Samenvatting van alle zes de hoorcolleges en de bijbehorende verplichte literatuur van het van Media Narratieven Analyse, van de bachelor criminologie aan de VU
WEEK 1 – artikelen Ferrell + hoorcollege
Centraal staat: welk verhaal wordt verteld, wat is de betekenis ervan en hoe wordt die
betekenis bepaald?
Kwantitatief onderzoek is lineair: er wordt begonnen vanuit een theorie, waarna een
probleemstelling wordt vastgesteld. Hier wordt niet meer van afgeweken en na het
verzamelen van data vindt er een analyse en rapportage plaats.
Hier is sprake van deductie: de methode en analyse zijn gebaseerd op een al bestaande
theorie
Maar de werkelijkheid past niet altijd bij de theorie
Kwalitatief onderzoek: gaat om een cyclus: de volgorde is niet altijd hetzelfde niet alle
data hoeft van tevoren worden verzameld; tijdens het onderzoek kan gevonden data worden
geanalyseerd, om daarna te kijken of meer data verzameld moet worden.
Hier is sprake van inductie: vanuit de verzamelde data wordt een theorie opgebouwd. De
theorie is niet de leidraad, maar er wordt gezocht naar betekenis in de gegevens.
Dit is niet a-theoretisch: de bevindingen moeten worden gepresenteerd in
verhouding tot de bestaande literatuur.
De betekenis van iets is gekoppeld aan een moment in de geschiedenis: de context, situatie
of een bepaalde groep = the manufacture of meaning
Woorden, beelden en gedrag hebben in een specifieke context een specifieke betekenis
voor een specifieke groep. Niet voor alle gebruikers hebben die beelden/woorden dezelfde
betekenis (denk aan N-woord en Ron Jans)
Er moet worden gekeken naar hoe dit woord wordt bedoeld door de zender, en
hoe dit wordt opgevat door de ontvanger
Negotiate: de betekenis van woorden, beelden, gedrag (of verschijnselen) is onder
constructie en staat dus niet vast het komt tot stand in een proces
Bijv. de zwarte pieten discussie: hoe we hiernaar kijken is veranderd.
Functies, rollen en verwachtingen
We behoren tot een groep en kennen elkaar, waardoor we elkaar begrijpen: op
microniveau is dit makkelijker dan op macroniveau.
Functies en rollen ontstaan omdat de samenleving moet marcheren: er ontstaan patronen in
de wijze waarop mensen met elkaar omgaan, werken en samenleven. Deze functies zijn
nodig om de maatschappij te kunnen laten functioneren: het bepaalt hoe we met elkaar
omgaan.
Functie: is een specifieke taak die iemand vervult
Rol: is het gedrag dat iemand vertoont om de functie te vervullen, het gaat dus niet om de
persoon.
Mensen bekleden functies, waarbij bepaald gedrag (rol) hoort; zoals de rol van
vader.
Zonder rollen herkennen we elkaars gedrag niet en kunnen we niet samenleven
,Mechanische solidariteit: er is geen arbeidsverdeling of specialisatie. De leden van de
samenleving zien elkaar als gelijken er is sprake van gedeelde morele waarden.
Mensen zijn solidair met elkaar omdat ze gelijk zijn en dezelfde morele waarden hebben.
In een boerensamenleving.
Organische solidariteit: er is sprake van gespecialiseerde arbeid. De leden van de
samenleving zijn verschillend van elkaar. Wetten zorgen ervoor dat we kunnen samenleven
met deze verschillen
Mensen zijn solidair omdat ze van elkaar verschillen en afhankelijk van elkaar zijn.
In deze samenleving kennen we elkaars functie, waardoor we verwachtingen
hebben van de rol van de persoon: hierdoor werkt het systeem.
Functies zijn contigent: zij komen in elke samenleving voor, maar de rollen die hierbij horen
kunnen verschillen per samenleving (bijv. het verschil tussen de Nederlandse politie of de
Mexicaanse politie)
Symbolisch interactionisme
Door ervaringen leren we wat de functies en rollen zijn
We kennen daar betekenissen aan toe die we begrijpen en we hanteren symbolen
om de functies te verduidelijken
Op basis hiervan hebben wij verwachtingen en baseren we onze interactie hierop
Etnomethodologie: we leren regels door kijken en meedoen (socialisatie): sociale orde
ontstaat doordat mensen de gedragingen van anderen en hun eigen gedragingen
interpreteren op basis van achterliggende regels
Doordat mensen regels (vastgestelde rollen) kennen en respecteren, wordt het
sociale leven voorspelbaar
Hermeneutiek: soms is verstehen niet mogelijk: er wordt bij verstehen verwacht dat de
eigen opvattingen en verwachtingen geschikt zijn om gedrag van anderen te begrijpen, maar
als dit gedrag te ver weg staat, moeten we interpreteren.
Clifford Geertz: ‘the interpretation of cultures’ mensen kunnen handelingen
begrijpen door gebruik te maken van symbolen die de handeling een betekenis
geven.
Cultuur is een systeem van betekenissen dat wordt belichaamd door symbolen.
Culturele criminologie: probeert crimineel gedrag te begrijpen door de context van cultuur
en culturele processen. Hoe komen betekenissen tot stand in een bepaalde cultuur?
Etnografisch onderzoek: is een intensieve en langdurige vorm van kwalitatief onderzoek,
waarin het perspectief van de ander centraal staat levert inzicht op in de complexiteit
van het dagelijks leven.
Extreme versie van etnografisch onderzoek is verstehen: het proces van begrijpen van
het handelen van de persoon, vanuit het perspectief van deze persoon dus kijken vanuit
het perspectief van de betrokkene(n)
Betekenisgeving staat hierbij voorop.
, Het gaat om de subjectieve en empathische kennis van de onderzoeker met
betrekking tot betekenissen, emoties, symbolen, waarbij ook de eigen ervaringen en
emoties een rol spelen
Bij verstehen neem je deel aan collectieve ervaringen, emoties en betekenissen
van diegene die je bestudeert.
Emic: het van binnenuit beschrijven van een verschijnsel: welke betekenis geeft de actor zelf
aan zijn handelen.
Thick description: bevindingen en vaststellingen moeten gedetailleerd worden beschreven
het brede plaatje, de gehele context, moet in beeld gebracht worden
Daarnaast kijkt een andere kant van culturele criminologie naar teksten over criminaliteit en
misdaadbestrijding.
Deze analyseren dan bijv. de manier waarop en de hoeveelheid waarover gesproken en
geschreven wordt over criminaliteit; hoe criminaliteit in beeld komt.
Crime as culture: gaat om de erkenning dat wat we crimineel gedrag noemen, tegelijkertijd
subcultureel gedrag is dat collectief georganiseerd is rond netwerken van symbolen, rituelen
en gedeelde betekenissen.
Onderzoek richt zich op de dynamiek van subculturen
Culture as crime: duidt op het criminaliseren van bepaalde cultuurproducten of culturele
producenten (het gaat dan om een reconstructie) door de media en door wetten
Bijv. het criminaliseren van de populaire cultuur: het draagt bij aan de percepties en
paniek onder de bevolking en dus aan marginalisering van degenen op wie het gericht is
Media constructions of crime and control: gaat om de manier van rapporteren over
misdaad en misdaadbestrijding in de media van zowel kranten als televisie etc.
Culturele criminologen stellen dat de media criminaliteit ook construeert als een vorm
van amusement: hierdoor krijgen we selectieve informatie aangeboden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ozore. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.