Onderwerp Test Doelgroep Beschrijving Subtests
Intelligentie WISC
Begaafde kinderen (fluïd)
RAKIT-2 (Revisie Kinderen van 4;0 tot Brede algemene intelligentiebatterij voor het bepalen van algemeen Perceptueel redeneren (Figuur Herkennen, Exclusie,
Amsterdamse Kinder 12;6 jaar m intelligentieniveau en de opbouw van intelligentie Analogiëen, Kwantiteit, Verborgen Figuren)
Intelligentietest) Een maat voor fluid intelligence (verwerkingssnelheid en werkgeheugen) Verbaal redeneren (Woordbetekenis, Namen Leren)
IQ: 40-145 (bruikbaar voor onderzoek van kinderen met licht verstandelijke Ruimtelijke otiëntatie en tempo (Doolhoven,
beperking) Schrijven)
Primary mental abilities (Thurstone) en CHC-model Verbale vlotheid (Ideeënproductie, Vertelplaat)
Geautomatiseerde afname en scoring is mogelijk
Begaafde kinderen (fluïd)
KAIT-NL (Kaufman 14-85 jaar Ontwikkelt vanuit theoretisch uitgangspunt: Tien subtests, waarvan zes een kernbatterij vormen
Adolescent en Adult - Fluid vs crystallized (Catell en Horn) staan centraal Twee categorieën:
Intelligence Test – - Ontwikkelingspsychologie (Piaget) 1. Crystallized subtests
Nederlandse bewerking) - Theorie van Luria (planningsfunctie en executief functioneren) 2. Fluid subtests
Begaafde kinderen (fluïd)
SON-R 6-40 6-40 jaar Algemene intelligentie op een niet-talige manier onderzoeken. Redeneren 4 subtests
(Gereviseerde Snijders- wordt als kern van intelligentie gezien Redeneren:
Oomen Niet-verbale 1. Analogieën
Intelligentietest) Dove kinderen (kinderen met sensorische en motorische beperkingen) 2. Mozaïeken
Kinderen met een afwijkende taalontwikkeling Visueel-ruimtelijke informatieverwerking:
3. Categorieën
4. Patronen
WNV-NL (Wechsler Non- 4:0-21;11 jaar Algemene intelligentie onderzoeken bij kinderen en jongeren bij wie sprake is Twee testbatterijen, ieder bestaand uit 4 subtests
Verbale Intelligentietest) (j=4;0-7;11 jaar) van communicatieproblemen door taal-, spraak-, gehoor- en/of
(o= 8;0-21;11 jaar) contactproblemen
Kinderen met afwijkende taalontwikkeling
WPPSI-III-NL (Wechsler 2;6-3;11 jaar en 4;0- Brede algemene intelligentiebatterij Categorieën
Preschool and Primary 7;11 jaar Doel: een zo betrouwbaar mogelijk beeld geven van de cognitieve 1. Verbaal
Scale of Intelligence-III) mogelijkheden van jonge kinderen 2. Performaal
3. Verwerkingssnelheid
4. Algemene Taal Index
Raven-testserie SPM: vanaf 6 jaar Bestaat uit drie versies (SPM, CPM, APM)
CPM: 4-10 jaar SPM: voor kinderen vanaf 6 jaar en volwassenen waarbij men cognitieve
APM: vanaf 12 jaar problemen verwacht
Doen beroep op het inductief redeneren (fluïd intelligence)
, PTI-2 (Pictorial Test of 3;0-8;11 jaar met Niet-verbale, niet motorische intelligentie
Intelligence) spraak- en/of
motorische
ITVIK (Intelligentietest 6-15 à 16 jaar Gericht onderzoek naar de algemene intelligentie bij kinderen met een visuele 12 subtests
voor Visueel beperking Woordenschat, Geheugen, Verbale Vlotheid, Namen
Gehandicapte Kinderen) Leren, Verbale Analogieën
Gericht op ruimtelijke oriëntatie
NIO (Nederlandse Groep 8 basisschool, Ontwikkeld om keuzes met betrekking tot trajecten in het middelbaar Verbaal redeneren:
Intelligentietest voor hoogste groep onderwijs te kunnen maken. Aanvulling of alternatief op CITO. Nadruk ligt op - Synoniemen
Onderwijsniveau) speciaal onderwijs selectie en predictie, en minder op het verklaren van problematisch - Analogieën (appel = vrucht, roos =…)
en leerjaren 1,2 en 3 functioneren - Categorieën
van voortgezet Intelligentie als algemene factor maar ook samengesteld uit een aantal Symbolisch redeneren:
onderwijs groepsfactoren (hiërarchisch intelligentiemodel van Caroll) - Rekenen
- Getallen
- Uitslagen
Neurocognitief K-ABC (Kaufman Ability Gebaseerd op neuropsychologische theorie van Luria Simultane subtests:
functioneren Scale for Children) Onderscheid tussen simultane (gelijktijdige) en sequentiële (in tijd geordende) - Face recognition
(Luria) informatieverwerking Sequentiële subtests:
Welke voorkeur voor welke vorm informatieverwerking (simultaan of - Serial recall (Cijferreeksen)
sequentieel) heeft het kind het best ontwikkeld Verworven kennis schaal (Achievement Scale)
Doel: inzicht krijgen in het cognitieve profiel
CAS (Cognitive Op basis van de PASS-theorie (planning, attention, sequential processing, - Planning
Assessment System) simultaneous processing) - Successieve en;
Planning en aandacht zijn een uitbreiding op de theorie van Luria - Simultane informatieverwerking
Inzicht in de cognitieve basis van verschillende ontwikkelingsstoornissen (zoals - Aandacht
dyslexie en ADHD)
Leertests Test-Train-Test- Zwakbegaafde High-scores: kinderen die op de pretest (relatief) hoog scoren
procedure onderscheiden van Gainers: kinderen die leerwinst boeken
(Budoff) zwakbegaafde met Non-gainers: kinderen die niet profiteren van aangeboden hulp
als oorzaak de
omgeving Kinderen uit laag SES/migrantengezinnen zijn zwakbegaafd geworden door
de omgeving. Milieu en school sluiten niet voldoende op elkaar aan, waardoor
leerlingen falen op school
Testing-the-limits - Het effect van standaardinstructies Opgaven voor planning en ruimtelijk inzicht
(Grenzen-testen) - Het effect van verbalisatie tijdens en na de oplossing
- Het effect van de feedback (goed/fout)
, - Het effect van feedback over de gekozen oplossing
- Het effect van feedback en verbalisatie tijdens en na de oplossing
Testprestaties verbeteren significant
Voor kinderen met problemen met taalbegrip positieve mogelijkheden van het
Grenzen-testen gebaseerd op de Reynell Test voor Taalbegrip
Leertests van Guthke Normale en mentaal Kan de predicatieve validiteit (= de mate waarin een meetinstrument instaat is
geretardeerde te voorspellen) verhoogd worden in vergelijking met traditionele
kinderen intelligentietests?
- Langetermijntest: bijvoorbeeld de Reasoning learning test
- Kortetermijntest: bijvoorbeeld Preschool leerpotentiaal
- Intervaltest: meestal een stimuleringsprogramma dat voor
diagnostische doelen wordt gebruikt
LPAD (Learning Potential Leertest om te beoordelen waarin de cognitieve beperkingen van een kind - Non-verbale taken: analogieën,
Assessment) liggen en hoe ze kunnen worden opgeheven cijferreeksen en classificaties
- Learning by direct exposure (continue process) - Verbale taken
- Mediated learning (interactie tussen opgaven en kind verloopt via
een volwassene)
Hoe meer gemedieerde leerervaring een kind heeft gehad, hoe meer het kan
profiteren van direct ervaringsleren
Doel: ontwikkeling van nieuwe, adequate cognitieve structuren
CMB (Cognitive Voorschools leren De nadruk ligt op affectieve factoren: motieven, gevoelens en attitudes die Vijf sub schalen die ieder een ander gebied van
Modifiability Battery) interacteren met leren cognitief functioneren behandeld
LOK (Leertoetsen voor Vermoeden van het - Rekentoets: algemene begrippen, correspondentie, classificatie Twee toetsen:
Oudste Kleuters) optreden van (ordening), seriatie, conservatie, maatbegrip, tellen - Rekentoets
leerproblemen bij - Toets voor fonemisch bewustzijn: geheugen, auditieve analyse - Toets voor fonemisch bewustzijn
kinderen tussen 5;3 (woordidentificatie), auditieve analyse (lettergreepidentificatie),
dn 6;8 jaar woordobjectivatie, objectivatie, auditieve analyse
(foneemidentificatie), foneemanalyse
LEM (Leertest voor Kinderen met Cognitief ontwikkelingsniveau vaststellen Vijf subtests
Etnische Minderheden) Turkse of - Classificatie
Marokkaanse Aan elke subtests gaat een oefenfase vooraf en de testinstructie is non-verbaal. - Figuratieve analogieën
afkomst Tijdens de oefenfase wordt hulp geboden op het moment dat het kind fouten - Nazeggen van lettergrepen
5;4-7;9 jaar maakt - Woord-Objectassociatie (twee vormen)
Totale testscore = leerpotentiaal score
Kinderen met Kinderen met etnische minderheden: groot verschil tussen het actuele
opvallende ontwikkelingsniveau (intelligentietest) en potentiele niveau (leertest)
taalproblemen
Opgavenklassen Inductief Redeneren Groeperen op basis van kenmerken
(stimulerings- Opgavenklasse: - Generalisatie