HC6 Medisch Afweer
Tentamenvragen:
1. Wat staat aangegeven bij 2?
a. Sulcus palpebralis inferior
b. Sulcus malaris
c. Sulcus nasojugalis
d. Sulcus palpebralis superior
2. Deze patiënt wordt gevraagd zijn ogen te sluiten. Wat is de meest waarschijnlijke
zenuw die is aangedaan?
a. N. oculomotorius
b. N. facialis
c. N. abducens
d. N. trigeminus
3. Je ziet hier een pterygium. Dit is een aandoening, waarbij de conjunctiva over de
cornea groeit in een driehoekige vorm. In welk deel van de conjunctiva begint deze
aandoening?
a. De fornix
b. De palpebrale conjunctiva
c. De bulbaire conjunctiva
, 4. Je ziet hier de drie lagen van de traanfilm. Waardoor wordt de mucus laag
geproduceerd?
a. Gobletcellen of slijmbekercellen
b. Klieren van Meibom
c. Klieren van Zeis
5. Je ziet hier een hordeolum internum. Dit is een acute ontsteking van een in het ooglid
gelegen:
a. Klier van Meibom
b. Klier van Zeis
c. Klier van Moll
6. Fenylefrine is een sympathicomimeticum dat gebruikt wordt voor het verwijden van de
pupil. Onzorgvuldig gebruik kan een systemisch effect hebben. Welk effect verwacht
je op de hartslag bij onzorgvuldig gebruik?
a. Hartslag omhoog
b. Hartslag omlaag
7. Je ziet hier dat de pupil aan één oog is aangedaan door een N. III verlamming. Welk
deel van het autonome deel van het zenuwstelsel is hierdoor ook aangedaan?
a. Het sympathische deel van het zenuwstelsel
b. Het parasympathische deel van het zenuwstelsel