Financieel-economische criminaliteit
Periode 4
2022
Boek
White-Collar Crime: An opportunity perspective (Benson & Simpson, 2018)
Week 1
Praktijkcollege
Toezicht door op financiële markten door AFM
Werkcollege/opdracht
Typen en daderprofielen van financieel-economische criminaliteit
Hoofdstuk: 1 en 2
Week 2
Praktijkcollege
Preventie door compliance en know your customer
Werkcollege
Motivaties voor financieel-economische criminaliteit
Hoofdstuk: 3
Week 3
Praktijkcollege
Afdoening en vervolging door het Functioneel Parket
Werkcollege
Gelegenheden voor financieel-economische criminaliteit
Hoofdstuk: 4
Week 4
Praktijkcollege
Opsporing door de FIOD
Werkcollege
Fraude en organisatiecriminaliteit
Hoofdstuk: 5 en 6
Week 5
Praktijkcollege
Advocatuur in het financieel-economische strafrecht
Werkcollege
Bedrijfsculturen en neutralisatie
1
,Hoofdstuk: 7 en 8
Week 6
Praktijkcollege
Onderzoek door forensische accountancy
Werkcollege
Bestraffing van financieel-economische criminaliteit
Hoofdstuk: 9
Week 7
Praktijkcollege
Het perspectief van een dader
Werkcollege
Compliance en preventie van financieel-economische criminaliteit
Hoofdstuk: 10 en 11
2
, WEEK 1
Kennisclip 1
Witteboordencriminaliteit
Offender-based: emphasis on the essential characteristic of WCC; the high social status, power, and respectability
of the actor
Offense-based: more emphasis on the characteristics of the offense rather than the actor. What distinguishes
WCC from other types of crime is the manner in which they are committed rather than the characteristics of the
person who commits them
Kenmerken WCC
- Aard van de daders (high social status, power, respectability)
- Aard van de delicten
- Aard van de schade en slachtoffers
- Modus operandi
Crisis responders: engaging in crime in response to some kind of perceived crisis
Opportunity takers: those who find themselves in an occupational position that enables them to enrich themselves
illegally, responding to unusual sets of opportunities for WCC
Opportunity seekers: people who would actively look for opportunities and situations in which they could take
advantage of others, they appear to live stable lives with long periods of non-offending
Stereotypical criminals: characterized by active criminal careers, unstable lives and low self-control
HOOFDSTUK 1: WAT IS WITTEBOORDENCRIMINALITEIT ?
Het probleem met witteboordencriminaliteit is erg complex. Het zorgt voor ingewikkelde sociale, legale en
wetenschappelijke kwesties die veel belangrijke invloed hebben op het gebied van de criminologie.
Witteboordencriminelen zijn in elk werkveld te vinden.
Voordat men kwam met de term witteboordencrimininaliteit was al bekend dat rijke en machtige mensen ook
delicten pleegden in het streven naar winst en rijkdom.
Edwin H. Sutherland heeft de term bedacht, en definieerde het als ‘een delict die wordt gepleegd door een persoon
met hoge respect en hoge sociale status tijdens het uitvoeren van zijn beroep’. Dus, er zijn drie belangrijke
elementen:
1. Hoge sociale status
2. In uitoefening van beroep of bedrijf (het gaat dus niet om misdrijven die deze witteboordencriminelen
plegen als privépersoon)
3. De misdaden: volgens Sutherland zou de maatschappelijke elite in staat zijn hun delicten/strafbare gedrag
buiten het bereik van het strafrecht kunnen houden. Als die gedragingen al wettelijk konden worden
bestraft, was dat eerder in het privaat- of bestuursrecht
Kritiek op de definitie van Sutherland
1. Onder ‘misdaden’ zouden ook overtredingen binnen het privaat- of bestuursrecht rekende. De definitie
zou dus te breed of te smal zijn.
3
, 2. De operationalisering van de hoge sociale status: wanneer gaan blauwe boorden over in witte boorden?
a. Het includeren van sociale status en respectabiliteit in de definitie geeft problemen voor
onderzoek: als de sociale status wordt gebruikt als een definierend element in de criminaliteit,
dan kan het niet worden gebruikt om de incidenten van criminaliteit zelf te voorspellen of uit te
leggen. Dus: ‘sociale status’ kan niet worden gebruikt als een verklarende variabele, want het kan
niet op zichzelf staand (onafhankelijk) varieren binnen de criminaliteit.
3. De uitoefening van beroep of bedrijf: aan de ene kant kan het beroep/bedrijf misbruikt worden om
misdaden te plegen voor eigen gewin. Aan de andere kant kunnen daders hun positie gebruiken om
misdrijven te plegen om organisatiedoelen te bereiken (bijvoorbeeld boekhoudfraudes). Dit leidde tot
twee nieuwe begrippen:
a. Occupational crime: voor eigen gewin
b. Corporate crime: voor belang van de organisatie
Deze twee termen kunnen samengaan.
Een belangrijk onderwerp in dit boek is dat de sociale status belangrijk is omdat het veel kansen geeft voor
witteboordencriminaliteit, en het beïnvloedt waarschijnlijk ook de motivatie van de dader. Daarom is het alsnog
belangrijk om aandacht te besteden aan de sociale status, niet alleen om te kijken hoe het kansen beïnvloedt, maar
ook naar de daders: wie hebben de sociale status en wie niet? De mensen zonder hoge sociale status hebben
minder kansen om witteboordencriminaliteit te plegen. Een voorbeeld is dat vrouwen minder kans hebben om de
hoogste posities binnen een bedrijf te hebben. Hierdoor plegen zij minder witteboordencriminaliteit dan mannen,
en de delicten die wel worden gepleegd door vrouwen zijn minder zwaar dan de delicten gepleegd door mannen.
Hetzelfde geldt voor mensen met een andere etnische achtergrond: die hebben ook minder vaak een
leiderschapspositie binnen een bedrijf. Witteboordencriminaliteit kansen zijn dus verdeeld op basis van geslacht,
ras, etniciteit en status.
Het includeren van de sociale status in de definitie van witteboordencriminaliteit sluit ook de mogelijkheid uit om
te kijken hoe variatie in de status van de daders invloed heeft op de reacties vanuit de maatschappij op hun
strafbare daden. Worden daden vanuit daders met een hoge positie hetzelfde behandeld door justitie als wanneer
‘gewone’ medewerkers dezelfde daad plegen?
Soorten benaderingen
Offender-based benadering
Deze benadering richt zich op de kenmerken van de dader: een hoge sociale status, macht en respectabiliteit.
Vele kenmerken van de offender-based definities (hoge sociale status, respectabiliteit, elite posities in bedrijven) zijn
belangrijk omdat ze daders de mogelijkheden bieden om witteboordencriminaliteit te plegen.
Blanke mannen lijken meer toegang te hebben tot posities dan vrouwen en mensen van een andere etniciteit om
witteboordencriminaliteit te plegen.
Offense-based benadering
Deze benadering definieert witteboordencriminaliteit met nadruk op de inhoud van de daad. Edelhertz definieerde
witteboordencriminaliteit als “an illegal act or series of illegal acts committed by non-physical means and by
concealment or guile to obtain money or property, to avoid the payment or loss of money or property, or to obtain
business or personal advantage”. Hierbij ligt de nadruk dus op de methoden en middelen die zijn gebruikt. Volgens
Edelhertz zijn er vier basistypen van witteboordencriminaliteit:
1. Persoonlijke misdaden: misdaden plegen op individueel, ad hoc niveau, voor persoonlijke winst in een
niet-zakelijke context
2. Misbruik van vertrouwen: misdaden vanuit een beroepsmatige positie vanuit bedrijven, overheden o.i.d.,
met schending van hun taak of loyaliteit richting bijvoorbeeld hun werkgever of klant
3. Zakelijke misdaden: misdaden in zakelijke taken
4. Con games: witteboordencriminaliteit als een bedrijf, of als centrale activiteit van een
onderneming/bedrijf.
De definitie van Edelhertz richt zich ook op misdaden die geen fysieke schade leveren aan mensen/slachtoffers.
Schade kan namelijk ook betrekken op bijvoorbeeld milieu.
4