In dit document worden de hoofdstukken 4, 5 & 6 van het boek 'Seksualiteit, Intimiteit en Hulpverlening' geschreven door Heemelaar, en hoofdstukken 7, 9 t/m 13, 15, 19 & 24 van het boek 'Seksuele gezondheid' van Leusink samengevat. Dit is de aanbevolen literatuur voor de toets Body of Knowledge 2.
4.5 Soa
2% van de jongens en 4% van de meisjes in Nederland heeft ooit een soa gehad. Jongens kennen de
risico’s van seks minder goed dan meisjes. Vanuit preventief oogpunt is de rol van de hulpverlener*
cruciaal, vooral in instellingen waar de cliënten seksueel actief zijn en wisselende onveilige contacten
hebben.
4.5.1 Feiten over Soa’s
Seks brengt risico’s op soa’s met zich mee wanneer sperma, vaginaal vocht of bloed van de ene
partner in aanraking komt met het slijmvlies of bloed van de ander. Bij klachten dient men zich snel te
laten behandelen. Seksuele partners dienen ingelicht te worden. Het belangrijkste preventiemiddel
tegen soa’s is veilige seks. Chlamydia, herpes, genitale wratten, gonorroe, hiv, syfilis en hepatitis B
komen het meest voor.
4.5.2 Aids
Aids staat voor acquired immunodeficiency syndrome en is geen ziekte op zich, maar een
verzameling van aandoeningen die het immuunsysteem aantast. Hiv is de afkorting van human
immunodeficiency virus. Overdracht van het virus gebeurt door bloed-sperma contact of bloed-bloed
contact.
Er is een verschil tussen infectie met hiv en de diagnose aids. Mensen die het virus hebben
opgelopen zijn seropositief. De diagnose ‘aids’ krijg je pas als je afweer met hiv zo ernstig is
aangetast, dat je ziek wordt door een infectie of door een vorm van kanker. Dit heet ook wel een
opportunistische infectie genoemd. De behandeling met een combinatie van virusremmers is
succesvol. De medicijnen zorgen ervoor dat je het virus niet meer kan overdragen. De
medicijngebruikers verouderen sneller, krijgen vroeger en vaker te maken met hart- en vaatziekten en
met dementie. Ongeveer de helft van de hiv-positieven heeft psychische problemen en ze hebben
vaker seksuele problemen. Ook zijn er medicijnen om hiv te voorkomen: PEP en PrEP.
4.5.3 Risicogroepen
De groepen die vaker onveilig seks hebben en daarmee een verhoogd risico op soa’s lopen zijn
homoseksuelen, immigranten, drugsgebruikers, strenggelovigen, laagopgeleide jongeren, jonge
vakantiegangers en prostituanten. 45% van alle nieuwe hiv-infecties vindt plaats onder mannen die
seks hebben met mannen, transgenders, druggebruikers en sekswerkers. Door stigma en
discriminatie lopen zij meer risico op hiv dan anderen, en doordat homoseksuelen een groter aantal
wisselende partners heeft. Bij strenggelovigen en laagopgeleide jongeren gaat het om
informatieachterstand.
4.5.4 Soa-preventie en hulpverlening
Voor zo ver bekend zijn de meeste seksuele contacten tussen cliënten in een instelling onveilig. Een
methode om ze effectief voor te lichten is motiverende gespreksvoering. Voor gedragsverandering
blijkt het essentieel dat mensen (leren) praten over hun seksuele gedrag, hun mogelijkheden,
problemen en zorgen en alternatieven.
Onveilig vrijen kan bij mensen met psychische problemen veel oorzaken hebben:
- Een eigen wens tot infectie
- Agressie jegens zichzelf in het kader van depressie
- Multiple loss
- Agressie jegens anderen door inadequate verwerking van de seropositiviteit
- Verdringen van de angst voor aids
- Leven vanuit de waan niet gevoelig te zijn voor aids
,Jongeren lopen in vergelijking met volwassenen grotere risico's op infectie. Hiervoor is een aantal
redenen te noemen. Jongeren beheersen soms nog niet goed communicatieve vaardigheden. Veilige
seks is voor sommige jongeren nog moeilijk bespreekbaar met leeftijdgenoten en oudere partners.
homoseksuele jongens hebben hun eerste homoseksuele contacten vaak met seksueel ervaren
mannen. Uit onderzoek blijkt dat de kans op veilig vrijen hoger wordt naarmate het seksuele zelfbeeld
van de betrokken jongeren sterker ontwikkeld is. Het zelfbeeld is van belang omdat dit seksueel
gedrag stuurt. Jonge meisjes lopen biologisch gezien hogere risico's op infecties de vaginawand is de
eerste jaren van de puberteit nog niet volgroeid en er wordt nog niet zoveel vaginaleafscheiding
geproduceerd waardoor gemakkelijker beschadiging kan optreden. Op de hoogte zijn van wat veilige
seks inhoudt lijkt in de praktijk lang niet altijd tot veilige seks. De taak van de hulpverlener ligt in het
omzetten van de kennis in veilig gedrag.
4.5.5 Condoomgebruik
70% van de jongeren gebruikt een condoom bij de eerste geslachtsgemeenschap. Cliënten kunnen
schaamtegevoelens ervaren en daarom een bezoek aan de arts of the soa-polikliniek uitstellen.
Hulpverleners kunnen hierbij van dienst zijn onder discretie te bewaken. Essentieel in voorlichting en
vorming is dat partners leren met elkaar te praten en onderhandelen over gewenste techniek en de
daarbij behorende voorbehoedsmiddelen.
4.14 Prostitutie
Sommige cliënten in de sociaal agogische en verpleegkundige hulpverlening hebben van seks hun
werk gemaakt of verdienen er af en toe geld mee. Tegenwoordig worden de meeste contacten met
prostituees via chat- en profielwebsites gelegd. Hiermee verdwijnt veelal de tussenlaag van pooiers
en het is ook lastiger voor hulpverleners om in contact te komen met deze groep. Straatprostitutie is
een van de slechtst bereikbare doelgroepen, die vaak in de hoogste graad van ellende zit.
(3.1.9 Sexting)
Een derde van de jongeren heeft wel eens een datingapp gebruikt. Soms worden deze
datingapps gebruikt voor sexting. Seksuele foto’s en filmpjes van <16jr worden gedoogd
door justitie zolang het leeftijdsverschil tussen zender en ontvanger klein is. Iemand kan op
basis van de Aanwijzing kinderpornografie van 2016 wel vervolgd worden als:
▪ er sprake is van druk of dwang;
▪ degene van wie de beelden zijn gemaakt dit niet wist;
▪ de betrokkenen ongelijkwaardig zijn, bijvoorbeeld bij een groot leeftijdsverschil;
▪ de beelden zijn gemaakt om er geld mee te verdienen;
▪ de beelden zijn gebruikt voor pesten of chantage;
▪ de beelden verspreid zijn.
Slachtoffers hebben behoefte aan de 3 V’s: Veiligheid, vertrouwen en verbinding. Bij lichtere
sextingovertredingen werkt hulp beter dan vervolging door justitie. De HALT-interventie is
gericht op lichtere vormen van online seksueel grensoverschrijdend gedrag. De
sextingdaders worden geconfronteerd met hun actie en leren om erover te praten en te
reflecteren. Ook schrijven ze een excuusbrief voor hun slachtoffer, die niet altijd bij het
slachtoffer terechtkomt omdat die vaak geen contact wil. Als het slachtoffer dat wel wil,
organiseert Halt een ‘herstelgesprek’. Er is nog geen onderzoek gedaan naar recidive, maar
de indruk bestaat dat het bijna nooit voorkomt dat een jonge sextingdader opnieuw in de fout
gaat
, HF 5 Seksueel geweld, misbruik en grensoverschrijdend gedrag
Leerdoelen:
1. Cijfers over prevalentie van seksueel misbruik in NL weergeven, opgesplitst in
doelgroepen
2. Algemene en geslachtsspecifieke signalen seksueel misbruik kunnen benoemen
3. Professioneel omgaan met emoties die slachtoffers/plegers seksueel misbruik bij je
oproepen
4. Voorbeelden geven over de vormen van hulpverlening aan slachtoffers en plegers
5. Effectieve preventieprogramma’s beschrijven
6. Aangeven hoe jij zelf je bijdrage kan leveren aan preventie van seksueel misbruik
5.1 Seksueel geweld, misbruik en grensoverschrijdend gedrag
Seksueel geweld betreft alle ongewenste en strafbare seksuele handelingen met anderen.
Het is de vraag of het wel haalbaar en gewenst is dat alle vormen van seksueel geweld
vervolgbaar worden.
Seksueel misbruik wordt vaak gebruikt als term voor seksueel geweld tegen kinderen,
jongeren of afhankelijken. Dan is er dus sprake van misbruik van de machtsverhouding.
Seksueel misbruik en geweld betreft alle seks waarvan één partij het niet wil. Veel vormen
van seksueel misbruik stoppen bij het openbaar worden ervan.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat van licht naar zwaar. Kan zowel fysiek als
niet-fysiek. De zwaardere vormen vallen onder de strafwet: aanranding en verkrachting. Het
is lastig om een een onderscheid te maken tussen acceptabel en grensoverschrijdend
gedrag. Daarom is er sprake van een continuüm. In het continuüm is zichtbaar dat dit
onderscheid soms gradueel is, er dient goed gekeken te worden naar de leeftijd van de
betrokkenen.
In NL wordt zo omgegaan met seksueel geweld:
1 → Mensen weten niet wat ze met seksueel geweld aan moeten
2 → Ze beroepen zich dan soms op justitie
3 → Justitie schakelt vaak hulpverleners in
Het is maar de vraag of het in het belang van het slachtoffer werkt als alles via het strafrecht
geregeld gaat worden.
Seksueel geweld is op zich niet traumatisch. Wel hoe het slachtoffer er mee omgaat
(copingmechanismen). Als het copingproces niet goed verloopt wordt de gebeurtenis niet
opgelost en kan een trauma ontstaan.
Er bestaat een vermoeden dat armoede een factor is die bevorderlijk werkt op seksueel
geweld. Een zeer ruime meerderheid van de plegers is man, een kleine groep is vrouw. De
meeste slachtoffers zijn vrouwen. Als hulpverlener kun je wanneer een slachtoffer zijn/haar
verhaal doet kiezen om of zelf deze persoon zelf te begeleiden of specialistische
therapeuten en/of justitie in te schakelen. Het erkennen en herkennen van de emoties die
contact met een pleger bij je oproept is belangrijk omdat je professioneel moet functioneren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zmyusofi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.