Samenvatting eigentijdse geschiedenis
Deel 1 Spellman: Van bipolaire tot multipolaire wereld
Hoorcollege en werkcollege 1 De Koude oorlog (1945-1991)
Het eerste deel van het boek beschrijft 2 systemen die in de KO tegenover elkaar stonden
(Oost-West) en wat er na 1990 voor hen in de plaats kwam
Liberale democratie was verwacht dominant te worden na de KO, maar dit gebeurde
niet. Daarvoor in de plaats kregen allerlei antidemocratische regimes juist de wind in
de rug
1. Liberaal- democratische staat kwam onder druk te staan
2. Tegenstelling tussen globaliseringsprocessen aan de ene kant (wereldcultuur) <>
allerlei krachten die veel meer gericht zijn op het particuliere-, identiteitsbewuste
groep
Eigentijdse geschiedenis= een periode van explosieve nieuwe dimensies, waarin we
met adembenemende snelheid zijn meegenomen naar de randen van het menselijk
bestaan. Vanaf 1945? 1968? 1989? 2001?
Hoofdonderwerpen:
1. Contemporaine geschiedenis
2. Containmentpolitiek
3. McCarthyisme
Sovjetisering
Barraclough herziend (1908-1984) – een periode van her aanpassing, Barraclough
was de eerste die met het concept ‘contemporary history’ kwam
Contemporaine geschiedenis
Term wordt samen met na-moderne tijd gebruikt (postmodern) > ambigue, kleurloos, een
voorlopige term
Eigentijdse geschiedenis begint wanneer de problemen die in het heden spelen voor
het eerst vorm krijgen
Enkele argumenten voor het begin na WOII:
Europa stelt sindsdien veel minder voor (balans macht anders, de 2 grootmachten:
SU/VS, West- en Oost-Europa), minder dominante positie na 1945
Oude koloniale rijken vallen uiteen
Atlantische Oceaan naar Stille Oceaan
Aanpassing relatie witte/gekleurde mensen
Er wordt veel verwacht van het communisme (communism is a doctrine to meet a
new age)
Weinig optimisme over de democratie (propaganda veel grotere rol) >
staatsinterventionisme belangrijker
Nucleaire wapenwedloop
Hierbij ontbreken technologische ontwikkelingen en klimaatverandering
Het Atlantische Handvest (1941)
, Amerikaanse en Britse doelen voor na WOII
Alle door oorlogsgeweld gewijzigde grenzen zouden worden hersteld
Landen recht op zelfbeschikking > koloniale rijken zouden al snel uit elkaar vallen
Demilitarisering agressorstaten (Duitsland/Japan)
VN: mondiaal voor veiligheid
Vrije wereldhandel
VN
Eerste decennia niet waar kunnen maken waarvoor ze waren opgericht door toenemende
confrontaties West/Oost. 1 van de partijen sprak steeds veto uit waardoor de voorstellen
van de ander niet door konden gaan
Pas na KO de rol ingenomen die ze vanaf 1941 voor ogen hadden
SU
Kort na WOII bleek dat SU troepen niet terugtrok uit Midden- en Oost-Europa
Eerst nog het idee dat ze bleven hangen, al snel geen sprake meer van
zelfbeschikking en democratie in Midden- en Oost-Europa.
SU-bevrijders namen rol van de Duitsers in: nieuwe onderdrukker
Containmentpolitiek
Vanuit het Westen: een manier om met deze groeiende SU-invloedssfeer om te gaan
George F. Kennan: Containment
1946: Long Telegram (Kennan zag in dat de Su niet bereid was tot langdurige vredig
bestaan naast de Westerse wereld, dus de beste optie was om het communisme in te
dammen, uitleg gedrag SU, Politiek advies, hoop voor de toekomst)
1947: X-article, Foreign Affairs blad (het publiekelijk maken van de
containmentpolitiek aan de buitenwereld)
Wanneer de SU geïsoleerd wordt, breidt het alleen maar uit
De SU niet als grote kwaad afschilderen, maar rationele politiek
Hoop geven, een beeld op de lange termijn
Een politiek van appeasement werkt in dit geval niet bij de totalitaire regimes, dus
containmentpolitiek:
Hard en confronterend (anders gaat het verder)
Westers politiek model superieur aan dat van de SU
Mensen en burgers durfden niet in opstand te komen
Grenzen stellen, wanneer deze werden overschreden duidelijk maken dat er werd
ingegrepen
Situatie stabiliseren, niet toegeven
Uiteindelijk zal de SU inzien dat het westerse politieke systeem beter functioneert
dan het communistische systeem
INDAMMEN > VERTROUWEN > OVERWINNEN
1947/1948: verharding van de containmentpolitiek. Redenen hiervoor: Berlijnse
crisis 1948. China communistisch in 1949, duidelijk dat Mao Zhedong het daar aan
, macht won. Nieuwe relatie tussen voormalig geallieerden. Geen vrije verkiezingen
Centraal-/Oost-Europa.
1947: TRUMANDOCTRINE
Truman nam containmentpolitiek over en werkte deze verder uit
Economische en militaire steun voor landen die van strategisch belang waren
Economisch herstel van Europa/Japan (=MARSHALLPLAN) – ingezet zodat
kwetsbare economieën niet door armoede onder invloed kwamen van de
communistische invloedssfeer
Geen terugkeer isolationisme: buitenland bleef belangrijk
Communisme is in Europa nog populair, de grens zal nog meer verschuiven. Voorkomen
door:
Economische steun
Het bieden van perspectief zodat het verlangen naar revolutie minder wordt
Communisme was een aantrekkelijke ideologie voor veel Europeanen in de naoorlogse
periode:
Alle burgers gelijk, iedereen zou er even goed uitkomen en er evenveel baat bij
hebben
Veel landen lagen in puin en hadden een nieuw begin nodig. Het zoeken naar een
manier van wederopbouw
Nieuwe ideologie: niet terug naar het oude maar iets totaal anders. Leek een
blauwdruk voor hoe het in de toekomst zou gaan
Reactie Containmentpolitiek
Moskou haalde lijnen aan (toename toezicht satellietstaten Midden- en Oost-EU) –
politiek, militair en cultureel
Optimistische kijk op de toekomst, niet te veel twijfel
Tom Lehrer (1960)
Komiek, nucleaire bewapening
Komisch lied over de KO-situatie
Tussen 1948 en 1950 gingen dingen heel erg verkeerd:
Berlijn was herhaaldelijk een knelpunt tijdens de KO:
In 1945 het verdrag in Potsdam, hierin werd Duitsland verdeeld in 4 bezettingszones:
SU/Frankrijk/VK/VS > dit leidde tot een conflict: SU wilde Berlijn bij Oost-Duitsland
laten horen en sloot in 1949 alle wegen ernaartoe af – VS accepteerde dit niet:
luchtbrug containmentpolitiek (Berlijn kon alleen bevoorraad worden via de lucht via
Oost-Berlijn). West-zone voegde zich samen > nieuwe munt > meer economisch te
verkrijgen > SU blokkeerde Berlijn doordat ze het niet eens waren met handelingen
Westen. SU verwachtte dat geallieerden zouden zwichten: gebeurde niet. 1961: de
bouw van de Berlijnse muur maakte de verdeling tussen Oost en West duidelijk.
Tsjechoslowakije werd communistisch
China (communistische revolutie)
Atoombom SU
Korea (begin van de Koreaanse oorlog)
, Anticommunisme (alles Amerikaans: tegen alle on-Amerikaanse activiteiten zoals
films – steeds meer mensen kregen een tv en gingen naar de film, er was angst dat
communisme via deze weg zou worden verspreid)
McCarthyisme (1950-1954)
Anticommunistische verdachtmakingen VS
Alles on-Amerikaans: fascistische, communistische en cryptocommunistische
activiteiten. Fluïde term, niet duidelijk. Dit maakte mensen bang, je kon uit het niets
aangevallen worden (homoseksuelen, mensen die voor hun recht opkwamen)
Opkomst van de ‘Rode Angst’ in de VS (eind 1940-begin 1950)
Anticommunisme VS verminderde, vooral nadat SU in WOII-bondgenoot was
geworden
Proces Ethel en Julius Rosenberg: spionage
IJzeren Gordijn Oost-Europa
Atoombom SU
Communistische revolutie China
Begin Koreaanse oorlog
China en Tsjechoslowakije communistisch
De sovjetisering van Centraal- en Oost-Europa
1945-1948: Transitiefase (vorming blokken)
1948-1953: Terreur (intensivering)
1953-1956: Destalinisering
1956-1968: Opstanden (Hongaarse en Poolse opstand in 1956)
1968-1989: Normalisering
1968: BREZJNEVDOCTRINE (leden van de Russische presidentiële: reactie op de
Trumandoctrine die als doel had het communisme in te dammen)
Zorg voor meer vrijheid binnen de SU zodat mensen niet in opstand komen
Het Rode Leger
Het rode leger was de naam voor het leger van Bolsjewistisch Rusland na het uiteenvallen
van het keizerlijk Russisch leger in 1918. Beging op grote schaal oorlogsmisdaden bij verslaan
Duitsers aan het oostfront. Grootste overwinnaar nazisme, gaf SU enige legitimiteit. Het is
problematisch om over ‘bevrijding’ te spreken als er naar het rode leger wordt verwezen:
Deed wat het wilde in bepaalde gebieden (plunderingen enz.)
Grondstoffen/ industrie weggehaald uit Oostbloklanden voor gebruik SU >
achtergesteld
Stalin heeft landen (Hongarije/Roemenië niet bevrijd om vrij te laten, maar om te
bezetten. Landen waren in WOII deel van nazi-Duitsland: zaten ze wel te wachten op
het communistische regime?
Meer anticommunisme (aarzeling tegenover communisme en totalitaire regime
Stalin) - bleven lang in gebieden, niet de identiteit van een bevrijder
MOLOTOV-RIBBENTROPPACT (1939): niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de SU.
SU had grote delen Midden-/Oost-EU onder hun macht. Mensen waren bang voor
bezetting. Wilden niet door SU bezet worden.
1975: Helsinki-akkoorden en het belang hiervan voor vrede in Europa: