Als het verleden trekt: kernthema’s in de geschied loso e
1. Wat is geschied loso e?
1.1 Josef Knecht
Josef Knecht wordt gebruikt als een voorbeeld van wat geschied loso e eigenlijk inhoudt.
Hij stelt moeilijke vragen — geschied losofen stellen moeilijke vragen om je historische re ectie te
ontwikkelen.
Jozef stelt de vragen niet alleen aan zijn eigen leven, maar ook aan de geschiedenis in het groot
— geschied losofen gebruiken casestudies om te kunnen generaliseren.
Historici hebben geen onfeilbare methoden of technieken waarmee ze de wetten van het
historisch proces kunnen blootleggen.
Pater Jacobus: ‘Wie de geschiedenis bestudeert, mag wat mij betreft een aandoenlijk en kinderlijk
vertrouwen in de ordenende macht van onze geest en onze methoden meebrengen, maar
bovendien en desondanks moet hij eerbied hebben voor de onbegrijpelijke waarheid,
werkelijkheid, het unieke karakter van de gebeurtenissen.’
Hesses boek illustreert wat in het woord vooraf al even werd aangestipt: geschied loso e beperkt
zich niet tot re ectie op de studie van geschiedenis in het groot, maar heeft betrekking op
levensverhalen van oude mensen, oude verwarde blik van immigranten die zich afvragen hoe
‘oud’ en ‘nieuw’ in hun identiteit zich tot elkaar verhouden en, meer in het algemeen, op iedereen
die zich door het verleden voelt aangetrokken, bedrogen, gestempeld of verstoten.
1.2 Substantiële en analytische geschied loso e
Twee stromingen binnen geschied loso e:
1. Historia res gestae: de loop der dingen. Het gaat hier over de historische werkelijkheid.
2. Historia rerum gestarum: de verhalen die mensen over deze loop der dingen vertellen en
hebben geschreven. Dit verwijst naar de studie van het verleden of naar wat mensen over dit
verleden beweren.
Als je het over ‘geschied loso e’ hebt, moet je je altijd afvragen: is dit een loso e van de historia
res gestae of een loso e van de historia rerum gestarum?
Het eerste type geschied loso e kan verduidelijkt worden aan de hand van Georg Wilhelm
Friedrich Hegel (1770-1831) en de Noord-Afrikaanse kerkvader Augustinus van Hippo (354-430).
Hegel:
- Josef Knecht leest Hegel in de bildungsroman
- Hegel schrijft over het geloof in de vooruitgang
- Volgens hem is er een groeiende zelfkennis van de rede
- Rede in twee vormen —> objectieve geest & subjectieve geest
- Objectieve geest: een rede die in de werkelijkheid aan het werk is
- Subjectieve geest: de menselijke rede die de werkelijkheid kritisch onder de loep. Neemt
- Zelfde kant van de medaille
- Geschiedenis = evolutionair proces waarin de scheiding tussen subject (mens) en object
(wereld) geleidelijk opgeheven wordt. Het einddoel is volmaakte zelfkennis van de objectieve
en de subjectieve geest.
Zoals hierboven wordt beschreven, gelooft Hegel dus in de geschiedenis als een evolutionair
proces en het denken over het historisch proces is een typisch kenmerk van de substantiële
geschied loso e. Binnen deze stroming vragen mensen zich bijvoorbeeld af wat de drijvende
krachten achter het historisch proces zijn. In het geval van Hegel zijn dit de strijd tussen de these
en de antithese die leidden tot de synthese (de vooruitgang van het proces).
1
fi fi flfi fifi fi fififi fifi fi fi fi fi fi fi fi fi fifi fi fifi fl
, De tweede stroming, de analytische geschied loso e, kan verduidelijkt worden aan de hand van
Augustinus van Hippo. In het werk De Civitate dei stelt Hippo andere type vragen dan Hegel. Zijn
boek is een tegenreactie op de beschuldiging dat de christenen/kerstening de oorzaak waren/was
van de ondergang van Rome, maar hij zegt dat de kerstening van Rome daar niks mee te maken
had. Terwijl hij zijn betoog schreef, kwam hij op nieuwe vragen zoals: ‘wat is een oorzaak eigenlijk’
of ‘wat voor oorzaken bestaan er en wat was de relatie tussen oorzakelijkheid en
noodzakelijkheid’. Dit is een typisch voorbeeld van een loso e van historia rerum gestarum. Hij
re ecteert kritisch op het historisch denken (historia rerum gestarum).
Geschied losofen die zich in het tweede hoofddomein bezighouden kijken dus naar waaruit
historisch denken bestaat — uit verhalen, verklaringen, feiten enzovoort — en wat we onder een
verhaal, een verklaring of een feit verstaan. Kortom, er wordt een conceptuele analyse op het
historisch denken toegepast.
Een ander voorbeeld van de tweede stroming in de geschied loso e is de vraag die Heinrich
Rickert (1863-1936), een Duitse neokantiaanse losoof, stelde: wat is het kenmerkende
onderscheid tussen de geschiedwetenschap en de natuurwetenschappen? Wederom wordt hier
een vraag gesteld over wat het historisch denken eigenlijk is, en hij probeerde deze manier van
denken te verduidelijken door het af te bakenen van andere disciplines zoals de
natuurwetenschappen. Het verschil was een generaliserende methode (natuurwetenschappen),
met als doel het opsporen van wetmatigheden, versus een individualiserende methode gericht op
het eigene van een enkel idee, een uniek voorwerp of individu.
Net als Heinrich Rickert vormt een andere Duitse (geschied) losoof, Jörn Rüsen, ook een goed
voorbeeld van de tweede stroming in de geschied loso e. Rüsen dacht ook na over het historisch
denken en deelde dit in een samenspel van ten minste vijf dimensies in:
1. Semantische operatie
- Woorden als ‘geschiedenis’ en ‘verleden' worden gede nieerd
2. Cognitieve dimensie
- Behoefte aan kennis over het verleden.
3. Esthetisch aspect
- Vastleggen van kennis omtrent het verleden in, bijvoorbeeld de vorm van een verhaal
4. Retorische dimensie
- Welke lessen wil zo’n verhaal (zie esthetisch) de lezers leren
5. Politieke dimensie
- De conservatieve eigenschappen van een verhaal dat de geschiedenis zo representeert dat
mensen er weinig aan kunnen veranderen of op de progressieve ondertoon van verhaal die de
geschiedenis typeren als een constant proces.
Sinds het midden van de twintigste eeuw typeert men de hoofdstromingen van de
geschied loso e — historia gestae of historia rerum gestarum — soms onder een andere noemer:
substantial en analytical philosophy of history.
2
fl fifi fi fi fi fifi fifi fifi fi
, Substantiële geschied loso e Analytische geschied loso e
Object: historische werkelijkheid Object: historisch denken
Ze zijn opzoek naar het doel van het historisch Ze zijn opzoek naar de betekenis van het historisch
proces denken
Type vragen: Type vragen:
- Wat is het doel of de bestemming van het - Wat is het eigene van historisch denken?
historisch proces? - Wat maakt historische inzichten betrouwbaar?
- Wat voor ritmen of patronen laten zich in dit - Wat is de verhouding tussen (epistemologische,
proces ontwaren? ethische, politieke, esthetische enz.) dimensies
- Wat zijn de drijvende krachten achter het van historisch denken?
historisch proces?
1.3 Een moeizame geschiedenis
Hoe verhouden deze beide stromingen zich nu tot elkaar?
Substantiële geschied loso e:
- Langere tijd mee (zie beschrijving loop van historisch proces Ibn Khaldun)
- Ibn Khaldun, net als Augustinus, wijdde een paar terloopse passages aan categorieën van
historisch denken (oorzaken, wetten, verklaringen), het was nog niet analytisch
geschied loso sch
Analytische geschied loso e:
- Jongere tak van de discipline
- 18e eeuw ontstaan
- Tot bloei in de 19e eeuw
- Wellicht geboren uit onzekerheid over wat historisch denken eigenlijk is.
Substantiële geschied loso e werd populaire dan ooit in de 19e eeuw, en bestond uit een unieke
combinatie van historische interesse, evolutionaire denkschema’s en een ongebroken
vooruitgangsgeloof.
Hier kwam echter kritiek op van Augustus Comte en Henry Thomas Buckle. Ook in de 20e eeuw
behield deze tak van sport haar populariteit. Denk aan werken zoals die van Oswald Spengler Der
Untergang des Abendlandes of die van Arnold J. Toynbee A Study of History, die in deze tijd
ontzettend gewaardeerd werden.
Echter, hoe meer populariteit het genre krijgt, des te meer kritiek erop gegeven werd. Verzet tegen
substantiële geschied loso e was niet alleen intellectuele, maar ook politiek gemotiveerd. Na de
Tweede Wereldoorlog namen analytische geschied losofen het initiatief om de substantiële
geschied loso e te omschrijven als ‘speculatief’ en ‘onwetenschappelijk’. Ze waren het eens met
Popper zijn onderscheid tussen wetenschap en pseudo-wetenschap, en dat theorieën zoals die
uit de substantiële geschied loso e niet empirisch en daarmee niet weerlegbaar genoeg waren.
De geschied losofen van de jaren 50 en 60 richtten zich op strenge, conceptuele analyses. Dit
betekende echter niet dat de substantiële geschied loso e tot het verleden behoorde, want
buiten de kring van geschied losofen hielden politicologen en anderen zoals Francis Fukuyama
zich ook bezig met het historisch proces (zie ‘The End of History’). Een andere reden waarom
substantiële geschied loso e niet tot einde kwam is omdat geschied losofen zoals Hayden White
aantoonden dat metafysische aannames over de aard van de historia res gestae onvermijdelijk zijn
voor iets over het verleden of de studie daarvan wil zeggen.
3
fi fi fi fififififi fififififififi fi fifi fi fi
, Hayden White betoogde met zijn invloedrijke boek Metahistory dat het niet zo gemakkelijk was
om als analytische geschied losoof die zich beperkte tot de conceptuele ontleding van historia
rerum gestarum de ‘metaphysics of history’ te kunnen vermijden. Je zat immers altijd vast aan
bepaalde vooronderstellingen over de aard van het historisch proces en de mens speelde daar
een rol in. Het was dus niet volledig objectief en anoniem; wat iemand onder geschiedenis
verstaat is afhankelijk van jouw mens- en wereldbeeld en die zijn bevooroordeeld en gekleurd.
1.4 Een tweeledige traditie
Er zijn drie redenen waarom we de substantie2le en analytische geschied loso e niet te veel uit
elkaar moeten drijven. Ze vallen wel van elkaar te onderscheiden, maar kunnen in principe nooit
van elkaar gescheiden worden:
- Reden 1: je kunt niet nadenken over de historia rerum gestarum zonder te re ecteren over de
historia gestae
- Het is immers zo dat het historisch denken object — de historische werkelijkheid — vereist
dat mede de aard van dit denken bepaalt.
- De vraag of verhalen alleen in het hoofd van de historicus bestaan of ook in de levens van de
mensen over wie hij of zij schrijft hangt af van hoe mensen in het historisch proces staan, en
de mate waarin zij kritisch weten te re ecteren op het mensbeeld van de geschied losoof.
- Reden 2: het historisch denken staat niet los van de historische werkelijkheid, maar maakt er
juist een deel van uit.
- De werkelijkheid bestaat uit meer dan alleen hout en staat. Het bestaat uit ideeën,
gewoonten en verwachten die niet alleen de niëren wat werkelijk is, maar ook werkelijk zijn
doordat ze invloed uitoefenen op mensen, hun gedrag sturen en hun handelen sturen.
- Reden 3: veel geschied losofen laten zich niet in hokjes plaatsen.
- Een goed voorbeeld is Haydn White. White wilde meer weten over de conventies waarnaar
mensen zich voegen als ze verhalen over vroeger vertellen, bijvoorbeeld hoe ze verhaallijnen
niet zelf verzinnen maar ontlenen aan vertrouwde literaire genres. Dit lijkt goed te passen bij
de analytische geschied losofen, want verhaalvormen behoren tot wat Rüsen de esthetische
dimensie noemde. Persoonlijk, is zijn interesse in historische verhalen geworteld in een
substantiële geschied loso sche visie.
Dit boek onderscheidt deze twee takken van sport wél van elkaar, maar zal ze niet scheiden.
Vragen naar hoe mensen denken over geschiedenis (analytische geschied loso e) zijn nauw
verweven met vragen naar wat geschiedenis eigenlijk is (substantiële geschied loso e)
1.5 Theorie, methodologie en historiogra e
Voor we verder gaan is het van belang om stil te staan bij drie vragen:
1. Waarom spreekt dit boek over ‘geschied loso e’ en niet over ‘geschiedtheorie’
- Geschiedtheorie is een ander woord voor analytische geschied loso e. Geschiedtheorie omvat
ook sociologische, antropologische en psychologische theorievorming over historisch denken,
maar dat is niet wat strikt genomen tot de geschiedtheorie behoort
- Drie redenen voor de keuze van de term ‘geschied loso e’
- I. Internationaal het meest ingeburgerd
- II. Niet vanuit een sociologisch/antropologisch/psychologisch maar vanuit een loso sch
perspectief
- III. Dit boek wil zich niet beperken tot de analytische onderafdeling van de geschied loso e.
2. Wat is het verschil tussen geschied loso e en historische methodologie? / Hoe verhoudt
geschied loso e zich tot historische methodologie?
- Methodologie gaat over do’s and don’ts. Het is een bepaald advies over hoe iemand historisch
onderzoek moet doen. Daarmee is het normatief.
- Geschied loso e daarentegen biedt knowledge that. Dat houdt in dat inzichten zoals historisch
denken bestaan bij de gratie van verschillende relaties tot het verleden. De geschied loso e
geeft, met andere woorden, geen adviezen over hoe historisch te denken, maar analyseert wat
historisch denken is.
4
fifi fifi fi fifi fifi fi fl fi fifi fi fi fi fi fi fifi fl fifi fi fififi fifi