Hoofdstuk 15: Kwetsbare ecosystemen
15.1 Energiestromen
Ecosysteem = begrensd gebied met wisselwerking tussen organismen onderling (biotische factoren) en hun
omgeving (abiotische factoren).
Organische stoffen = hebben element C waaraan H-atomen gekoppeld zijn en zijn gemaakt door organisme.
Anorganische stoffen = hebben geen C-H-verbindingen en komen vrij in natuur voor.
Fotosynthese = planten maken met behulp van zonlicht energierijke glucose. 6CO 2 + 6H2O C6H12O6 + 6O2.
Energie die planten hiermee vastleggen is beschikbaar voor alle andere organismen in het
ecosysteem.
Producenten = organismen aan begin van voedselketen die energie vastleggen in organische verbindingen
vanuit anorganische stoffen.
Foto-autotrofe organismen = organismen die met behulp van lichtenergie organische stoffen maken uit
anorganische stoffen. (Binas 93A1). (groene bacteriën en planten).
Heterotrofe organismen gebruiken deel van organische stoffen uit voedsel als bouwstof. Ander deel is
brandstof. Vrijgekomen energie gebruiken zij voor hun celprocessen en lichaamsactiviteiten. Daarbij verlaat
deel van energie consumenten als warmte (Binas 93A1).
Reducenten = organismen aan eind van voedselketen die leven van gestorven organismen en hun
organische afvalproducten.
Chemosynthese = opbouwen van organische stoffen uit anorganische met behulp van energie die vrijkomt
bij een chemische reactie met anorganische stoffen.
Nitrietbacteriën = chemo-autotrofe bacteriën die energie halen de oxidatie van NH 4+ tot NO3-.
Nitraatbacteriën = chemo-autotrofe bacteriën die energie halen de oxidatie van NO 2- tot NO3-.
Chemo-autotrofe organismen = organismen die met behulp van energie uit oxidaties van anorganische
m.b.v. energie die vrijkomt bij chemische reactie met anorganische stoffen. (Binas 93G).
Voor nitraatbacteriën is NO3- een afvalstof. Planten nemen NO3- op om eiwitten te maken, die na korte of
langere tijd terechtkomen in milieu. Na rotting ontstaat NH 4+ dat nitrietbacteriën weer gebruiken.
15.2 Populati es
Fitness = vermogen om bepaalde allelen door te geven aan volgende generatie.
Dingen waardoor populatie kan verzwakken:
Inteelt = kruisen van nauwverwante dieren, waarbij afwijkingen kunnen ontstaan.
Ziekte
Predatie
Ongunstige biotische (levende) en abiotische (temperatuur) factoren
Gevarieerde genetische samenstelling van populaties verhoogt overlevingskansen van populatie.
Populaties nemen af door sterfte en emigratie en groeien door geboorte en immigratie.
Meestal heeft een groot eiland meer habitats en ecologische niches dan een klein eiland. Als
omstandigheden op het eiland veranderen, kunnen er andere habitats en ecologische niches ontstaan.
Gradiëntecosysteem = ecosysteem met geleidelijke veranderingen van soortensamenstelling en
milieufactoren dat zorgt voor grote biodiversiteit.
Er is een verband tussen biodiversiteit en factoren als grootte van eiland en afstand die organismen moeten
afleggen om er te komen. Eilandtheorie (Binas 93C) beschrijft dit verband. Vanaf vasteland koloniseren
soorten het eiland. Dat gaat in begin snel, maar immigratie neemt af naarmate eiland zich vult met soorten.
Tegelijkertijd verdwijnen er soorten. Kans dat soorten verdwijnen, neemt toe naarmate er meer soorten zijn.
Dynamisch evenwicht = evenwicht tussen aantal soorten dat door immigratie het eiland koloniseert en
aantal soorten dat uitsterft. (S*).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jasmijnjeulink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.