Verpleegkundig Rekenen Semester 2, Jaar 1 HBO-V
Samenvatting + uitleg
WEEK 1
Leerdoelen
De student kan het belang van foutloos rekenen in de verpleegkundige beroepspraktijk
uitleggen in het kader van “kwaliteit van zorg”
De student kan vochtbalansen, vochtinname en vochtuitscheiding uitrekenen/opstellen
De student kan medicatie berekeningen maken met (mg), milliliter (ml) en Internationale
Eenheden (IE), mol en millimol (mmol)
De student kan berekeningen maken met volume, gewicht en BodyMass Index (BMI)
De student heeft kennis van en inzicht in de begrippen: oplossingen en verdunningen
De student kan medicatie- en infuusberekeningen maken met procenten
De student kan berekeningen uitvoeren met betrekking tot het toedienen van
infusievloeistoffen , met en zonder infuus- en spuitenpomp
De student kan berekeningen maken met betrekking tot de inhoud van de zuurstofcilinder en
het aantal toe te dienen liters zuurstof
De student kan hoofdrekenen, schatten en verantwoord gebruik maken van de rekenmachine
Bronnen en materialen die handig zijn om te gerbuiken bij het oefenen en leren van de lesstof:
• Vermaat, drs. J.H. en J.J.H. Weierink, Rekenen in de gezondheidszorg (2016), uitgeverij
Kavanah Dwingeloo, 5e druk, ISBN 978-90-5740-145-9 (een andere druk van dit boek is ook
bruikbaar!)
• Rekenprogramma IQualify, licentie aangeboden via Windesheim (zie ELO)
Toetsing periode 3
∞ Periode 3 ; 20 open vragen
∞ 19 van de 20 vragen goed voor een voldaan
,Theorie / samenvatting van het boek rekenen in de gezondheidszorg.
Opfrissen rekenen. Wat moet je kunnen?
→ Rekenen met breuken;
→ Rekenen met decimale getallen;
→ Afronden van getallen;
→ Afronden met machten van tien;
→ Rekenen met procenten;
→ Schatten en hoofdrekenen;
Grootheden en eenheden. Wat moet je kunnen?
Rekenen met:
→ Lengte;
→ Oppervlakte;
→ Volume;
→ Gewicht;
→ Aantal mol;
Wat je moet weten over: oplossen en verdunnen.
Concentratie is het aantal mol van een bepaalde stof die opgelost is in een liter oplossing.
Bloedsuikergehalten worden gemeten in mmol/L.
→ bijvoorbeeld 1 mol glucose per liter oplossing: 1 mol/L
Andere concentratieaanduidingen zijn fractie of gehalte; massa-of volumefractie;
→ bijvoorbeeld 100 gram suikerwater met daarin 20 gram suiker: massafractie suiker 20/100
→ bijvoorbeeld honderd liter lucht bevat 79 L stikstof en 21 L zuurstof, de stikstoffractie is dan
79/100 en de zuurstoffractie is dan 21/100
→ als je dit tweede voorbeeld uitdrukt in procenten krijg je dat lucht bestaat uit 79%v/v stikstof
en 21%v/v zuurstof, hier betekent v/v dat het gaat om volumeprocenten of vol%.
Fysiologisch zout is een oplossing van 9 gram zout (NaCl) per liter oplossing. 0,9%NaCl.
Massa per volume wordt formeel aangegeven door %m/v
Verdunningsfactor; te berekenen door de beginconcentratie te delen door de eindconcentratie.
→ Een oplossing is 10% en je moet verdunnen naar 2%, dit betekent dat je 5 keer moet
verdunnen. Want 10 : 2 is 5
,Zuurstoftoediening; gaat in cilinders geperst, je kunt dus niet zien hoeveel liter zuurstof er in een
cilinder zit. Een cilinder van 2 liter kan wel 200 L zuurstof bevatten. Zuurstofcilinders.
Manometer; geeft de druk van de samengeperste zuurstof weer.
→ Eenheid op manometer; kan gegeven zijn in atmosfeer of in bar.
De druk van de lucht om ons heen is 1 bar. Als je 100 liter zuurstof in een cilinder van 2 liter zou
stoppen, dan is de zuurstofdruk: 100 : 2 = 50 bar.
In de praktijk moet je andersom rekenen.
→ Een zuurstofcilinder van 40 liter heeft een zuurstofdruk van 150 bar. Hoeveel liter zuurstof zit
er nog in de fles?
→ Aantal liters zuurstof = druk (in bar) x inhoud van de cilinder.
→ Dus er zit nog 40 x 150 = 6000 liter zuurstof in de cilinder.
Vochtbalans; is het verschil tussen de hoeveelheid vocht die iemand opneemt en de hoeveelheid
vocht die iemand uitscheidt. de vochtbalans wordt altijd om 00.00 uur opgemaakt over de afgelopen
24 uur. Vochtopname via; mond (per os) / infuus / sonde. Uitscheiding via: urineren / transpireren /
uitademen / defeceren / drains. Vochtverlies via urineren kan worden gemeten en wordt daarom wel
meegenomen in de vochtbalans, de andere uitscheidingsmanieren worden niet meegenomen in de
berekening.
Positieve vochtbalans : er wordt meer vocht opgenomen dan dat er wordt uitgescheiden.
Negatieve vochtbalans : er wordt meer vocht uitgescheiden dan dat er wordt opgenomen.
De berekening van de vochtbalans gaat in mL, maar zo nauwkeurig is het in de praktijk niet te meten.
BMI : body mass index : geeft aan of iemand een gezond gewicht heeft in verhouding tot zijn of haar
lichaamslengte. BMI = gewicht (kg) : lengte^2 (meter)
Het Voedingscentrum hanteert de volgende grenzen voor volwassenen van 18 tot ongeveer 70 jaar;
→ tot 18.5 is te licht
→ 18.5 – 25 is gezond
→ 25 – 30 is te zwaar
→ Boven 35 is veel te zwaar
,Medicatietoediening.
Concentraties.
→ Medicatie die toegediend wordt als injectie of drank: rekenen met concentraties
→ Soms staan er verschillende concentratieaanduidingen op een flesje; dit betekent dat er 2
eenheden zijn gebruikt
Veel gebruikte concentratie eenheden
- mol per liter / mmol per liter
- percentage % , 1% betekent 1 gram per 100 mL
- promillage %. 1%. betekent 1 gram per 1000 mL / 1 gram per liter
- mg per milliliter. betekent mg/mL ; 1mg/mL is 1 g/L
- IE internationale eenheden voor de opgeloste vorm of poedervorm
Voorbeeld: een ampul insuline bevat 100IE per mL
Fysiologisch zout bevat 0.9% NaCl, per 10 mL bevat dit 1,54 mmol Na+ en Cl- dit is hetzelfde als 0,09
gram NaCl
Voor de massa van het toe te dienen medicijn geldt de volgende regel;
→ Volume oplossing in mL x concentratie in mg/mL = massa medicijn in mg
Uit deze regel is af te leiden;
→ Volume oplossing in mL = massa medicijn in mg : concentratie in mg/mL
Als de concentratie in % is gegeven, kun je het beste eerst omrekenen naar mg/mL,
dus 1% = 1 gram per 100 mL = 1000 mg per 100 mL = 10 mg/mL
Internationale Eenheden IE
Voor het rekenen met de concentratieaanduiding IE/mL geld de volgende regel;
→ Volume oplossing in mL x concentratie in IE/mL = hoeveelheid in IE
Uit deze regel is af te leiden;
→ Volume oplossing in mL = hoeveelheid in IE : concentratie in IE/mL
, Medicatie per infuus
Bij de meeste Nederlandse infuussystemen gaan er ongeveer 20 druppels in een mL.
Controleer of dit bij het gebruikte infuussysteem inderdaad zo is.
→ Bereken de te geven hoeveelheid in druppels
→ Bereken de inlooptijd in minuten
→ Deel het aantal druppels door het aantal minuten
→ Dit geeft de druppelsnelheid in druppels per minuut
Bijvoorbeeld:
De snelheid kan ook in liter per 24 uur gegeven zijn: 2 liter per 24 uur:
→ 2 liter = 2000mL = 2000 x 20 = 40000 druppels
→ 24 uur = 24 x 60 = 1440 minuten
→ de druppelsnelheid is 40000 : 1440 = 27 à 28 druppels per minuut
Infuuspomp
Een infuuspomp of een spuitpomp bestaat uit een pomp met daaraan gekoppeld een spuit. De pomp
drukt de spuit met een gelijkmatige, vooraf ingestelde snelheid leeg. De vloeistof uit de spuit, met
daarin eventueel een medicijn, komt via een fijn slangetje direct in de bloedbaan van de patiënt. Een
spuitpomp wordt gebruikt voor het toedienen van kleine hoeveelheden vocht en voor medicatie
waarbij de dosering nauwkeurig moet.
Pompstand
De stand van een spuitpomp is in mL per uur.
→ Stand 1 betekent dat de pomp 1 mL per uur uit de spuit drukt.
Laat altijd een collega de berekening die je gemaakt hebt controleren, om fouten te voorkomen!
→ Bij het gebruikt van infuuspompen moet je, net als bij een gewoon infuus, kunnen berekenen
hoeveel vloeistof en/of medicijn een patiënt binnenkrijgt
Ga niet alleen op de stand af, maar let ook op hoeveel vloeistof er in een bepaalde tijd instroomt en
of dit klopt.
Combinatievraagstukken
→ In de praktijkberekeningen staan reële voorbeelden, maar het zijn geen doktersvoorschriften.
dit betekent bijvoorbeeld dat bij dehydratie niet in alle gevallen een infuus van 2 liter in 24 uur
gegeven moet worden. Het is dus mogelijk dat een patiënt in het geval van dehydratie een andere
hoeveelheid krijgt.
Let tijdens het oefenen op de gegeven eenheden! Haal dus L en mL of % en % niet door elkaar. Je
moet verschillende dingen tegelijk uitrekenen, dus wees nauwkeurig en lees alle opgaven eerst goed!