Masterclass Psychosen en Prepsychotische Beelden Vrije Universiteit Amsterdam
Samenvatting Handboek Psychose (deeltoets 2)
Hoofdstuk 5: Cognitie
5.1
70 tot 80% van mensen met psychotische stoornis heeft cognitieve functiestoornis -> te
weinig specifiek voor in de DSM-5 (komt bij veel psychische stoornissen voor)
Wel als een van de 5 symptoomdimensies van psychotische stoornissen opgenomen in
de appendix van de DSM-5 (naast psychotische symptomen, negatieve symptomen,
manie en depressie)
5.2
Geen kenmerkend neuropsychologisch profiel -> gemiddeld functioneert hele groep slecht,
maar individueel van normaal tot 2 sd onder het normgemiddelde
Advies zorgstandaard ‘Psychose’: na 1e psychose standaard NPO, in latere fasen op indicatie
Domeinen Measurement and Treatment Research to Improve Cognition in Schizophrenia
(MATRICS)-testbatterij:
Voor alle domeinen behalve verbaal begrip (te weinig gevoelig voor veranderingen door
interventies) zijn tests geselecteerd
1. Snelheid van informatieverwerking
Hogere cognitieve functies berusten op processen die hier deels afhankelijk van
zijn (bv werkgeheugen)
Gemeten met codeertaken (bv Symbol Digit Substitution Test) -> gemiddeld
substantieel verminderde capaciteit (1-1.5 sd)
Of basistaken (bv Stroop-test en Trailmaking Test (TMT)) -> gemiddeld geringer
verminderde capaciteit (0.5-1 sd)
2. Aandacht en vigilantie: vormen en vasthouden van een alerte toestand
1e aspect gemeten met reactietijdtaken -> consistente, maar in grootte variabele
afwijking (0.5-1.5 sd)
2e aspecten gemeten met taken voor volgehouden aandacht (bv Continuous
Performance Test (CPT)) -> 1 sd
3. Werkgeheugen: capaciteit om informatie gedurende enige tijd actief beschikbaar te
houden en deze informatie vervolgens te bewerken
Vasthouden informatie gemeten met Cijferreeksen Voorwaarts -> matig tot
grote stoornissen (ruim 0.5 sd)
Bewerken informatie gemeten met Cijferreeksen Achterwaarts -> ernst van de
afwijking neemt fors toe (1 sd)
Gemeten met Letter Number Span (verbaal werkgeheugen) en de Corsi Block
Span (visuospatieel werkgeheugen)
4. Verbaal leren
Verbaal geheugen gemeten met woordenleertaken (bv
Vijftienwoordenleertaak, Hopkins Verbal Learning Test, Verbale Leer- en
Geheugentest)
Visueel geheugen gemeten met Complexe Figuur van Rey, of van onderdelen van
de Wechsler Memory Scale (3e editie)
5. Visueel leren
Stoornissen bij schizofrenie hebben betrekking op het declaratief (expliciete)
geheugen, vooral encoderen van informatie (verbaal en visueel leren), opslag en
terughalen van informatie is minder aangedaan
,Masterclass Psychosen en Prepsychotische Beelden Vrije Universiteit Amsterdam
Direct geheugen gemeten: verbale informatie (1-1.5 sd) en non-verbale
informatie (0.5-1 sd)
Actief terughalen informatie (recall) ernstiger verstoord dan herkennen
informatie (recognition) -> verwijst op frontale component naast temporale
cortex
6. Verbaal begrip
7. Logisch redeneren en probleemoplossen (executieve functies): plannen,
organiseren en controleren van gedrag
Gemeten met Wisconsin Card Sorting Test (WCST): complexe test die abstracte
conceptformatie als flexibiliteit en controle van gedrag meet
Gemeten met Word Fluency Test (WFT)
Gemeten met interferentietaak van de Stroop-test: onderdrukken van
automatische reactie (of selectieve aandacht)
Deel B van de TMT: wisselen tussen 2 reeksen (of verdeelde aandacht)
Forse afwijkingen op al deze taken (1 à 2 sd)
8. Sociale cognitie: vermogen om emoties en intenties van anderen waar te nemen
Lagere-ordeprocessen (basale emotieperceptie); geoperationaliseerd als het
waarnemen van emotionele gezichtsuitdrukkingen en de emotionele toon in
vocale uitingen
Hogere-ordeprocessen (interpretatie van waargenomen sociale informatie) ->
onderverdeling in:
a) Sociale perceptie: waarnemen van complexere sociale regels en rollen
b) Sociale kennis: begrijpen van rollen, regels en doelen die sociale
situaties karakteriseren
c) Theory of mind (ToM): vermogen om mentale toestand van anderen
te interpreteren
d) Attributiestijl: hoe iemand oorzaken voor negatieve en positieve
uitkomsten uitlegt en hoe de attributie van causaliteit leidt tot
interpretatie van een gebeurtenis
Gemeten met Mayer-Salovey Caruso Emotional Intelligence Test Scales
(MSCEIT): doet achtereenvolgens beroep op waarnemen van emoties, gebruiken
van emoties om gedachten te faciliteren, begrijpen van emoties, reguleren van
emoties
Afwijkingen in alle domeinen (ToM en emotieperceptie zijn het meest onderzocht)
5.2.2
Cognitieve tendensen die een rol spelen bij ontstaan en in stand houden van hallucinaties
en/of wanen
o Jumping to conclusions (JTC): overhaast trekken van conclusies obv weinig informatie
Geassocieerd met wanen
o Bias against disconfirmatory evidence: neiging zeer rigide vast te houden aan de
eigen overtuiging, ook bij tegenstrijdige informatie
o Bronmonitoringstendens: moeite om de bron van eigen gedachten of geheugeninhoud
te onderscheiden
Geassocieerd met hallucinaties, UHR en 1e graads verwanten
o Disfunctie van het metageheugen: overmatig vertrouwen bij geheugenfouten of teveel
zelfvertrouwen ervaren bij foutieve reproductie van herinneringen en onzekerheid bij
juiste reproductie
o Self-serving bias: neiging positieve gebeurtenissen aan zichzelf toe te schrijven en de
oorzaak van negatieve gebeurtenissen bij de ander te leggen
, Masterclass Psychosen en Prepsychotische Beelden Vrije Universiteit Amsterdam
o Negatieve cognitieve schema’s: neiging om gewone intrusies als extreem negatief te
beoordelen
Meetinstrumenten oa Davos Assessment of Cognitive Biases Scale (DACOBS) en Meta
Cognitions Questionnaire (MCQ)
5.3
Al ruim voor 1e psychotische episode aanwijzingen voor lichte afwijking in cognitie
(adolescentie), emotie (adolescentie) en motoriek (in de vroege kindertijd) bij deel van
patiënten
Dunedin Cohort: individuen die op 32-jarige leeftijd de diagnose schizofrenie kregen,
vertoonden op de leeftijd van 7 tot 13 jaar al stabiele ontwikkelingsstoornissen in verbaal
redeneren, en een ontwikkelingsachterstand in werkgeheugen en aandacht
Uit meta-analyse bleek de gemiddelde premorbide afwijking in IQ tov gezonde populatie 0.5 sd
Premorbide afwijkingen bij kinderen die later schizofrenie ontwikkelen op groepsniveau
detecteerbaar, maar kinderen vallen meestal wel binnen normale spreiding
5.3.2
Vroeg in de UHR-fase is het cognitief functioneren gemiddeld genomen slechter dan bij controles
uit de algemene bevolking, maar minder slecht dan bij mensen met een
schizofreniespectrumstoornis, 1e psychotische episode of chronische psychotische stoornis
Met name op gebied van algemene intelligentie, executief functioneren, aandacht,
werkgeheugen, sociale cognitie en informatieverwerkingssnelheid
Tekorten zijn gerelateerd aan achteruitgang in sociaal functioneren en in
vervullen van maatschappelijke rollen, kunnen bestaan ondanks normaal
intelligentieniveau
Britse studie: groep mensen die vanaf geboorte langdurig werd gevolgd -> mensen met
psychotische stoornis hadden van meet af aan slechtste cognitieve functies en gingen in de
loop van de jaren steeds verder achteruit (in geen van de andere groepen werd die
progressieve achteruitgang van de cognitieve functies gemeten)
Ander onderzoek: specifieke cognitieve functiestoornissen (bv verbaal leren) zijn effectiever
in het voorspellen van een transitie naar psychose dan algehele cognitieve achteruitgang
In tegenstelling tot Britse studie: cognitief beperkte UHR-patiënten zijn degenen die een
transitie maken -> bij deze subgroep zouden de cognitieve functies al vergelijkbaar zijn
met de 1e psychosegroep
Niet met zekerheid te zeggen of er daadwerkelijk cognitieve achteruitgang
optreedt rondom een 1e psychose
Cognitieve stoornissen in UHR-groep: zeer heterogeen en niet specifiek voor psychose -> duiden
op kwetsbaarheid voor ontwikkelen van een brede range van psychische problemen
Cognitieve functies in UHR-fase kunnen spontaan verbeteren -> gepaard met verbetering sociaal
functioneren en in vervullen van maatschappelijke rollen
5.3.3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meiyidejong. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.