Onderwijswetenschappen
Hoorcollege 1 – 10/11/2021
Inleiding
Onderwijs en opvoeding zijn nauw verwant;
- Ouders en/of verzorgers krijgen een steeds belangrijkere stem in onderwijs op school,
bemoeien zich met wat op school gebeurd (huiswerkbegleiding).
- Leerkrachten spelen een actievere rol in de opvoeding.
Leraren moeten zich steeds meer gaan bezigheden met opvoedkundige thema’s.
Leraren zijn in staat te signaleren wanneer de ontwikkeling minder goed of snel gaat
dan zou moeten verwachten, en kan hierbij een (school)psycholoog en ouders
inschakelen.
- School zit in mesosysteem van opvoeding; Ecological Theory -> dus duidelijke relatie tussen
opvoeden en school.
Theorie ook toepasbaar binnen onderwijs op zich.
Microniveau; leren en instructie, toetsing, individuele verschillen.
Mesoniveau; leraar en lerarenopleiding, functies van het onderwijs,
curriculum en onderwijsinhoud.
Macroniveau; onderwijsvrijheid, segregatie en emancipatie, selectie en
differntiatie in het onderwijssysteem.
Wat is leren?
- In elke situatie kan sprake zijn van leren.
- Leren is een blijvende verandering van kennis, vaardigheden of houding.
Leren kan intentioneel of incidenteel zijn.
Intentioneel; de leerling of leerkracht zelf bereid activiteiten bewust voor of is met
de stof bezig om iets aan te leren. -> doel om iets te leren wordt in het achterhoofd
gehouden.
Incidenteel; er worden activiteiten uitgevoerd die een ander doel hebben dan leren,
maar het leren is een bijproduct van de activiteiten.
- Leren kan overal plaatsvinden en is niet gebonden aan plaats of leeftijd.
- Leren gebeurt niet automatisch maar vereist inzet en aandacht.
Wat is instructie?
- Instructie is elke vorm van pedagogisch-didactische ondersteuning die het leren
faciliteert/beïnvloed.
- Instructie is altijd intentioneel om iemand te helpen leren of beter te laten leren.
- Niet gebonden aan tijd of leeftijd.
, - Instructie is meer dan het lesgeven alleen; bedenken wat je gaat doen, opzetten van een les,
toetsen etc.
Wat is onderwijs?
- Onderwijs is een geïnstitutioneerde en geprofessionaliseerde vorm van (leren en) instructie.
- Onderwijs is gebonden aan plaats en leeftijd.
- Onderwijs wordt gegeen door een gediplomeerd leerkracht en heeft een langere looptijd
dan instructie, omdat er meer leerdoelen/eindtermen zijn die bereikt moeten worden.
Onderwijswetenschappen
Onderwijswetenschappen is een toegepaste wetenschap die het onderwijs bestudeert en hierdoor
probeert een bijdrage te leveren aan de verbetering van het onderwijs.
- Onderwijswetenschappen wordt toegepast in de praktijk in plaats van het laboratorium.
Lerarenopleidingen; hoe worden leraren het beste opgeleid?
Advies, begeleiding en ondersteuning; onderwijswetenschappers worden ingehuurd
om trainingen te geven, leerplanontwikkeling, toetsontwikkeling.
Onderzoek; universiteiten, HBO, onderzoeksbureaus.
Beleid; gemeenten, landelijke overheid, ministerie van onderwijs. -> beleidsmatige
advisering, dus gericht op macro-niveau.
- Onderwijswetenschappen is multidisciplinair; psychologie, pedagogiek, sociologie.
- Het Nederlandse onderwijsssyteem wordt bij onderwijswetenschappen bestudeerd, maar
dit wordt bijvoorbeeld wel vergeleken met andere landen.
Macro-niveau vergelijken van het Nederlands onderwijssysteem.
Vergelijking Zweeds en Nederlands onderwijssysteem; kinderen in Zweden worden minder vroeg
gescheiden terwijl kinderen in Nederlands vanaf hun 12 e al naar het middelbaar onderwijs gaan en
worden gescheiden in basisniveaus.
- Microniveau in onderwijswetenschappen; welbevinden individuele leerling.
Kinderen komen vroeger met engiszins vergelijkbare kinderen in de klas; niet steeds
het gevoel dat hij/zij de zwakste leerling is van de klas, dus kan iets doen met het
zelfvertrouwen van de kinderen (positief).
- Microniveau; prestaties individuele leerling in de klas.
Vwo’ers en gymnasiasten hebben volgens onderwijsprofessionals baat bij smalle
klassen, omdat zij zich dan intellectueel beter kunnen ontwikkelen (positief), echter
kunnen havo’isten zich optrekken aan vwo’ers (negatief).
- Mesoniveau; docenten
Het besepreken van gevoelige of controversiele onderwerpen is makkelijker
wanneer er een gemixte groep is die wordt aangesproken door de docent (negatief).
-> pedagogische vraag; kan dit gevraagd worden van leraren?
- Meso/macro niveau; onderwijs kan de sociale verschillen en maatschappelijke scheidslijnen
niet oplosssen, zeggen docenten, directe en bestuurders, maar onderwijs heeft wel de
maatschappelijke opdracht.
- Meso/macro niveau; wanneer er over gestapt zou worden naar een ander systeem, moeten
scholen in discussie met beleidsmakers en bestuurders.
Het werkveld van de onderwijswetenschapper;
1. Ontwerper;
Ontwikkelen leerdoelen en leerlijnen
Ontwikkelen leermiddelen, toetsen, examens en beoordelingsinstrumenten voor
docenten, leerlingen, beoordelaar en begeleiders.
, Evalueren onderwijsvernieuwingen, al dan niet door henzelf bedacht om het
onderwijs beter te maken.
Begeleiden auteurs van leermiddelen en toetsen.
Enthousiasmeren en inspireren leraren, beoordelaars en alle andere betrokkenen bij
de uitvoering van het onderwijs en de examinering.
2. Adviseur;
Inventariseren de wensen en behoeften van leerlingen, leraren en schoolleiders over
een breed palet aan onderwerpen.
Wanneer duidelijk is waar behoefte aan is, worden verbeterplannen opgesteld door
de adviseur.
Trainen/coachen van leraren, begeleiders en schoolleiders.
Gegven input aan het management van beleidskeuzes.
Bedenken en onderhouden kwaliteitssystemen.
3. Onderzoeker
Schrijven onderzoeksvoorstellen en doen fundamenteel en/of prakrijkgericht
onderzoek. -> in combinatie met bedenken waar het geld voor het onderzoek
vandaan moet komen.
Beschrijven resultaten in rapporten en artikelen over de wetenschap en praktijk.
Presteren hun onderzoek op wetenschappelijke congressen.
Vertalen onderzoeksresultaten naar de onderwijspraktijk.
Geven lezingen voor leraren, schoolleiders en ouders en geven onderwijs aan
studenten.
4. Beleidsmaker;
Signaleren ontwikkelingen in landelijk, regionaal en gemeentelijk onderwijsbeleid.
Vertalen dit beleid naar de situatie in hun/een school.
Ontwikkelen, implementeren en evalueren beleidsmaatregelen.
Organiseren kennis- en netwerbijeenkomsten.
Coördineren verandertrajecten.
Onderwijsonderzoek
De onderwijswetenschapper als scientist practicioner.
- Verbetering in de praktijk door een wisselwerking tussen theorie/empirie en praktijk.
- Leraren zelf kunnen ook als scientist-practicioner gezien worden; zij gebruiken onderzoek
om lessen te verbeteren en hun visie op onderwijs te onderbouwen.
Doen onderzoek in eigen klsa om de efffecten hiervan te bepalen.
Soorten onderwijsonderzoek;
1. Fundamenteel-wetenschappelijk
, Vragen vanuit nieuwsgierigheid van de onderzoeker en gericht op het creeëren van
kennis, niet primair gericht op toepassing in de klas.
Laboratoriumachtig onderzoek, geen onderwijs-setting.
2. Praktijkgericht
Vragen vanuit de school, toegepast in de praktijk en altijd gericht op het verbeteren
van de praktijk/schoolinstelling.
Resultaten van dit type onderzoek zijn direct toepasbaar in de eigen school/klas,
maar er kunnen geen algemene uitspraken worden gedaan.
3. Beleidsgericht
Vragen vanuit schoolbesturen of de overheid
Toepassingsgericht, want is gebaseerd op het maken van beleid; kan ook
beleidsevaluerend zijn.