100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Volledige samenvatting ontwikkelingspsychologie voor de kennistoets 1001 dag en verder. €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Volledige samenvatting ontwikkelingspsychologie voor de kennistoets 1001 dag en verder.

 0 keer verkocht

Samenvatting voor het belangrijkste onderdeel van de kennistoets 1001 dag en verder van de opleiding Pedagogiek aan de HAN

Voorbeeld 4 van de 93  pagina's

  • Ja
  • 23 januari 2022
  • 93
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (23)
avatar-seller
elinescholten
Ontwikkelingspsychologie
R.S. Feldman.

Hoofdstuk 1, een inleiding in de ontwikkeling van het kind.

Ontwikkelingspsychologie.
Wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit vanaf conceptie tot
ouderdom.

Onderzoek naar ontwikkeling van kinderen wordt onderverdeeld in 4 centrale thema’s.
 Fysieke ontwikkeling = Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van
het lichaam. Zoals de hersenen, het zenuwstelsel, spieren, zintuigen en behoefte aan
eten, drinken en slaap.
Ontwikkelingspsychologen kijken naar invloed van het lichaam op ons gedrag.
 Cognitieve ontwikkeling = Ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop
het gedrag van de mens wordt beïnvloed door groei en verandering in de
eigenschappen die de ene persoon van de ander onderscheiden.
Ontwikkelingspsychologen kijken naar hoe het gedrag van mensen wordt beïnvloed
door groei en verandering in hun intellectuele (wat met verstand te maken heeft)
vermogens.
 Sociale ontwikkeling = ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties en
interacties met anderen.
Ontwikkelingspsychologen kijken naar de manier waarom de interacties van mensen
en hun sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel
blijven. En er wordt gekeken naar de stabiliteit en verandering in eigenschappen die
de ene persoon van de ander onderscheid.
 Persoonlijkheidsontwikkeling = kijkt naar de duurzame eigenschappen die de ene
persoon van de ander onderscheid.

Kinderen en jongeren worden onderverdeeld in leeftijdsgroepen:
 Prenatale periode = periode van conceptie tot geboorte.
 Baby- en peutertijd = van geboorte tot 3 jaar.
 Kleutertijd = 3 tot 6 jaar.
 Schooltijd = van 6 tot 12 jaar.
 Adolescentie = van 12 tot 20 jaar.

Sociale constructie.
Een idee over de realiteit dat breed geaccepteerd is, maar afhangt van de maatschappij en
cultuur op een bepaald moment. Omdat de grens tussen leeftijdsgroepen gebaseerd is op
een biologische verandering kan bijvoorbeeld de leeftijd waarop een kind de adolescentie
bereikt verschillen. De ene mens is sneller volgroeid dan de ander, dit kan te maken hebben
met omgevingsfactoren. Ontwikkelingspsychologen hebben het altijd over gemiddelden als
het om leeftijden gaat. Niet ieder persoon van dezelfde leeftijd behaald eenzelfde mijlpaal.
Hoe ouder kinderen worden, hoe duidelijker de onderlinge diversiteit wordt. Wanneer het
kind ouder wordt gaan omgevingsfactoren meer een rol spelen waardoor er meer variatie en
individuele verschillen ontstaan.

,Cohort.
Ieder mens behoort tot een specifiek cohort.
Een cohort is een groep mensen die rond dezelfde tijd en op dezelfde plek zijn geboren. Het
behoren tot een cohort onderwerpt mensen aan invloeden die betrekking hebben op
historische gebeurtenissen, leeftijdsgebonden gebeurtenissen, socio-culturele
gebeurtenissen en niet normatieve gebeurtenissen.
Cohorteffecten treden op als gevolg van normatieve, historisch bepaalde invloeden, dit zijn
biologische of omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan een specifiek historisch moment.

Mensen die tot een bepaald cohort behoren zijn onderhevig aan bepaalde normatieve
gebeurtenissen. Deze kunnen biologisch, sociaal of cultureel zijn.
 Normatieve gebeurtenissen.
Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde
manier voltrekt.
 Normatieve invloeden.
Invloeden die leiden tot conformiteit, omdat mensen de gevolgen van afwijkend
gedrag vrezen.
 Niet-normatieve gebeurtenissen.
Zijn van invloed op de ontwikkeling, dit zijn specifieke gebeurtenissen die plaats
vinden in het leven van een specifiek persoon op een tijdstip dat deze gebeurtenis
niet bij de meeste anderen overkomen.
 Leeftijdsgebonden invloeden.
Biologische en omgevings- invloeden die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde
leeftijdsgroep ongeacht waar of wanneer ze opgroeien.

Vroegere denkbeelden over kinderen, baby biografieën.
Geschriften waarin ouders probeerde de groei van hun kinderen bij te houden door fysieke
en taalkundige mijlpalen van het kind vast te leggen.

De twintigste eeuw, ontwikkelingspsychologie als discipline.
De wetenschappers die de basis van de ontwikkelingspsychologie legden hadden een
gemeenschappelijk doel: De aard van groei, verandering en stabiliteit tijdens de kindertijd en
adolescentie op een wetenschappelijke manier te bestuderen.

Vraagstukken rond om de ontwikkeling van een kind.
Continue verandering = geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau
voortvloeien uit die van vorige niveaus.

Discontinue verandering = ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaats vindt waarbij
elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan het gedrag in eerdere stadia.

Kwantitatief = iets wordt meer, bijvoorbeeld het aantal woorden dat een kind kent.
Kwalitatief = iets wordt verbeterd, bijvoorbeeld de uitspraak van woorden.

,Kritieke periode = een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis
grote gevolgen kan hebben. Er is sprake van een kritieke periode wanneer de aanwezigheid
van bepaalde omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling, of wanneer
blootstelling aan een bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg kan hebben.
Wanneer een kind in deze periode bepaalde invloeden mist kunnen de gevolgen
onomkeerbaar en permanent zijn.

Gevoelige periode = een afgebakende periode meestal vroeg in het leven van een kind
waarin het extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die betrekking hebben op een bepaald
facet in de ontwikkeling. Consequenties hiervan hoeven niet altijd permanent te zijn.

Nature = de nadruk ligt op het ontdekken van erfelijke eigenschappen en vermogens.
Nurture = de nadruk ligt op de invloed van de omgeving op iemands ontwikkeling.

Hoofdstuk 2, theoretische perspectieven en onderzoek.

Theorie.
Een verklaring van een interessant verschijnsel die een raamwerk biedt om de relaties tussen
een geordende reeks feiten of principes te begrijpen.

Persoonlijke theorieën = gebaseerd op willekeurige observaties die niet worden geverifieerd
Onderzoek theorieën = zijn formeler en gebaseerd op een systematische integratie van
eerdere bevindingen en theoretische veronderstellingen.

5 belangrijke perspectieven op de ontwikkeling van een kind.
 Psychodynamisch perspectief.
 Behavioristisch perspectief.
 Cognitief perspectief.
 Systematisch perspectief.
 Evolutionair perspectief.

Psychodynamisch perspectief.
Een benadering van ontwikkeling waarbij men er van uit gaat dat gedrag gemotiveerd wordt
door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten waarvan een persoon zich nauwelijks
bewust van is en weinig controle over heeft.

Freud.
De psychodynamische theorie van Freud.
De theorie van Freud gaat er van uit dat onbewuste krachten bepalend zijn voor iemand zijn
persoonlijkheid en gedrag. Ervaringen uit de kinderjaren zijn bepalend voor het verdere
leven, wanneer er in een fase iets misgaat heb je er later last van.

Freud verdeeld de persoonlijkheid in drie aspecten.
 Id = het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat
aanwezig is bij de geboorte. Het opereert vanuit het genotsprincipe, dat betekent
zoveel mogelijk bevrediging te creëren met zo weinig mogelijk inspanning

,  Ego = het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid. Het opereert vanuit het
realiteitsprincipe. Volgens Freud is een persoon in balans wanneer hij handelt van uit
het ego, dan is het een gezond persoon.
 Superego = het aspect van iemands persoonlijkheid dat iemands geweten
vertegenwoordigd en onderscheid beaamt tussen goed en kwaad.

Freud heeft een theorie ontwikkeld over de manier waarop de persoonlijkheid tijdens de
kindertijd wordt gevormd, psychoseksuele ontwikkeling:
Een theorie over een aantal fasen die kinderen doorlopen waarin genot of bevrediging
telkens op een andere biologische functie of ander deel van het lichaam gericht is. Wanneer
er iets misgaat in een van deze fase kan er fixatie ontstaan.

Fixatie = Gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een
onopgelost conflict.

Volgens Freud is de ontwikkeling afgerond wanneer de adolescentiefase is afgerond.

Kritiek op de theorie van Freud:
 Het idee dat mensen in de jeugdstadia doorlopen die hun persoonlijkheid als
volwassenen bepalen.
 Theorie is beperkt tot een bepaalde populatie
 Theorie wordt seksistisch en discriminerend naar vrouwen gevonden.

Erik Erikson.
De psychoanalyse van Erikson.
Es = driften
Ich = persoonlijkheid
Uber ich = geweten, wie je graag wil zijn.

De psychosociale theorie van Erikson.
Erik Erikson ontwikkelde een psychodynamische visie op de psychosociale ontwikkeling, de
nadruk werd gelegd op de sociale interactie tussen mensen. Er werd gekeken naar de
verandering in de manier waarop we tegen onze interacties met anderen aan kijken maar
ook hoe we aankijken tegen het gedrag van anderen en ons zelf als leden van de
maatschappij.

Volgens deze theorie ontwikkelen mensen zich gedurende hun hele leven in 8 aparte stadia.
Deze stadia manifesteren zich volgens een vast patroon en zijn min of meer gelijk voor alle
mensen.

Kritiekpunten op de theorie van Erikson:
 Theorie vooral gericht op de ontwikkeling van mannen.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elinescholten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64419 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd