College 1
Positive psychology
- onderzoek naar de sterkte en deugd dat ervoor zorgt dat individuen en
communities bloeien/groeien
- De focus met positive psychology is gericht op blijdschap, verzoening en positieve
interpersoonlijke relaties
Dit vakgebied is interessant voor SPiNO, omdat de toepassing van de kennis van positieve
psychologie bevorderend kan werken voor het welzijn en prestaties van de werknemers
- Hoewel bevindingen zijn gevonden over het feit dat blije mensen productiever
zouden zijn, zijn de bevindingen echter nog erg mager en is meer onderzoek vereist
om dit met meer zekerheid te stellen
Happiness wordt vastgesteld op basis van drie determinanten:
- Genetisch
- we hebben een setpoint van happiness dat genetisch bepaald wordt
- vastgelegde “hoeveelheid happiness” wat je voelt, waar pieken en dalen
plaatsvinden maar altijd terug zal keren naar de setpoint
- Omstandigheden
- bijv: inkomen, leeftijd, geslacht, religie, educatie, uiterlijk
- Intentionele activiteiten
- meestal algemeen, handelingen die zorgen dat happiness toeneemt
Veranderingen in de intentionele activiteiten worden minder beïnvloed door
hedonische aanpassing dan bij veranderingen in de omstandigheden.
Dit heeft drie redenen:
- Intentionele activiteit is episodisch
- Het kan variëren
- Heeft een direct counter effect hebben op aanpassingen aan
omstandigheden
- iets doen tijdens de intentionele activiteiten die je echt leuk vindt, kan
het bijvoorbeeld minder erg maken om de afwas te doen → dient als
een soort buffer
Hoe kan je blij worden, volgens de positive psychology?
Er zijn een aantal manieren om happy/blij te worden:
- Nieuwe activiteiten zoeken in plaats van de omstandigheden veranderen
- Zorg voor variatie
- Er moet een fit zitten tussen de activiteit en de eigen waarden
- Waardeer dingen in het leven → NB! Niet te vaak
- Doe mee aan activiteiten waardoor je in de flow komt
Flow is de ervaring waarbij je compleet geabsorbeerd wordt in het moment
- manier om flow ervaringen te identificeren:
, - Denk terug aan een activiteit toen je nog een kind was en je volledig de tijd was
verloren
Er zijn een aantal voorwaarden die nodig zijn om de in flow state te
komen:
- Dingen die de vaardigheden van een persoon uitdagen, maar
niet overspoelen (te moeilijk)
- Duidelijke, proximale doelen
- Direct feedback over de vooruitgang
In het model komt duidelijk naar voren dat een bepaalde uitdaging dus
gelijk moet staan aan de vaardigheden van een persoon om in de flow
te komen
- te makkelijk: kan leiden tot verveling
- te moeilijk: kan leiden tot angst
Ondanks dat mensen gelijke vaardigheden hebben, kan het voorkomen dat mensen een
andere ervaring van flow hebben
- mogelijkheid op het bestaan van een autotelic personality:
- Dit is iemand die van het leven geniet en dingen doet omdat die het leuk
vindt en niet om later een bepaalde doel te bereiken
- dit gegeven zorgt dat een individu de flow kan binnendringen en erin kan
blijven
Het meten van flow gaat als volgt:
- Vragenlijst
- bijhouden van de frequentie en welke activiteiten dit zijn
- Experience Sampling Method (ESM)
- participanten vullen vragenlijst is op bepaalde momenten gedurende een
dag
- Observaties
- Fysiologische metingen (bijv: cortisol, testosteron)
- Experimentele manipulatie
Resilience is de mate waarin mensen “terugveren” na een negatieve ervaring
- makkelijk gezegd de veerkracht van mensen om negativiteit te verwerken
Zelfcompassie bestaat uit drie elementen:
- Self-kindness → begrip tonen, dus niet jezelf straffen
- Sense of common humanity → iedereen maakt dit mee (ben niet de enige)
- Mindfulness → bewust van de negatieve ervaring, maar het niet negeren of
overdrijven
, Zelfcompassie en de academische prestaties hangen samen
- mensen kunnen verschillen in hun oriëntaties richting hun academie:
- Mastery/learning orientation → gemotiveerd door nieuwsgierigheid,
verlangen om vaardigheden te ontwikkelen en nieuw materiaal te
begrijpen.
- fouten maken is een deel van het leerproces
- schrijft de hoeveelheid gedane effort toe aan succes of falen
- Performance orientation → gemotiveerd om hun gevoel van zelfwaarde te
verdedigen of te versterken
- eigen vermogen evalueren door middel van sociale vergelijkingen met
anderen
- schrijft het vermogen/de vaardigheden van de persoon zelf toe aan
succes of falen
Het hebben van een mastery orientation is dus gelinkt aan hogere niveaus van intrinsieke
motivatie, grotere effort en hardnekkigheid bij bepaalde taken en de bereidheid om mensen
te helpen
Zelfcompassie is meer gelinkt met een mastery orientation dan met een performance
orientation of een fear of failure/anxiety
- ook versterkt het resilience, omdat men minder bang is voor falen