Organisatietheorie
Moderne Perspectief
Het moderne perspectief berust zich op rationaliteit en objectiviteit, en streeft naar effectiviteit en efficiëntie
binnen een organisatie.
Human Relations Het gedrag van individuen wordt bepaald door normen en waarden, en
overtuigingen, die met anderen gedeeld kunnen worden en beïnvloed/veranderd
kunnen worden. Hierarchie, rolverdeling, centralisatie
Cultuur Sterke (bedrijf)scultuur (corporate culture) waarbij individuen dezelfde doelen
delen, die de organisationele prestaties positief beïnvloedt. Hierbij wordt cultuur
gezien als een factor die de organisatiestructuur en de individuen daarin
beïnvloedt.
Aanpassingsvermogen Organisaties dienen zich aan te passen aan externe factoren, zowel om relevant te
blijven als om er voordeel uit te halen. Organisaties gestructureerd volgens het
moderne perspectief hebben echter meer moeite zich aan te passen aan de
omgeving, omdat deze organisaties een sterke hiërarchie en formele structuren
hebben. Een moderne organisatie functioneert dus het beste in stabiele
omgevingen.
Fysieke Structuur De fysieke structuur omvat alle fysieke onderdelen en de relaties daartussen.
Fysieke elementen zijn hier betekenisloze structuren met de macht om gedrag te
beïnvloeden, of juist betekenisvolle structuren met de macht om betekenis voor
te schrijven middels een zorgvuldig ontwerp.
Symbolisch Perspectief
Het symbolische perspectief beschouwd de werkelijkheid niet als een gegeven, maar als een ervaring die wordt
gecreëerd door de interacties tussen en de interpretaties door mensen. Hierbij spelen emoties/gevoelens een
grotere rol.
Human Relations Er wordt aandacht geschonken aan de interpretaties en gevoelens (etc.) van het
individu. Zo zal een individu middels cultuur een beter begrip hebben van zichzelf
en daardoor beter functioneren.
Cultuur Cultuur wordt vormgegeven door gebruiken, verhalen en symbolen in een
organisatie.
Aanpassingsvermogen Vanwege de mindere mate van formele structuren en hiërarchie binnen een
organisatie die gestructureerd is volgens het symbolische perspectief, is deze
flexibeler en kan deze zich beter aanpassen aan veranderende/instabiele
omgevingen.
Fysieke Structuur De fysieke onderdelen van een organisatie hebben een (symbolische) betekenis
voor alle andere onderdelen.
Postmoderne Perspectief
Het postmoderne perspectief erkent een machtsstrijd binnen een organisatie of tussen organisaties, waarbij
het gebruik van kennis en taal centraal staan om macht te verkrijgen. Het zet zich af tegen de moderne notie
van objectiviteit en rationaliteit.
,Human Relations Er wordt extra aandacht geschonken aan de invloeden van taal en kennis,
waarmee invloed en aanzien verkregen kan worden.
Cultuur Organisatiecultuur wordt niet erkend, en wordt eerder getypeerd als een
machtsstrijd waarin individuen privileges over anderen proberen te verkrijgen.
Aanpassingsvermogen -
Fysieke Structuur De fysieke structuur is in de eerste plaats een te ontcijferen manifestatie.
Daarnaast is het een uiting van macht en een manier om die macht te
verkrijgen/behouden.
, Bureaucratie (Max Weber)
Organisatiestructuur gekenmerkt door formele procedures en regels, een sterke rolverdeling (waar
professionalisering ook in meespeelt) en een sterke hiërarchie. Het heeft tot doel een efficiënte vorm van
besturen.
Echter zijn er ook enkele nadelen van bureaucratisering:
- Trained Incapacity, waarbij er niet meer gekeken wordt naar de gevolgen van de manier van
handelen, en het proces dus meer aandacht krijgt dan het doel dat ermee bereikt dient te worden.
- Occupational Psychosis, waarbij individuen zo vast blijven hangen in routines, dat ze niet meer met
veranderingen om kunnen gaan.
- Professional Deformation, waarbij individuen slechts binnen de regels van hun beroep blijven denken,
omdat ze de elementen van dat beroep overal op toepassen.
- Displacement of Goals, waarbij het middel tot doel gemaakt wordt.
Hiertoe had Merton enkele oplossingen:
- Werving, selectie en socialisatie van nieuwe werknemers
- Ambtenaren meer betrekken bij de doelstellingen, om zo de monopolie op de regie te doorbreken.
Sociale Structuur
De relaties tussen de rollen en verantwoordelijkheden van mensen binnen een organisatie.
Fysieke Structuur
Alle fysieke onderdelen van een organisatie en de relaties daartussen.