Maatschappijleer samenvatting hoofdstuk 3 tot en met 7 rechtstaat
3 legaliteitsbeginsel
Legaliteitbeginsel: iemands vrijheid kan alleen ingeperkt worden als de rechtmatigheid van
die beperking is vastgesteld in de wetten en regels die door het parlement zijn opgenomen.
Legaliteitsbeginsel en de rechtsstaat
Het legaliteitsbeginsel leidt tot heerschappij van de wet en rechtszekerheid: Burgers weten
in relatie tot elkaar en tot de overheid waar ze aan toe zijn.
Regels en wetten
Vaak komen normen en gedragsregels voort uit geloof, tradities en gewoonten.
Wetten/ rechtsnormen → zijn gedragsregels of voorschriften die door de overheid wettelijk
zijn vastgesteld.
Recht: het geheel van in wetten vastgestelde regels
Rechtsorde: Het geheel van rechtsregels en rechtsbeginselen en de manier waarop het recht
is georganiseerd.
2 redenen voor het opstellen van wetten:
- Doelmachtigheid: chaos en eigenrichting voorkomen. (We fietsen aan dezelfde kant
van de straat)
- Zedelijk bewustzijn: laten zien welke waarden en normen we delen en wat we goed
of fout vinden. (Je mag niet iemand in elkaar slaan, zie je terug in het wettelijk
verbod op mishandeling)
Kwaliteit van de wetten
Wetten veranderen mee met opvattingen. Dit is omdat wanneer wetten zo veel mogelijk
overeenkomen met de opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad, zullen
we ons er eerder aan houden (bijvoorbeeld homohuwelijk).
Om kwaliteit te waarborgen, moeten wetten aan bepaalde eisen voldoen:
- Wetten moeten algemeen zijn (ze moeten voor iedereen gelden)
- Wetten moeten openbaar en begrijpelijk zijn
- Wetten mogen geen onmogelijke eisen stellen waar burgers niet aan kunnen
voldoen
- Wetten mogen niet met een tegenwerkende kracht worden toegepast (burgers
verliezen anders vertrouwen in het recht)
- Wetten mogen niet onderling tegenstrijdig zijn
- Wetten mogen niet te vaak worden veranderd (tast rechtszekerheid aan)
- Toepassing van de wetten moet redelijk, billijk en zorgvuldig zijn (Voor door rood
rijden moet je niet de gevangenis in moeten)
,Het legaliteitsbeginsel bestaat dus uit 2 belangrijke elementen:
1. Al het overheidshandelen berust op wetgeving
2. De wetgeving voldoet aan de genoemde kwaliteitseisen
Uitbouw van de sociale rechtsstaat
Nederland werd in de 19e eeuw als een nachtwakersstaat gezien. Door grote sociale
misstanden groeide vanaf die tijd de sociale wetgeving in Nederland. Er gaan een aantal
ontwikkelingen gepaard met de uitbouw van de sociale rechtsstaat:
- Na de tweede wereldoorlog namen de taken van de overheid toe. Dit kwam door de
wederopbouw van het land en de groeiende invloed van sociale grondrechten.
- Naarmate de sociale rechtsstaat verder werd uitgebouwd, bleek het
legaliteitsbeginsel minder goed houdbaar. Met de enorme groei aan overheidstaken,
groeide ook de behoefte aan de uitbreiding van de overheidsbevoegdheden. De
nationale overheid delegeerde steeds meer bevoegdheden naar lagere overheden
(gemeenten, provincies) waardoor een “oerwoud aan wetten ontstond”. Dit
belemmerde de effectiviteit van de overheid en de houdbaarheid van het
legaliteitsbeginsel. De wetten voldeden niet meer aan de kwaliteit eisen.
Om orde op zaken te stellen werd in 1994 de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)
ingevoerd. In deze wet staat dat wetgeving aan beginselen van behoorlijk bestuur moet
voldoen. Het legaliteitsbeginsel moet in acht worden genomen. Hierin staan onder andere
de volgende beginselen van behoorlijk bestuur:
- De overheid moet zorgvuldig besluiten nemen en motiveren. De burger moeten
weten waar hij aan toe is.
- De burger moet kunnen vertrouwen dat de overheid zich aan zijn woord houdt.
- De overheid maakt geen misbruik van bevoegdheden.
De AWB probeert de wetgeving weer aan de kwaliteitseisen te onderwerpen en daardoor
het legaliteitsbeginsel te versterken.
Privatisering en deregulering
Door de groei aan overheidstaken kon de overheid minder efficiënt besturen. Daarnaast kon
de overheid haar uitgaven steeds moeilijker onder controle houden. Sommige
overheidstaken werden daarom gedereguleerd, verzelfstandigd of geprivatiseerd. Denk aan:
- Sociale woningbouw
- Musea
- Openbaar vervoer
- Telecommunicatie
- De zorgsector
Geprivatiseerd: Ze komen in handen van private ondernemingen. Publieke belangen werden
du niet meer behartigd door wetten, maar door contracten die burgers kunnen afsluiten.
Denk bijvoorbeeld aan een zorgverzekeraar. Marktautoriteiten moet de kwaliteit van de
prestaties controleren. De macht van de overheid werd dus voor een belangrijkdeel
overgedragen aan markautoriteiten. Deze zijn niet democratisch gekozen en mogen hun
eigen regels opstellen.
, Markt en overheid
Belangrijk voor onze economie en ondernemingsactiviteiten is rechtszekerheid en een
goedwerkende vrije makt. Daarom zijn wetten en regels onmisbaar om markten goed en
eerlijk te laten functioneren. Markt en overheid hangen daarom met elkaar samen.
Overheden moeten zorgen voor duidelijke regels die afdwingbaar zijn en niet willekeurig
worden toegepast. Denk hierbij aan regels omtrent:
- Kartelvorming (verbod op prijsafspraken)
- Privacy
- Consumentvoorlichting
- Overeenkomstige regelgeving (Omdat grote onderneming wereldwijd zitten, is het
belangrijk niet te veel verschillen en overal worden nageleefd)
Horizontale en verticale machtsverhouding
Horizontaal recht → Rechtsregels over de relatie tussen burgers onderling. Deze regels zijn
vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. (Denk aan een koopcontract)
Verticaal recht → Rechtsregels over de relatie tussen overheid en burger. We spreken hier
van het publiekrecht. (Denk aan belastingplicht)
4 Trias politica: scheiding en evenwicht van machten
De staatsmacht wordt intern gescheiden in drie afzonderlijke machten:
- Wetgevende macht
- Rechtsprekende macht trais politica
- Uitvoerende macht
Dit is bedacht door Charles Montesquieu (1689-1755).
Wetgevende macht – stelt wetten op
Uitvoerende macht – voert wetten uit
Rechtsprekende macht – oordeelt in conflicten over de juiste toepassing van de wet
Ontstaan en doel van de trias politica
Door de opdeling van de machten is er geen sprake van machtismisbruik. Toch is dit niet
genoeg, aangezien er in de machten nog machtsmisbruik kan plaatsvinden. Daarom
introduceerde Montesquieu een systeem van checks and balances. De machten controleren
elkaar (checks) en werken evenwichtig samen (balances). Zo vullen ze elkaar aan.
Doel → Politieke vrijheid en bescherming van de burger tegen de overheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hansjevanzuydam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.