we (verzorgers, leraren, jeugdbescherming, politici, etc.) beslissingen nemen over
kinderen/minderjarigen.
Elementair moreel en rechtelijk principe. Een van de principes die dominant is geworden in dit
nadenken: in the best interest of the child. We moeten ervaren dat dat principe op het eerste gezicht
wel eenvoudig lijkt (dat het belang van het kind voorop staat en hier doen we alles voor), maar het is
toch een lastig criterium in de praktijk. Met het kader zijn we er nog lang niet. We moeten steeds
goed kijken wat er aan de hand is en wie er betrokken zijn. Wat zijn belangen, opvattingen, etc., en
dit moeten we afwegen om tot een principe te komen.
Er zijn vier problemen met dit principe. Principe is niet maar zo toe te passen, vanwege (o.m.):
 Belangen anderen? Als we over kinderen beslissen, dan hebben we niet alleen met de
belangen van kinderen te maken. Er spelen ook andere mensen een rol.
 Wat is belang? Het staat altijd ter discussie en moet altijd onderzocht worden wat dan
precies het belang is.
 Wie bepaalt wat belang is? Stel dat ouders en professionals het oneens zijn, wiens visie geeft
dan de doorslag?
 Hoe bepalen wat belang is? Stel dat professionals het onderling oneens zijn, of de rechter is
het niet eens met de jeugdzorger, welke manier van denken is dan wel geldig en welke
manier niet? Wat is geldige bewijsvoering?

Voorbeeld 1 (is bijvoorbeeld ook een onderwerp om in de podcast te behandelen)
“Het prikken van de kleinsten is in strijd met de kinderrechten.”
Mogen we minderjarigen een prik geven in de poging het coronavirus terug te dringen? De
Kinderombudsman (verdediger van de kinderrechten) had betoogd dat dit in strijd is met de
kinderrechten. Wanneer we de kinderen prikken is dit niet in eigen belang (want zij hebben er zelf
geen last van). Je doet het voor de maatschappij, en je gebruikt/zet de kinderen dus in tegen een
maatschappelijk probleem. In het belang van het kind moet je het niet doen, want er is lichamelijke
integriteit (beslis over je eigen lichaam) en ze hebben er ook nog eens misschien last van (en geen
voordeel).
 Belangen anderen? Maar we hebben ook te maken met belangen van anderen (ouders,
maatschappij, etc.). Je moet ook rekening houden met deze belangen. Belangen kunnen ook
botsen met andere kinderen. Voorbeeld: wanneer jeugdrechters beslissingen moeten nemen
kunnen ze niet zeggen dat ze niks te maken hebben met andere belangen. Een voorbeeld van
belangen van anderen is of je leerlingen die gedragsmoeilijk zijn apart mag zeggen/schorsen.
Want je moet ook belangen van andere kinderen meenemen. Het schorsen zou tegen het
belang van het kind ingaan, maar er zitten natuurlijk nog meer kinderen in de klas die ook
een belang hebben. Ook die belangen (van anderen) moet je meenemen.
 Wat is het belang? Ergens is het belang ook van het kind dat ze in een omgeving leven die
niet te veel ontregeld is door bijv. lockdowns. Is het dan niet toch belang bevorderd omdat je
met het prikken van kinderen ervoor zorgt dat het fijner leven wordt? Moeten we het belang
dan even wat ruimer bekijken?
We moeten ons realiseren dat deze vragen steeds moeten terugkomen in besluitvorming, en dat je
dus niet puur ‘van het belang van het kind’ kunt uitgaan.

,Voorbeeld 2
Protestacties
 Ouders en onderwijsprofessionals protesteren tegen het onderwijsbeleid waarin er veel
nadruk ligt op testen/toetsen. Al bij hele jonge kinderen wordt nagegaan wat leerprestaties
zijn en hoe ze vooruitgaan. Bij deze protesten zijn kinderen en leerlingen ingezet. Hier
ontstond commotie over: je mag toch niet de kinderen gebruiken om jouw mening naar
voren te schuiven? Die kinderen hebben geen mening of enkel idee hierover. Er wordt dan
tegen het belang van het kind ingegaan.
 Black lives matter demonstratie. Ook daar liepen kinderen mee. Het meisje op de foto was
zeer fanatiek hierin, en haar moeder had dat met trots op twitter gezet. Veel reactie over dat
dit echt niet zou kunnen.
 Nog een demonstratie voor anti-abortus. Ook hier lopen veel kinderen mee. Hebben zij enig
benul waar het over gaat?

Mag je een kind meenemen naar een demonstratie? We moeten ons dan alle bovenstaande dingen
weer afvragen. Welke belangen zijn er nog meer? Wat is precies in het belang?
Hangt dat ook nog af van de aard/inzet van de demonstratie?
 Huiswerkopdracht

Rechten (volgens Houlgate)
Er zijn verschillende soorten rechten (de relatie tussen right-holders en right-regarders).
 Claim: een claim dat de rechthebbende heeft op de plichtsdrager om een handeling te
verrichten of na te laten. Bijvoorbeeld een kind (rechthebbende) dat recht heeft op voedsel,
kleding en onderdak van ouders (plichtdragers). En als dit niet gebeurt kan de
rechthebbende dwangmaatregelen gebruiken om alsnog het doel te bereiken. Er is geen
keuze mogelijk, het moet gewoon.
 Liberty (of privilege)/vrijheid (of voorrecht): uitgesloten zijn van de beweringen van een
ander dat je een handeling doet of nalaat die anderen moeten doen of nalaten te doen. Een
individu heeft het recht om bepaalde dingen te kunnen doen, buiten de claim van anderen.
Bijvoorbeeld een volwassene dat recht heeft op het verkrijgen van een rijbewijs.
 Power/macht: bijvoorbeeld trouwen. Zeggen dat een volwassene, maar geen kind het recht
heeft om te trouwen, is beweren dat ze niet de macht heeft om haar juridische relatie met
een ander te veranderen van ongehuwd naar gehuwd. Het is een macht om iets te doen.
niet iedereen kan dat, maar jij op dat moment wel.
 Immunity/immuniteit: kinderen hebben soms een immuniteit van het hebben van bepaalde
rechten of aanspraken die niet door anderen gewijzigd kan worden. Dit is het recht om niet
aan bepaalde machten te voldoen. Bijvoorbeeld het recht op een erfenis als een van de
ouders overlijdt. De rechtsverhouding tot de ouder kan niet worden gewijzigd.
Onderzoek van deze rechtenrelaties geeft de volgende contrasten en vergelijkingen. Een voorrecht is
een vrijheid van de aanspraak van een ander. Als u het voorrecht heeft om auto te rijden, dan heeft
niemand het recht [claim] om u hiervan te weerhouden. Een immuniteit is iemands vrijheid van de
macht of controle van een ander met betrekking tot een juridische relatie. Als u immuniteit hebt om
niet tegen uw echtgenoot te getuigen in een rechtbank, dan bent u vrij van de bevoegdheid van de
rechtbank om die getuigenis af te dwingen.

Niveaus van oordelen
 Moreel: nagaan wat goed/fout is, wat mag/mag niet? Ethische/alledaagse manier van
kijken/afwegen.
 Juridisch: wat meestal speelt is hoe het juridisch en grondrechtelijk is. Of het nou goed of
fout is, mag het juridisch? Heel precies volgens de regels.
 Grondrechtelijk: en mag het ook volgens de grondrechten? Dat is nog weer meer
internationaal.

,Verschillende niveaus lijden tot verschillende discussies en kunnen andere uitkomsten hebben.

Grondwettelijke theorieën over de rechten van kinderen (Houlgate)
Dilemma’s hierin doen zich voor als men de keuze krijgt tussen twee of meer alternatieven, elk met
ongewenst resultaat. Zelfs het Hooggerechtshof lijkt het moeilijk te hebben met uitspraken over
grondwettelijke spraakrechten van kinderen. Er zijn dan namelijk twee manieren om kinderen in te
delen: als personen met grondrechten die de staat moet respecteren en als niet-personen die in
hechtenis zijn. Tactiek is dan om een alternatief te vinden dat wel een gewenst resultaat heeft. Er zijn
3 alternatieve theorieën:
 Grondrechten van kinderen zijn rechten waarvan de reikwijdte beperkter is dan de reikwijdte
van de grondrechten van volwassenen
 Grondrechten van kinderen zijn rechten die kunnen worden gecompenseerd door
belangrijke familiebelangen of staatsbelangen die niet opwegen tegen rechten van
volwassenen
 Grondrechten van kinderen zijn trustrechten die kinderen bezitten, maar in sommige
gevallen terecht ook weer afgenomen kunnen worden.

Aspecten van rechten, bijvoorbeeld:
 Ouderrecht (vs. kinderrecht)
 Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Maar in hoeverre ben je dan vrij?
 Bescherming tegen exploitatie. Bescherming tegen gebruik en misbruik. Dit is door het
suprême court heel ernstig en serieus genomen. Door critici is deze exploitatie sterk naar
voren geschoven, het is een soort kinderarbeid.
 Non-discriminatie; gelijkheid voor de wet. Je mag andere ouders niet toestaan aan Jehova’s
getuigen te verbieden kinderen mee te nemen, als andere ouders wel kinderen mee mogen
nemen naar de kerk.
 Vrijheid van meningsuiting
 Vrijheid van vereniging en vergadering
 Lichamelijke integriteit
 Privacy
Deze aspecten komen in wetten/juridische documenten en grondrechten voor.

Voorbeeld 1: Evangeliseren
Familie Jehova’s getuigen. Zij gaan als familie langs de deur om het evangelie te brengen. Volgens
sommige deskundigen is dit vergelijkbaar met de demonstraties. Mag dat dan? Mag je kinderen op
die manier inzetten? Of misbruik je ze dan? Mag je je eigen mening/overtuiging zo opleggen? Maar
aan de andere kant hoort godsdienstige opvoeding erbij. Hier zijn verschillende rechtszaken over
geweest en zelfs in de suprême court behandeld/besproken. Daar wordt heel zorgvuldig argumenten
overwogen. De argumentaties zijn vaak leerzaam over hoe je moreel kunt denken. Heel veel van de
aspecten die over het algemeen wel relevant zijn, komen in deze casus voor. Zie bovenstaand rijtje
met aspecten.

Relevante aspecten in dit voorbeeld:
• Arbeid (bescherming tegen exploitatie)
• Godsdienstvrijheid (vereniging/vergadering, meningsuiting)
• Ouderrecht (opvoeding, privacy): bijv. privacy dat anderen zich niet bemoeien.
• Non-discriminatie (gelijkheid voor de wet): voor iedereen is het gelijk. Als je dit verbiedt,
moet je ook verbieden dat ouders kinderen meenemen naar de kerk.

Wat preciezer kijken naar wetgeving:
Als dit in Nederland zou spelen, wat zou er dan wettelijk en grondrechtelijk gezien relevant zijn?
Wetten :

, • Burgerlijkwetboek (in dit geval)
o Arbeidsrecht: dat mag niet, want het is kinderarbeid omdat ze iets verkopen.
Wanneer mogen kinderen wel/niet werken? Kinderen vanaf 16 mogen alle soorten
werk doen, vanaf 13 met specifieke voorwaarden. Onder de 13 mogen ze niet
werken, met bepaalde uitzonderingen (bijv. als ze een ontheffing krijgen voor het
verbod). Als dit bijv. in de privésfeer is, zou het weer mogen. Maar dit is misschien
geen privésfeer, omdat er andere mensen bij betrokken worden.
o Personen- en familierecht: wanneer ouders hierop bekritiseerd worden, wordt er
gezegd dat ouders hun kinderen gebruiken ten behoeve van doelen van de ouders
die niks met opvoeding te maken hebben. In dit wetboek staan regels voor hoe
ouders met hun kinderen moeten omgaan. Dit moet altijd gericht zijn op het welzijn
van de kinderen. In het voorbeeld worden kinderen als instrument gebruikt. Op z’n
argument vindt de rechter dat ouders de vrijheid/ruimte om dit naar eigen
overtuiging zo goed mogelijk in te richten. Ouders hebben de nodige speelruimte om
het op hun eigen manier te doen. Als hierover onenigheid is, kan het zijn dat er weer
naar de grondrechten gekeken wordt. Dan is het standpunt dat buitenstaanders niks
te zeggen hebben over wat ouders qua opvoeding en geloof met kinderen doen.
Ouderrecht zou anders worden aangetast: ouders moeten de gelegenheid krijgen om
overeenkomstig hun overtuiging/traditie mogen grootbrengen.
• Grondrechten:
o Grondwet. Maar: als het wetboek in strijd is met grondrechten of als het wetboek
niet duidelijk is, moet een rechter kijken naar grondrechten. Het is uiteindelijk een
uiting van je godsdienst (geloof verspreiden hoort bij het geloof). Als ouders dus hun
kind meenemen, zijn ze godsdienst aan het verspreiden. Dit wordt verdedigd door de
grondwet, dus zou het weer wel mogen.
o Kinderrechtenverdrag (IVRK)
o Mensenrechtenverdragen (bijv. EVRM)
Mensen kunnen vanuit verschillende wetten/rechten standpunten innemen, wat weer leidt tot veel
discussie. Er is hier bijvoorbeeld weer veel gedoe over geweest. Aan de ene kant hoort het bij de
privésfeer, omdat je je geloof uit (grondrecht). Aan de andere kant is het niet alleen in privésfeer, dus
mag niet (wetboek).

Procedure: wetten geven de wettelijke regels aan. We gaan ervan uit dat deze regels overeenkomen
met de grondrechten (zijn er uitdrukkingen van). Maar in specifieke gevallen kan het zijn dat bij de
interpretaties conflicten ontstaan. Er worden wettelijke uitspraken gedaan en dan wordt er gekeken
of die uitspraken te bekritiseren/bevestigen zijn met de grondrechten.

Voorbeeld 2: Commiteren
Kinderen elke dag/elke week de groet laten brengen aan de Amerikaanse vlag op school. Kinderen
laten zo zien dat ze eerbied hebben voor wat in Amerika als de waarden en normen die we
gemeenschappelijk delen (solidariteit, gelijkheid, etc.). Hier is veel tegen geprotesteerd door Jehova’s
getuigen. In de jaren ‘20/’30 heeft dit tot grote problemen geleid. Jehova’s getuigen zeiden dat ze
niet mee mochten doen, maar ze werden door school gedwongen om mee te doen. Jehova’s
getuigen gingen naar de rechter. Rechter gaf geen gelijk, want vaderlandsbelang gaat boven
godsdienstvrijheid. We mogen dus kinderen verplichten. Jehova’s bleven in hoger beroep gaan. Hier
is uiteindelijk besloten dat de beslissingen ongedaan moeten worden, omdat de godsdienstvrijheid
zo belangrijk recht is dat de staat daar nooit inbreuk over mag maken.
• Juridisch: onderwijswetten die voorschrijven die leerlingen dat moeten doen.
• Grondrechtelijk: grondrechtelijk gezien (op basis van godsdienstvrijheid en vrijheid van
levensovertuiging) kloppen de onderwijswetten op dit punt niet. Ouders mogen bezwaar
aantekenen en de kinderen mogen niet gedwongen worden zich aan de wetten te houden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AMBR. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83430 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,79  25x  verkocht
  • (1)
  Kopen