Hoorcollege onderneming & overheid
Onderneming en overheid les 2 (23112021): het vrij verkeer van goederen
Kennisclip 1: de interne markt
Wat is de waarde van het Europees recht?
Overheid zit de ondernemer in de weg
Als je denkt aan de Europese unie dan hebben 27 lidstaten een klein beetje van hun soevereiniteit hebben
opgegeven aan een supranationale organisatie. De lidstaten van de EU hebben in de twee verdragen een
stukje van hun wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende bevoegdheden hebben afgestaan aan de
instellingen Europese unie.
Wat is de interne markt? Dat is eigenlijk een gigantisch marktplein, een ruimte zonder binnengrenzen. Een
Nederlandse ondernemer kan zijn spullen niet alleen op de Nederlandse markt verkopen, maar ook in
Duitsland of Spanje.
De Nederlandse overheid kan de interne markt hinderen. Voor de overheid is het fijn als er veel verkocht
wordt, want hoge belasting opbrengsten en misschien meer werkgelegenheid. Wat helaas ook kan gebeuren
is dat indringers uit andere lidstaten, zoals Frankrijk of Denemarken, die hun spullen op de Nederlandse markt
te verkopen. Het is dan aan de lidstaten om het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal te
verzekeren. Zij mogen geen hindernissen opwerpen.
Doelstellingen van de Europese Unie (artikel 3 VEU):
- Lid 2 Creëert een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
- Lid 3 Brengt een interne markt tot stand.
- Lid 4 Stelt een Economische en monetaire unie in.
De interne markt is het instrument om alle andere doelen te bereiken.
Interne markt
Wat houdt de “interne markt” in? Een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer is gewaarborgd.
Het vrij verkeer van: goederen, personen, diensten & kapitaal (art. 26 VWEU).
- Vrij verkeer van goederen (art. 18 VWEU)
- Vrij verkeer van personen (titel 4 VWEU)
- Vrij verkeer van diensten (titel 4 VWEU)
- Vrij verkeer van kapitaal (titel 4 VWEU)
Wat is het onderscheid tussen de vier vrijheden?
Personen Goederen
Diensten Tijdelijk / duurzaam Immaterieel / materieel
Kapitaal Waarde papieren / producten
Verschil vrij verkeer van goederen en vrij verkeer van diensten: het verschil is materieel en immaterieel. Bij
goederen gaat het in hoofdlijn om alle stoffelijke objecten (materieel). Bij diensten gaat het om alles wat niet
stoffelijk is bijv. ontwikkeling van een app of juridisch advies.
Verschil vrij verkeer van personen en vrij verkeer van diensten: het verschil is tijdelijk of duurzaam. Beide
categorieën die hieronder zijn genoemd zijn duurzaam (hoofdstuk 3 artikel 56 e.v.). Bij vrij verkeer van
diensten gaat het om een tijdelijke opdracht, je treedt niet in dienst bij een baas en je gaat je daar ook niet
vestigen.
Het kan bij vrij verkeer van personen gaan om twee categorieën:
- werknemers; in loondienst werken (titel 4 artikel 45 e.v.)
- Zelfstandig beroepsbeoefenaar; recht van vestiging (titel 4 hoofdstuk 2).
Verschil vrij verkeer van goederen en vrij verkeer van kapitaal: het verschil is producten of waarde papieren
(artikel 63 e.v. VWEU). Het zijn vaak allebei stoffelijke objecten, het verschil is dat bij kapitaal het gaat om
waarde papieren.
Kennisclip 2: spelregels van het vrij verkeer
,De grootste bijdrage van de interne markt komt van de lidstaten zelf. Wat doen de lidstaten op het moment
dat niemand kijkt? De Nederlandse overheid zorgt ervoor dat de kostprijs omhoog gaat. Als alle lidstaten dit
gaan doen dan blijft er niks meer van de interne markt over. Daarom is afgesproken: de interne markt is een
goed idee, maar wij moeten nadenken over een eerlijk en gelijk speelveld.
Lidstaten houden zich (bewust of onbewust) niet aan de vier vrijheden door dat zij maatregelen opstellen die
in strijd zijn met de vier vrijheden:
Procedures bij het HvJ van de EU t.a.v. de verschillende vrijheden
Hof heeft beginselen opgesteld ter coördinatie van eigen rechtsspraak
Overzicht stappen Hvj EU
Grensoverschrijdend aspect
Voorwaarde voor
- toepassing Eu-Recht/
- bevoegdheid HvJ EU
Inhoudelijke toets t.a.v. naleving van
- Discriminatieverbod
- Belemmeringsverbod
- Wederzijdse erkenning
Toets of er sprake is van uitzondering op het vrij verkeer
Discriminatieverbod
Art. 18 VWEU: Elke discriminatie op grond van nationaliteit is verboden.
Gevolg voor interne markt: Lidstaten moeten zich onthouden maatregelen te nemen die het vrij verkeer
belemmeren. Lidstaten mogen dus niet hun eigen ondernemers beschermen.
Verbod van maatregel die discrimineert en/of belemmert, ook verkapt.
Doel van discriminatieverbod: tegengaan van protectionisme; eigen ondernemers beschermen door
andere ondernemers op kosten te jagen.
Discriminatie door middel van nationale maatregel
- Maatregel met onderscheid (mmo)/directe discriminatie = discriminatie naar nationaliteit
Kan je nooit rechtpraten!
- Maatregel zonder onderscheid (mzo)/indirecte discriminatie = maatregel maakt geen onderscheid naar
nationaliteit maat heeft alsnog discriminerend effect bijv. iedereen mag solliciteren, maar ze hebben liever
iemand met een Nederlandse diploma.
Uitzonderingen op het vrij verkeer van
1) Primair EU-Recht= verdragsuitzonderingen (artikel 36 VWEU)
Lidstaten mogen afwijken van de hoofdregel, maar dan moeten ze zich wel kunnen beroepen op een
verdrag uitzondering. Goederen (art. 36), personen, diensten en kapitaal (art. 45 lid 3 ). Een verdrag
uitzondering kan alleen slagen bij een MMO en MZO.
- Kunnen betrekking hebben op directe en indirecte discriminatie
2) Rule of reason; als een rechtvaardigingsgrond niet in het verdrag staat, dan moet er een nieuwe
rechtvaardigingsgrond worden toegevoegd. Dat is veel werk, dus daarom de rule of reason
uitzondering. Niet opgenomen in primair EU-Recht; niet gemaakt door verdragsluitende partijen, maar
door het hof van justitie vastgesteld. Ze gaan naar het hof van justitie dat ze een zwaarwegend belang
hebben en dat deze redelijk is.
Voorwaarde:
- dwingende eisen van algemeen belang
- Redelijkheid
Alleen t.a.v. indirecte discriminatie/mzo. Je kan alleen een MZO recht praten.
Aanvullende voorwaarden voor uitzonderingen:
Als je een uitzondering inroept dan moet je deze goed onderbouwen.
Het moet niet in strijd met harmonisatie/secundair EU-recht (wetgeving gemaakt door de commissie,
de raad en parlement).
, Bescherming van publiek belang
Evenredigheid
- Is maatregel geschikt ter behartiging van te beschermen belang?
- Is de nationale maatregel strikt noodzakelijk voor het bereiken van het te beschermen
belang? (Heb je het minst verstrekkende maatregel gekozen?)
Kennisclip 3: verbod van tarifaire- en non tarifaire maatregelen
Tarifair: hoe kunnen wij buitenlandse ondernemers de toegang tot de Nederlandse markt bemoeilijken? Dat
kan door ze op kosten te jagen en dat mag niet (art. 30 en 110 VWEU).
Non-Tarifair: je jaagt de andere niet op kosten, maar je maakt het hem wel heel moeilijk (art. 34 en 33
VWEU).
Artikel 30 VWEU: is er uitzondering of rechtvaardiging mogelijk?
- Nooit in geval van heffing in- en uitvoerrechten.
- Mogelijk uitzondering in geval van heffing van gelijke werking: invoerkeuringen, vergoeding van
douanebeambten en kwaliteitscontroles.
Uitzondering: als je zelf een dienst afneemt en kwaliteitsinspectie vanuit de Europese Unie.
Artikel 110 VEWU (binnenlandse belastingen)
- Eerste alinea: discriminatoir belastingheffing; je mag geen onderscheidt maken & gelijksoortige
producten; zelfde objectieve kenmerken.
- Tweede alinea: zijdelingse bescherming van nationale producten het gaat hier om concurrerende
producten.
Art. 34 VwEU: Invoerbeperking
Verbod op
- kwantitatieve Invoerbeperkingen; beperking tot hoeveelheid. Bijv. max 100000 kg.
- Maatregelen met gelijke werking (MGW): alle maatregelen die ervoor zorgen dat de invoeren
hoeveelheid wordt beperkt, bijv. productnormen.
o In de vorm van MMO of MZO
o Dassonville-arrest: uitspraak Europees Hof van Justitie ruimte uitleg “MGW”: Elke maatregel met
onderscheid is verboden. Alle maatregelen die hindert zijn of hindert zouden kunnen zijn. Deze is
te breed, dus daarom is er een tweedeling gekomen dit is de Keck-uitzonderingen. Dit arrest is
een rem op het Dassonville-arrest.
Artikel 35 VwEU: uitvoerbeperking
Verbod op: kwantitatieve uitvoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn tussen de lidstaten.
Dassonville norm: ziet op product eisen.
Keck definitie: lidstaten mogen geen extra eisen stellen, wederzijdse erkenning. Het hof heeft besloten om de
reikwijdte van het MGW-begrip te beperken en verklaarde dat het verbod op artikel 34 VwEU alleen
betrekking heeft op producteisen en niet op verkoopmodaliteiten.
Artikelen 30, 110 & 34 zijn verboden
Altijd links beginnen, want dat kan nooit gerechtvaardigd worden.
De rechterkant kan soms wel gerechtvaardigd worden.
Keck -uitzonderingen
Maatregelen met gelijke werking wordt onderverdeeld in:
1. Producteisen zijn niet toegestaan verbod art. 34 VWEU van toepassing
2. Verkoopmodaliteiten zijn wel toegestaan verbod art. 34 VWEU niet van toepassing indien maatregel
- van toepassing op alle marktdeelnemers
- Rechtens en feitelijk dezelfde gevolgen voor buitenlandse en nationale producten
Kennisclip 4: rechtvaardigingsgronden
Artikel 36 VwEU: De bepalingen van de artikelen 34 en 35 (verbod in- en uitvoerheffingen) vormen geen
beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer, welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde
van bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en