Bestuursrecht hoorcollege
Hoorcollege 1
Bestuursrecht heeft betrekking op het functioneren van het openbaar bestuur.
o Het recht dat door het openbaar bestuur in acht moet worden genomen.
o Het heeft te maken met de overheid (/ overheidshandelen).
De rechtsgebieden
Bestuursrecht
Privaatrecht Strafrecht
Staatsrecht
Publiekrecht = bestuursrecht + staatsrecht + strafrecht.
Trias politica
o Wetgevende macht;
o Uitvoerende macht (= openbaar bestuur);
o Rechterlijke macht.
Functies van het bestuursrecht
o Legitimerende functie:
Normen voor het bestuurshandelen.
o Instrumentele functie:
Instrumenten in handen van het openbaar bestuur.
o Waarborgfunctie:
Rechtsbescherming van de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur.
Taak bestuur in de rechtsstaat
o Wetgeving uitvoeren en toepassen.
o Wettelijke ruimte invullen en uitwerken:
o Aanvullende regels vaststellen;
o Concrete beslissingen nemen;
o Toezicht en handhaving.
o Bestuursrechtelijke normen in acht nemen.
o Geschreven + ongeschreven normen.
5 onderwerpen van het bestuursrecht (hoofdzaken)
1. Organisatie;
2. Bevoegdheden;
3. Normering;
4. Handhaving;
5. Rechtsbescherming.
Algemeen belang = publiek belang.
De overheid treedt steeds op in het algemeen belang.
= Premisse van het bestuursrecht (aanname van iets dat niet hoeft te worden bewezen).
Wat is het algemeen belang of publiek belang? Containerbegrip, bijvoorbeeld:
o Veiligheid;
o Economie;
o Milieu & klimaat;
o Gezondheidszorg;
o Onderwijs;
o Media;
o Ruimtelijke ordening;
o Wonen (volkshuisvesting).
= Het resultaat van de afweging van de verschillende deelbelangen, die met elkaar op gespannen voet
kunnen staan.
,Bestuursrechtelijke wetgeving
o Burger EN openbaar bestuur moeten zich aan de wet houden.
o Openbaar bestuur moet om op te treden een wettelijke bevoegdheidsgronslag hebben.
Organisatie van het bestuur;
Regels en besluiten van het openbaar bestuur;
Toezicht en handhaving door het openbaar bestuur.
Wetgeving voor bestuur komt door legaliteitsvereiste.
Gelede normstelling
Algemeen en bijzonder bestuursrecht
• Heel veel bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving:
o Heeft betrekking op verschillende maatschappelijke terreinen.
o Kent (specifieke) bestuursbevoegdheden toe aan bestuur.
• Algemene wet bestuursrecht (Awb):
o Heeft betrekking op het bestuur in het algemeen.
o Gemeenschappelijke onderwerpen voor alle terreinen.
De doelstellingen van de Awb
1. Eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving bevorderen;
2. Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving;
3. Codificeren van bestuursrechtelijke jurisprudentie;
4. Algemene nieuwe voorzieningen treffen, die niet in bijzondere wetgeving thuishoren.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Hoofdstuk 1 = inleidende bepalingen.
Hoofdstuk 2 = verkeer tussen burgers en bestuursorganen.
Hoofdstuk 3 = algemene bepalingen over besluiten.
Hoofdstuk 4 = bijzondere bepalingen over besluiten.
Hoofdstuk 5 = handhaving.
Hoofdstuk 6 = algemene bepalingen over bezwaar en beroep.
Hoofdstuk 7 = bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep.
Hoofdstuk 8 = bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter.
Hoofdstuk 9 = klachtbehandeling.
Hoofdstuk 10 = bepalingen over bestuursorganen.
, Awb: structuur per hoofdstuk
Gelaagde structuur:
- Hoofdstuk;
- Titel;
- Afdeling;
- Paragraaf.
o Binnen het bestuursrecht: tussen Awb en bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving.
o Binnen de Awb: tussen de hoofdstukken.
o Binnen de Awb-hoofdstukken: tussen de titels, afdelingen en paragrafen.
Verhouding: Awb – bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving
Soorten Awb-voorschriften:
o Dwingend recht;
o Regelend recht;
o Aanvullend recht;
o Facultatief recht.
Dwingend recht
= Afwijken in bijzondere wetgeving is niet de bedoeling.
o Komt het meeste voor.
Zie bijvoorbeeld art. 6:7 Awb.
o Afwijken, ondanks dit uitgangspunt?
Mogelijkheid blijkt uitdrukkelijk uit bijzondere wet, bijvoorbeeld:
“In afwijking van art. … Awb …”.
“Artikel … Awb is niet van toepassing”.
o Uitzonderlijk zware motiveringsplicht van bijzondere wetgever voor afwijken (MvT).
Regelend recht
= De Awb geeft de hoofdregel voor de normale gevallen: de Awb laat uitdrukkelijk uitzonderingen toe.
o Komt regelmatig voor.
Zie bijvoorbeeld art. 4:1 Awb.
o Afwijken, op grond van dit uitgangspunt?
Standaardformulering in de Awb:
“Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald…”.
o Zware motiveringsplicht van bijzondere wetgever voor afwijken (MvT).
Aanvullend recht
= De bijzondere wet geeft het normale geval: maar voor als bijzondere wet niets regelt, bevat Awb
vangnet.
o Komt weinig voor.
Zie bijvoorbeeld art. 4:13 – 4:15 Awb.
o Geen motiveringsplicht voor bijzondere wetgever.
!!! Let op: doet omgekeerde van regelend recht !!!
Facultatief recht
= Bijzondere wet – of besluit van een bestuursorgaan – bepaalt of bepaalde regeling van Awb van
toepassing is.
o Komt weinig voor in Awb.
Zie bijvoorbeeld afdeling 3.4 Awb.
Bijzondere wetgeving verwijst hier veel naar!
o Normale motiveringsplicht van bijzondere wetgever (MvT).
Hoorcollege 2
Taak bestuur in de rechtsstaat
o Wetgeving uitvoeren en toepassen;
o Wettelijke ruimte invullen en uitwerken:
o Aanvullende regels vaststellen;
o Concrete beslissingen nemen;
o Toezicht en handhaving.
Hoorcollege 1
Bestuursrecht heeft betrekking op het functioneren van het openbaar bestuur.
o Het recht dat door het openbaar bestuur in acht moet worden genomen.
o Het heeft te maken met de overheid (/ overheidshandelen).
De rechtsgebieden
Bestuursrecht
Privaatrecht Strafrecht
Staatsrecht
Publiekrecht = bestuursrecht + staatsrecht + strafrecht.
Trias politica
o Wetgevende macht;
o Uitvoerende macht (= openbaar bestuur);
o Rechterlijke macht.
Functies van het bestuursrecht
o Legitimerende functie:
Normen voor het bestuurshandelen.
o Instrumentele functie:
Instrumenten in handen van het openbaar bestuur.
o Waarborgfunctie:
Rechtsbescherming van de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur.
Taak bestuur in de rechtsstaat
o Wetgeving uitvoeren en toepassen.
o Wettelijke ruimte invullen en uitwerken:
o Aanvullende regels vaststellen;
o Concrete beslissingen nemen;
o Toezicht en handhaving.
o Bestuursrechtelijke normen in acht nemen.
o Geschreven + ongeschreven normen.
5 onderwerpen van het bestuursrecht (hoofdzaken)
1. Organisatie;
2. Bevoegdheden;
3. Normering;
4. Handhaving;
5. Rechtsbescherming.
Algemeen belang = publiek belang.
De overheid treedt steeds op in het algemeen belang.
= Premisse van het bestuursrecht (aanname van iets dat niet hoeft te worden bewezen).
Wat is het algemeen belang of publiek belang? Containerbegrip, bijvoorbeeld:
o Veiligheid;
o Economie;
o Milieu & klimaat;
o Gezondheidszorg;
o Onderwijs;
o Media;
o Ruimtelijke ordening;
o Wonen (volkshuisvesting).
= Het resultaat van de afweging van de verschillende deelbelangen, die met elkaar op gespannen voet
kunnen staan.
,Bestuursrechtelijke wetgeving
o Burger EN openbaar bestuur moeten zich aan de wet houden.
o Openbaar bestuur moet om op te treden een wettelijke bevoegdheidsgronslag hebben.
Organisatie van het bestuur;
Regels en besluiten van het openbaar bestuur;
Toezicht en handhaving door het openbaar bestuur.
Wetgeving voor bestuur komt door legaliteitsvereiste.
Gelede normstelling
Algemeen en bijzonder bestuursrecht
• Heel veel bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving:
o Heeft betrekking op verschillende maatschappelijke terreinen.
o Kent (specifieke) bestuursbevoegdheden toe aan bestuur.
• Algemene wet bestuursrecht (Awb):
o Heeft betrekking op het bestuur in het algemeen.
o Gemeenschappelijke onderwerpen voor alle terreinen.
De doelstellingen van de Awb
1. Eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving bevorderen;
2. Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving;
3. Codificeren van bestuursrechtelijke jurisprudentie;
4. Algemene nieuwe voorzieningen treffen, die niet in bijzondere wetgeving thuishoren.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Hoofdstuk 1 = inleidende bepalingen.
Hoofdstuk 2 = verkeer tussen burgers en bestuursorganen.
Hoofdstuk 3 = algemene bepalingen over besluiten.
Hoofdstuk 4 = bijzondere bepalingen over besluiten.
Hoofdstuk 5 = handhaving.
Hoofdstuk 6 = algemene bepalingen over bezwaar en beroep.
Hoofdstuk 7 = bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep.
Hoofdstuk 8 = bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter.
Hoofdstuk 9 = klachtbehandeling.
Hoofdstuk 10 = bepalingen over bestuursorganen.
, Awb: structuur per hoofdstuk
Gelaagde structuur:
- Hoofdstuk;
- Titel;
- Afdeling;
- Paragraaf.
o Binnen het bestuursrecht: tussen Awb en bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving.
o Binnen de Awb: tussen de hoofdstukken.
o Binnen de Awb-hoofdstukken: tussen de titels, afdelingen en paragrafen.
Verhouding: Awb – bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving
Soorten Awb-voorschriften:
o Dwingend recht;
o Regelend recht;
o Aanvullend recht;
o Facultatief recht.
Dwingend recht
= Afwijken in bijzondere wetgeving is niet de bedoeling.
o Komt het meeste voor.
Zie bijvoorbeeld art. 6:7 Awb.
o Afwijken, ondanks dit uitgangspunt?
Mogelijkheid blijkt uitdrukkelijk uit bijzondere wet, bijvoorbeeld:
“In afwijking van art. … Awb …”.
“Artikel … Awb is niet van toepassing”.
o Uitzonderlijk zware motiveringsplicht van bijzondere wetgever voor afwijken (MvT).
Regelend recht
= De Awb geeft de hoofdregel voor de normale gevallen: de Awb laat uitdrukkelijk uitzonderingen toe.
o Komt regelmatig voor.
Zie bijvoorbeeld art. 4:1 Awb.
o Afwijken, op grond van dit uitgangspunt?
Standaardformulering in de Awb:
“Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald…”.
o Zware motiveringsplicht van bijzondere wetgever voor afwijken (MvT).
Aanvullend recht
= De bijzondere wet geeft het normale geval: maar voor als bijzondere wet niets regelt, bevat Awb
vangnet.
o Komt weinig voor.
Zie bijvoorbeeld art. 4:13 – 4:15 Awb.
o Geen motiveringsplicht voor bijzondere wetgever.
!!! Let op: doet omgekeerde van regelend recht !!!
Facultatief recht
= Bijzondere wet – of besluit van een bestuursorgaan – bepaalt of bepaalde regeling van Awb van
toepassing is.
o Komt weinig voor in Awb.
Zie bijvoorbeeld afdeling 3.4 Awb.
Bijzondere wetgeving verwijst hier veel naar!
o Normale motiveringsplicht van bijzondere wetgever (MvT).
Hoorcollege 2
Taak bestuur in de rechtsstaat
o Wetgeving uitvoeren en toepassen;
o Wettelijke ruimte invullen en uitwerken:
o Aanvullende regels vaststellen;
o Concrete beslissingen nemen;
o Toezicht en handhaving.