Praktische pedagogiek
College 1: 16-04-2021
Pedagogiek ‘nieuwe’ wetenschap
- Vroege ‘pedagogen’ waren filosofen (Locke, Rousseau)
- Als geesteswetenschap 100 jaar oud (hoogleraren vanaf 1918)
- Behoefte om
o Ontwikkeling van kinderen te begrijpen
o Te weten hoe te handelen
- Pedagogiek: gevormd door fundamenteel levensbeschouwelijke waarden
- Psychologie: empirisch georiënteerd
Empirisch-analytische en normatieve pedagogiek complementair
- Nu: meer empirisch-analytisch, maar nog steeds normatief
o Wanneer is iets goed genoeg? (opvoeding, ouder, pedagoog)
- Opvoeders wegen normen en waarden mee
- Ideeën over opvoeding anderen
- Achtergrond onderzoeker veroorzaakt subjectiviteit
We zoeken nog steeds naar antwoorden
- Stopjofrost belachelijk wat ze deed/heel autoritair
- Gojofrost goede pedagoog
Waar komt opvoedingsonzekerheid vandaan?
- Bewust kiezen voor kinderen en bewust opvoeden dus je moet de kinderen gelukkig
maken, want jouw keuze en je hebt er verwachtingen van
- Gebrek aan praktische ervaring
- Nieuwe situaties samengesteld gezin, twee vaders, twee moeder etc.
- Proto-professionalisering je weet iets niet, dus je gaan zelf onderzoek doen op google
- Gemêleerde samenleving allerlei nationaliteiten die bij elkaar wonen en die allemaal iets
anders doen wat betreft de opvoeding
- Teveel bemoeienis van opvoedingsdeskundigen
Transactioneel model (Sameroff & Chandler, 1975)
- Dat wat een ouder doet en dat wat een kind doet, staat niet los van elkaar
- Kinderen en ouders reageren altijd op elkaar
- Het begint met één dingetje, en het ouder en het kind reageren steeds op elkaar
- Met stappen terug gaan kan je problemen oplossen
De ‘real patient’
- Ontwikkeling kind product van interactie tussen kind en externe sociale ervaringen
- ‘The real patient’ … de ouder-kind relatie (p.5)
Excessief huilen/slaapproblemen/eetproblemen
- Traditioneel: behandeling kind in medische context
- Maar: ouder + kind vormen systeem (regulerend/interacterend)
- Richt behandeling op ouder-kind relatie
,Ports of entry: the three Rs of treatment within a transactional model (de deuren van het system)
- Wat je gaat behandelen is het hele systeem:
interactie tussen ouder en kind
- Ergens ga je naar binnen, waardoor het hele
systeem verandert, waardoor alles weer beter
gaat lopen
Remediation: behandeling
- Intervention goals ‘… fit the child to preexisting
caregiving competencies that are already
adequate if the child behaves as expected’
- De problemen van het kind zijn niet toe te wijzen aan de opvoeding van de ouders, dus
wanneer je de opvoeding zou veranderen zouden de problemen ook niet opgelost kunnen
worden. Een oplossing wordt daarom gezocht in medicatie. Het kind krijgt medicatie
toegediend, waardoor de problemen zijn opgelost en er weer een goede ouder-kind relatie
en interactie is.
- Voorbeeld: ADHD – ritalin of faalangst – therapie
Redifine: herdefinitie
- ‘Existing family representations do not fit with the child’s behaviour
- De verwachting die jij had van het kind of van het hebben van een gezin klopt niet met
hetgeen wat daadwerkelijk gebeurt
- Intervention goal: veranderen overtuigingen en verwachtingen van ouders, zodat je het
(gedrag van het) kind beter begrijpt en er anders mee om gaat
- Voorbeeld: hoog sensitief kind
Reeducate: (opnieuw?) opleiden
- Intervention goal: ‘immediate and momentary exchanges between the parent and the child
that are associated with optimal development’ (p.20)
- Ouders anders proberen te laten reageren op het kind, op een cognitieve manier/opnieuw
leren opvoeden van ouders
- Gericht op familie of ouder
o Informatieverschaffing
o Specifieke opvoedvaardigheden
- Voorbeelden: Jo Frost, video interactie begeleiding
Transactionale diagnosis decision flow chart based on the three Rs
,Spill-over effect
- Ports of entry ingebed in system
o Ouder
o Kind
o Interactie tussen kind en ouder
o Sets gerepresenteerde relaties
- Dynamische onderlinge afhankelijkheid
o Benadering hoeft niet specifiek te zijn
o Toegang (interventie) door één port of entry beïnvloedt het hele systeem (spill-over
effect, dus het overstroomt naar de andere gebieden, dus heeft invloed op alles)
Motherhood constellation (Daniel Stern, 1995)
- Een moeder is niet dezelfde vrouw die ze was voor het moederschap
- Volgen andere psychologische paden
Andere psychologische paden – andere sensorische voorkeuren en gevoeligheden
- Minder interesse in anderen
- Minder interesse in competentie en dominantie
- Meer interesse in verzorgen
- Preoccupatie met liefde voor kind
Motherhood constellation
- Roze wolk: ‘verliefd’
- Nieuwe angsten
- Behoefte aan vrouwen met ervaring
Belangrijk voor de professional
- Nieuwe cliënt met andere angsten, wensen, gedragingen
o Rekening mee houden in klinische context
- Belangrijk: gelijkwaardige inbreng
o Pedagogisch adviseur in algemeen deskundig
o Ouders zijn ervaringsdeskundig op gebied van eigen kind en eigen opvoedingssituatie
- Houd rekening met uitgeputte moeder en ‘kom-niet-aan-mijn-kind’-houding
E=KxA
- Het effect (E ) van een advies is het product van de kwaliteit (K) van het advies en de
acceptatie (A) van het advies door de cliënt
Gina Ford en Jean Liedloff
- Gebaseerd op diepe persoonlijke overtuiging auteur
- Adviezen volledig tegengesteld
- Wat is ‘waar’?
o En geldt dat dan voor alle kinderen?
Opvoedproblemen is niet gelijk aan medische problemen
- Medische problemen
o Meting objectief
o Oorzaak is aan te wijzen
o Indien medicijn beschikbaar, oplossing binnen bereik
- Opvoedproblemen
, o Meting is vaak subjectief
o Oorzaak moeilijk aan te wijzen
Genetisch?
Opvoeding?
o Oorzaak is niet duidelijk – oplossing is niet duidelijk
Belang van wetenschappelijke onderbouwing bij opvoedingsadvies
- Spock 1958 editie: leg baby op buik te slapen
- Jaren ’70: ontdekking van hogere incidentie SIDS (wiegendood) bij buikligging
- Advies pas gewijzigd in jaren ‘90
o Wilde berekeningen: 50.000 (?!) sterfgevallen hadden kunnen worden voorkomen in
Europa, VS en Australië
Het best-verkochte Nederlandse opvoedboek/babyboek
- 10 precies te voorspellen groeispongen in eerste 20 maanden
- Voorafgaand aan sprong: moeilijke periode (de drie H’s)
o Huilerigheid
o Hangerigheid
o Humeurigheid
Replicatie onderzoek: opzet (1992)
- Oei ik groep
o 15 moeders, 20 maanden wekelijkse vragenlijst
o 2 moeder, 15 maanden 1x per maand geobserveerd
o Codering vragenlijst, niet blind, geen vaste criteria voor codering
- Replicatie De Weerth
o 20 moeders, 20 maanden wekelijkse vragenlijst
o 4 maande, 15 maanden 1x per week geobserveerd
o Codering vragenlijst, blind, vaste criteria voor codering
Replicatie onderzoek: resultaten (1995)
- Oei ik groei
o 10 sprongen in 20 weken
o Sprongen vinden plaats volgens een vast en universeel tijdschema
o Sprongen hangen samen met huilgedrag
- De Weerth
o Soms sprongsgewijze ontwikkeling, maar maximaal 4 waargenomen
o Sprongen vinden iet plaats in de weken van Plooij
o Sprongen hangen niet samen met huilgedrag
Verdere bevindingen de Weerth
- (Huil)gedrag van baby’s verschilt sterk van week tot week
o Bij veel onderzoek metingen 1x per maand of kwartaal
- Baby’s vaak huildagen zonder aanleiding
o Niet veroorzaakt door moeder
o Niet veroorzaakt door ziekte
Jaren divers wetenschappelijk onderzoek spreken Plooij tegen
- Kennis over werkelijk leeftijd baby’s is/was onnauwkeurig
- Biologische en psychologische ontwikkeling zeer variabel en individueel verschillend
- Geen vaste volgorde voor ontwikkeling vaardigheden