,Inhoud
College 1 Inleiding + kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen ...... 2
Handboek Jeugdhulpverlening Hoofdstuk 1, Kinderen en jongeren met gedrags- en
emotionele problemen .................................................................................................................. 4
College 2 kinderen en jongeren met een leerstoornis .............................................................. 5
College 3 ADHD en NLD .................................................................................................................... 7
Handboek jeugdhulpverlening, hoofdstuk 2: kinderen en jongeren met een
leerstoornis. ................................................................................................................................... 10
Artikel: Neuropsychological Differences Among Children With Asperger Syndrome,
Nonverbal Learning Disabilities, Attention Deficit Disorder, and Controls (Semrud-
Clikeman) ........................................................................................................................................ 11
College 4: Autismespectrumstoornis (ASS) ............................................................................... 11
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 4: Kinderen en jongeren met
autismespectrumstoornis ........................................................................................................... 14
College 5: Zieke kinderen en jongeren ....................................................................................... 14
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 8: zieke kinderen en jongeren .................... 16
College 6, Kinderen jongeren met een verstandelijke beperking ........................................ 17
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 3: Kinderen en jongeren met een
verstandelijke beperking ............................................................................................................ 20
College 7 Kinderen en jongeren met een zintuigelijke beperking ....................................... 21
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 5: dove en slechthorende kinderen en
jongeren .......................................................................................................................................... 24
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 6: kinderen en jongeren met visuele
beperkingen en doofblindheid .................................................................................................. 25
Artikel: doofblindheid en communicatie (Wolthuis) ............................................................. 26
College 8 Kinderen en jongeren met een fysieke beperking................................................. 27
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 7: kinderen en jongeren met een fysieke
beperking........................................................................................................................................ 29
College 9 jeugdigen met delinquent gedrag.............................................................................. 30
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 9: jeugdigen met delinquent gedrag......... 34
College 10: jeugdigen die te maken hebben met verwaarlozing en mishandeling .......... 35
Handboek jeugdhulpverlening, Hoofdstuk 10: minderjarige slachtoffers van
mishandeling en verwaarlozing ................................................................................................ 38
Artikel: Child welfare involvement and contexts of poverty: The role of parental
adversities, social networks, and social services (Fong) .................................................... 39
College 11 jeugdigen die gedwongen gemigreerd zijn........................................................... 40
1
,College 1 Inleiding + kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen
Gemeenschappelijk is…
• Focus op de pedagogische relaties
• Opvoeding verloopt niet spontaan en vanzelfsprekend
• De jeugdige, de opvoeder en/of de omgeving maken zich zorgen om de verdere ontwikkeling
• Behoefte aan hulp/ondersteuning
• De laatste jaren: verschuiving van ‘probleem’ (stigmatiserend) naar ‘mogelijkheden,
veerkracht en participatie’
• De laatste jaren: verschuiving van ‘individu’ naar ‘context & systeem’
Een (eerste) definitie van orthopedagogiek
Uit het oude Grieks
‘orthos’ – recht/rechtop
‘pais’ – kind
‘agein’ – voeren/leiden
Orthopedagogiek is…
• Kinderrechten, universele mensenrechten en sociale rechtvaardigheid
- “een wetenschappelijke studie van het als problematisch omschreven
opvoedingssituaties”
- Orthopedagogiek is een ‘(be)handelingswetenschap: “Op basis van een grondige en
systematisch wetenschappelijk gefundeerde diagnostische beeldvorming van de
problemen en de context, worden op een planmatige wijze acties ondernomen, met
een duidelijke specificatie van doelstellingen, strategieën en valuatiewijzen.”
Het boek maakt onderscheid in..
• Primaire opvoedingsproblemen – de opvoeder slaagt er moeilijk in om de pedagogische
vraag van het kind in te schatten of er adequaat op te reageren
• Secundaire opvoedingsproblemen – handelingsverlegenheid is het gevolg van het kind, de
ouder en/of de context
• Invloed van context: interactioneel en ecologisch
Werken vanuit een contextuele, ecologische en transactionele modellen
• De orthopedagoog handelt altijd in veranderlijk normatief kader
en een veranderlijke cultureel-historische context
• Sociale constructen: plaats, tijd en cultuur
• Verschillende visies op: definities, aandachtspunten, classificatie,
diagnostiek, etiologie, onderzoek en behandeling
Kinderen met gedrags- en emotionele problemen
• Lichte, tijdelijke, bepaalde situaties/bepaalde personen, leeftijds-
en/of fase gebonden
vs.
• Langdurig of blijvend, in combinatie met andere problemen en/of ernstig lijden tot gevolg
hebben (kind of omgeving)
• Ontwikkelingsperspectief, Continuumgedachte, Context, Informant (wie geeft de informatie)
Wat weten we vanuit (epidemiologisch) onderzoek
• Afhankelijk van definitie, wijze waarop gemeten wordt, de betrokken informant
• Geen aanwijzing dat ‘toeneemt’, soms sprake van verschuiving
• Impact van veelheid aan negatieve invloeden
• (systemische) ongelijkheid ( 1 op 12 kinderen leeft in Armoed – NJI, 2020)
2
, • Paradigmaverschuiving: van ‘praten over’ naar ‘praten met’
• Ervaringskennis & ervaringsdeskundigheid
• Veerkracht
• Systeem & context
Ethologie
Ecologische, multifactoriële of cumulatieve verklaringsmodellen:
• Multicausaal: combinatie van factoren
• Risicofactoren vs. Protectieve factoren: bijdragen of in standhouden vs. Tegengaan of
beperken
• Cumulatiehypothese: kans groter naarmate er meer risicofactoren zijn er minder protectieve
factoren
- Focus op veerkracht
- Veranderbaarheid
In het boek onderscheid in
• Biologische factoren: gedrag wordt gestuurd door biologische processen (impact stress)
• Leerervaringen: elk gedrag is betekenisvol en het resultaat van een leerproces
- Bv. ‘klassieke conditionering’ en ‘operante conditionering’
- Leren kan niet los worden gezien van de context: (gezins-) systeem, school, netwerk,
socio-, politieke, culturele context
Gehechtheidstheorie (Bowlby, 1969)
• Veilige hechting: kinderen ervaren dat ouder(s)/opvoeder(s) consistent op een
ondersteunende en zorgende manier hen proberen te helpen, wanneer zijn moeilijkheden
ervaren
• Onveilig gehecht: ouder(s)/opvoeder(s) zijn inconsistent of niet ondersteunend, dan kunnen
kinderen vertrouwen in ouderlijke zorg/opvoeder verliezen
- Belang van een veilige basis & mogelijkheid van herstel
Wat is classificatie en diagnostiek en waarom doen we dit?
• Gemeenschappelijke taal ter bevordering van onderlinge communicatie
• Weten wat er speelt, waar dit mogelijk door gebeurt en hoe er naar gehandeld kan worden
Classificatie
• “Systematisch ordenen en groeperen van gedragsproblemen op basis van gelijke
eigenschappen en onderlinge relaties”
Diagnostiek
• Wat is er aan de hand, hoe is het ‘probleem’ ontstaan, hoe wordt dit in stand gehouden, hoe
kan dit behandeld worden en wat is een prognose
Classificatie vs. Diagnostiek: “[…] onderbrengen van probleemherkenning in 1 of een aantal
rubrieken van een classificatiesysteem, terwijl diagnostiek betrekking heeft op het totale proces van
gedetailleerde beeldvorming als basis voor een plan of als basis voor meer individu-gerichte
advisering.”
• Onderkennende, classificerende diagnostiek: Wat is er aan de hand? (vragenlijsten, DSM,
interviews etc.)
• Verklarende diagnostiek: hoe is het ontstaan, wat houdt het in stand, of versterkt het?
(kennis van etiologie, verschillende factoren)
• (be)handelingsgerichte diagnostiek: Wat is er aan de hand, wat dient er veranderd te
worden, en hoe kan deze verandering het beste aangebracht worden (indicatiestelling)
Welke classificatiesystemen hebben we?
• Klinisch psychiatrisch classificatiesystemen (DSM-systeem en ICD-systeem)
- Beschrijven van problematieken van individuen en classificeren in stoorniscategorieën
- Laatste jaren meer focus op ICF van WHO (stelt meer interactie tussen en omgeving
centraal)
• Empirisch statistische classificatiesystemen (ASEBA)
3