Vakspecialisatie BWO blok 1: kennistoets
profileringsruimte sportklas jaar 3 21-22
Stof:
Basisdocument bewegingsonderwijs
- Inleidende deel Basisdocument, pp.19-23
T.a.v. de leerlijnen gaat het vooral om de doorgaande lijnen en volgordeprincipes binnen een
leerlijn.
Bij elke kernactiviteit bestudeer je dan ook steeds:
- Paragraaf 1 (activiteitsbeschrijving)
- Paragraaf 2 (starten van de activiteit) en
- Paragraaf 5 (vervolg- en verwante activiteiten).
Leerlijn balanceren – bewegingsthema glijden & Acrobatiek, pp. 59 + 78-97
Leerlijn zwaaien – bewegingsthema schommelen & hangend zwaaien, pp. 117-141
Leerlijn springen – bewegingsthema vrije sprongen, pp. 164-176
Leerlijn doelspelen – bewegingsthema keeperspelen & lummelspelen, pp. 290-318
Leerlijn tikspelen – bewegingsthema tikspelen & afgooispelen, pp.332 - 360
Leerlijn stoeien, pp. 374-387
Leerlijn bewegen en muziek – bewegingsthema tempo & frasering, pp. 388-407
Perspectieven op bewegen
Kijk op bewegingsonderwijs blz. 8-13, 14-16, 19-27
Organiseren van bewegingssituaties, blz. 45-53, 58-68
Basisdocument bewegingsonderwijs
Inleidende deel pp. 19-23.
§2.2: Overzicht van leerlijnen en bewegingsthema’s.
Binnen de leerlijn worden de bewegingsactiviteiten geordend binnen bewegingsthema’s. In schema:
Leerlijn Bewegingsthema Bewegingsprobleem
Balanceren Balanceren Handhaven van evenwicht en herstellen van
evenwichtsverstoringen bij het verplaatsen op een
(in)stabiel vlak.
Rijden Vaart maken op een rijtuig om in balans vaart te behouden.
Glijden Vaart maken op een glijvlak om in balans vaart te behouden.
Acrobatiek In balans uitvoeren van een beweging of pose in
samenwerking met een ander of anderen.
Klimmen Klauteren Handhaven van voldoende grip met de handen en steun met
de voeten om te verplaatsen over klautervlakken.
Touwklimmen Handhaven van voldoende grip en creëren van steunpunten
voor de voeten in één of meerdere touwen om te
verplaatsen.
Zwaaien Schommelen Meebewegen in zit of stand op een schommeltoestel om de
zwaai te vergroten of te onderhouden.
Hangend zwaaien Meebewegen aan een zwaaiend toestel om de zwaai te
vergroten of te onderhouden.
Steunend zwaaien Komen tot steun op een zwaaiend toestel om de zwaai te
, vergroten of te onderhouden.
Over de kop Over de kop gaan Inzetten van rotatie tot over de kop gaan en tijdig deze
gaan rotatie weer afremmen.
Springen Vrije sprongen Afzetten om lang in de lucht te zweven.
Steunspringen Afzetten om lang te zweven voor en/of na de
handenplaatsing op een steunvlak.
Loopspringen Passeren van een hindernis en gelijkmatig door kunnen
lopen of springen na de hindernis.
Touwtjespringen Afzetten om in herhaling in of over een ronddraaiend touw
te springen.
Ver- en Afzetten om een zo groot mogelijke afstand of hoogte te
hoogspringen overbruggen.
Hardlopen Hardlopen Lopen om zo snel mogelijk ergens te komen.
Mikken Wegspelen Wegspelen van een speelvoorwerp om dit zo hard en/of ver
mogelijk weg te krijgen.
Mikken Wegspelen van een speelvoorwerp om dit zo precies
mogelijk in of tegen een mikdoel te krijgen.
Jongleren Werpen en vangen Wegspelen van een speelvoorwerp zodat dit gevangen kan
worden.
Soleren Een speelvoorwerp tikkend in beweging houden.
Retourneren Heen en weer tikken (slaan) van een speelvoorwerp samen
met een medespeler.
Doelspelen Keeperspelen Met een bal een tegenstander (keeper) passeren om een
doel te raken, terwijl de tegenspeler probeert de bal te
onderscheppen om het doel te verdedigen.
Lummelspelen Met een bal een tegenstander (lummel) passeren om een
medespeler te bereiken, terwijl de tegenspeler probeert de
bal te onderscheppen om zelf in balbezit te komen.
Aangepaste Met een bal een tegenspeler (verdediger) passeren om
sportspelen zichzelf of een medespeler in scoringspositie te brengen,
terwijl de tegenspelers proberen de bal te onderscheppen
en een doelpoging proberen te voorkomen.
Tikspelen Tikspelen Bedreigen van een loper door deze te willen tikken, terwijl
de loper probeert het tikken te voorkomen.
Afgooispelen Bedreigen van een loper door deze af te willen gooien,
terwijl de loper probeert het afgooien te voorkomen.
Honkloopspelen Bedreigen van de loper door deze met de bal in de hand uit
te tikken of uit te branden op een honk, terwijl de loper
probeert het uittikken of -branden te voorkomen.
Stoeispelen Stoeispelen Duwen of trekken aan een tegenstander om deze uit balans
te brengen terwijl deze probeert deze balansverstoringen te
voorkomen.
Bewegen op Bewegen n.a.v. het Aanpassen van het tempo en ritme van het bewegen aan het
muziek tempo van de tempo en ritme van de muziek.
muziek
Bewegen n.a.v. de Aanpassen van het moment van inzetten, stoppen en
frasering in de veranderen van richting van bewegen aan de frasering in de
muziek muziek
Een dans uitvoeren Uitvoeren van verschillende bewegingspatronen op de
op muziek muziek.
,In enkele gevallen, bij kleine leerlijnen, is er één bewegingsthema, bijvoorbeeld bij hardlopen en
stoeispelen.
§2.3: Kernactiviteiten.
Een kernactiviteit is een bewegingsactiviteit waarin een bepaald bewegingsprobleem indringend aan
de orde komt. Bij de keuze voor kernactiviteiten zijn de volgende criteria gehanteerd:
De activiteit:
- Heeft relevantie voor de hedendaagse bewegingscultuur van de kinderen en het
vervolgonderwijs.
- Is voor 90% van de kinderen haalbaar.
- Komt regelmatig terug in het programma.
- Leidt tot een longitudinale lijn in leerresultaten.
- Biedt realisatiemogelijkheden in een redelijk ingerichte accommodatie.
- Biedt mogelijkheden voor realisatie van pedagogische bedoelingen.
- Biedt mogelijkheden om ook reguleringsdoelen aan de orde te stellen.
Vanuit de uitgangspunten en het gehanteerde vakconcept voor bewegingsonderwijs is met name van
belang dat er bij de keuze van de kernactiviteiten niet te snel uitvallers zijn voor wie de activiteit te
moeilijk is. De kernactiviteiten staan in een longitudinale lijn en worden dus geleidelijk aan voor de
verschillende leeftijdsgroepen complexer. Binnen het bewegingsthema balanceren worden onder
andere de volgende kernactiviteiten onderscheiden:
- Gaan over een recht balanceervlak (groep 1/2).
- Gaan over een schuin vlak (groep 3/4).
- Gaan over een half instabiel balanceervlak (groep 5/6).
- Gaan over een instabiel balanceervlak (groep 7/8).
Bij de keuze van het aantal kernactiviteiten is overigens nadrukkelijk rekening gehouden met de
beschikbare lestijd.
§2.4: Verwante activiteiten.
Bij ieder bewegingsthema worden per leeftijdsgroep ook één of meer verwante activiteiten
genoemd.
§2.5: Uitbouwfactoren.
Binnen ieder bewegingsthema worden uitbouwfactoren genoemd ten aanzien van:
- Het arrangement (bijv. de hoogte van het toestel, de inrichting van het speelveld etc.).
- De uitvoeringswijze (bijv. de uitvoering van de sprong, de wijze van landen, de hantering van
het spelmateriaal etc.).
- De reguleringswijze (bijv. de manier van hulpverlenen en samenwerken).
Bij het aangeven van uitbouwfactoren ten aanzien van het arrangement en de uitvoeringswijze is
zoveel mogelijk gebruikgemaakt van de formulering ‘van … naar …’, zodat daarin ook de toenemende
complexiteit zichtbaar wordt.
§6.1: Leerlijn balanceren.
Inleiding:
Het balanceren begint met de eerste pogingen van een kind om te gaan staan.
Kenmerken van balanceeractiviteiten:
- Gaan over een beperkt stabiel vlak.
- Gaan over een beperkt labiel vlak.
, - Verplaatsen met behulp van losse materialen (klossen, stelten).
- Passeren van hindernissen op een beperkt vlak.
- Passeren van een ander op een beperkt vlak.
- Elkaar in evenwicht houden.
- Zoeken naar een gezamenlijke balans.
Bewegingsthema’s:
Voor het basisonderwijs kunnen de diverse balanceeractiviteiten binnen vier bewegingsthema’s
verzameld worden.
Bewegingsthema Bewegingsprobleem
Balanceren Handhaven van evenwicht en herstellen van
evenwichtsverstoringen bij het verplaatsen op
een (in)stabiel vlak.
Rijden Vaart maken op een rijtuig om in balans vaart te
behouden.
Glijden Vaart maken op een glijvlak om in balans vaart
te behouden.
Acrobatiek In balans uitvoeren van een beweging of pose in
samenwerking met ander(en).
§6.1.3: Bewegingsthema glijden.
Bewegingsprobleem:
Vaart maken op een glijvlak om in balans vaart te behouden.
Kernactiviteiten glijden:
1/2 Glijden van brede glijbaan
3/4 Glijden van smalle glijbaan
5/6 Glijden met afzweven
7/8 Staand glijden van brede glijbaan
Verwante activiteiten:
1/2 Schaatsen op dubbel ijzer
3/4 Schaatsen op dubbel ijzer
5/6 Schaatsen
7/8 Schaatsen
Uitbouwfactoren:
Arrangement - Van een brede naar een smalle glijbaan
- Van een vlakke naar een steile glijbaan
- Van een korte naar een lange glijbaan
- Van glijden zonder matje naar glijden
met matje
- Van zonder naar met afzweven
Uitvoeringswijze - Van langzaam naar snel glijden
- Van zittend naar staand glijden
Reguleringswijze - Tijdig en eerlijk van beurt wisselen
- Kennis hebben over gevaarfactoren bij
het glijden
- Enige kennis hebben over hoe je sneller
kunt glijden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melissajongbloed. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,69. Je zit daarna nergens aan vast.