BURGERPARTICIPATIE & VRIJWILLIGERSMANAGEMENT
DIVERSITEIT IN DE SAMENLEVING
Hoofdstuk 6.3 - 6.5
Sociaal kapitaal wordt erg gewaardeerd in onze samenleving. Zo zie je dat in dorpen buren op elkaars
huis passen tijdens vakanties. Zo heeft sociaal kapitaal waarde voor de mensen die direct en actief
aan het netwerk deelnemen, maar ook voor de mensen die minder direct betrokken zijn. Als je gaat
migreren of verhuizen worden je wortels ontwricht en moet je opnieuw sociaal kapitaal opbouwen.
Dit is wel erg van belang aangezien je sociale contacten je kunnen helpen bij het vinden van een baan
of huisvesting
Er zijn verschillen in het sociaal kapitaal:
- Bonding social capital: het vormen van sterke banden tussen mensen van dezelfde
gemeenschap of achtergrond, bijvoorbeeld binnen een familie. Voorbeelden zijn Turkse
studentenvereniging, bijbelgroep, Javaans-Surinaamse ouderengroep.
- Bridging social capital: sociale contacten bouwen met andere groepen die niet hetzelfde zijn
als jij. Heeft als doel om bruggen te bouwen en verbinding te maken met andere
gemeenschappen.
- Bonding en bridging social capital: in een samenleving rijk aan diversiteit zijn beide nodig.
- Liking social capital: de mate waarin individuen relaties op bouwen met instellingen en
personen die relatieve macht over hen hebben, bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot
diensten, banen of middelen.
Socioloog Nan Lin heeft onderzoek gedaan en daar komen vier redenen uit waarom sociaal kapitaal
werkt:
- Informatiestroom: sociale contacten op strategische locaties geven je toegang tot informatie
over mogelijkheden en kansen die je anders niet bereiken.
- Invloed: sociale contacten kunnen invloed uitoefenen op wervers op de banenmarkt of
huizenmarkt, door een goed woordje voor je te doen.
- Sociale accreditatie: door achter je te staan erkennen sociale contacten hun relatie met jou.
- Bekrachtiging van je sociale identiteit: jouw erkenning als lid van een groep of netwerk
bekrachtigt jouw aanspraak op bepaalde middelen die beschikbaar zijn voor leden van het
netwerk.
Hoofdstuk 8.1 - 8.2
Als de relatie tussen de sociaal werker en de cliënt goed is dan is het slagingspercentage van het
traject veel hoger. Professionals sociaal werk/zorg houden zich bezig met de vraag hoe mensen
optimaal sociaal kunnen functioneren ondanks hun aandoeningen en beperkingen. De opdracht is
dus niet om het probleem weg te nemen (gaat vaak ook moeilijk), maar het aanpassen van de manier
van kijken naar het probleem (je kijk op het probleem).
De presentiebenadering (theorie van presentie) is een specifieke houding en de attitude van de
werker. Je moet zorgen dat de cliënt zichzelf gaat ontwikkelen en zelf de dingen weer oppakt, je
moet de taken van hun niet overnemen maar helpen door gewoon present te zijn. De
presentiebenadering is dus eigenlijk gewoon dat je er bent. Het heeft wel 8 kenmerken om het zo
goed mogelijk te kunnen uitvoeren:
- Zonder agenda; zonder opgezet plan het gesprek aangaan.
- Openstaan voor de ander; je biedt je aan als gesprekspartner en toont belangstelling.
- Aandachtig betrekking; door interesse te tonen in de kleine dingen kun je een aandachtige
betrekking aangaan en een aandachtige relatie.
, - Aansluiten; je luistert en sluit daarna aan bij wat er verteld is.
- Perspectiefwisseling; je hebt zelf een bepaald perspectief ontwikkeld over de opleiding en de
hulpverlening die je gaat doen. Alle ervaringen en alle factoren die jij kent vormen jouw
referentiekader. Dit referentiekader bepaalt jouw perspectief van waaruit je jouwomgeving
en andere mensen waarneemt en benadert. Als je vanuit jouw eigen perspectief gaat kijken
naar problemen van anderen en hieruit een oplossing gaat zoeken kunnen er mismatches
ontstaan. De hulp zal dan niet aanslaan. Daarom is perspectiefwisseling heel belangrijk.
- Zich aanbieden; denk hierbij aan hulp die je direct kan aanbieden. Dit kan zijn met iemand
samen boodschappen doen.
- Geduld en tijd; wanneer je gehaast bent zal de cliënt dit aanvoelen, dit belemmert het
contact.
- Trouw; voor mensen kan het belangrijk zijn dat er tenminste één persoon is die af en toe
luistert.
Exposure is jezelf blootstellen, jezelf onderdompelen in een bepaalde situatie. Leeg luisteren is de tijd
en ruimte nemen om met iemand te praten (concentreren en laat OMA of NIVEA thuis!). Reflecteren
is erg belangrijk, je moet namelijk voortdurend bewust zijn van de ander en van jezelf.
Hoofdstuk 10
Kijk in het boek diversiteit in de samenleving.
MANTELZORGERS EN VRIJWILLIGERS IN BEELD
Hoofdstuk 1.1 - 1.3
Zorg en ondersteuning zal steeds vaker op informele basis en onbetaald worden verleend door
mensen uit het eigen netwerk of vrijwilligers. Tegelijkertijd zal formele zorg en ondersteuning nodig
blijven, hoewel die in toenemende mate vanuit de buurt of de wijk zal worden verleend en steeds
minder vaak in een verblijfsinstelling.
Als professional heb je een taak in het ondersteunen van mensen naar optimale zelfredzaamheid,
zelfsturing en actieve participatie, en daarbij in het mobiliseren van de omgeving van je cliënt. Zonder
dat die ondersteuning inboet aan kwaliteit bieden mantelzorgers en vrijwilligers de benodigde hulp.
Als professional geef je invulling aan je rol op grond van principes van evidencebased werken. Dat
betekent dat je met jouw kennis de juiste methode kiest om de cliënt te helpen. Dit doe je op basis
van jouw professionele inzicht en ervaring i.c.m. jouw kennis. Bij het kiezen van de juiste methoden:
- Maak je gebruik van beschikbare wetenschappelijke kennis.
- Maak je gebruik van inhoudelijke en methodische kennis en ervaringen van jou en van
collega-professionals.
- Overleg je met je cliënt over de beste aanpak die aansluit bij zijn of haar voorkeuren.
Doordat Nederland van een verzorgingsstaat naar een participatiestaat gaat is het ‘recht op zorg’ niet
meer vanzelfsprekend en dat zelfverantwoordelijkheid nemen en tegenprestaties leveren in de
samenleving gewoon is geworden. Om deze omslag in zorg en ondersteuning door te zetten, is een
aantal wetswijzigingen ingevoerd en andere zijn nog op komst.
Een deel hiervan krijgt vorm door decentralisaties. Decentraliseren betekent hier dat de
verantwoordelijkheid van taken verschuift van een hogere overheidslaag naar een lagere. Zo zijn
taken die eerst voor de rijksoverheid waren, nu voor de gemeenten.
, Voor de omslag die gemeenten, instellingen en organisaties moeten maken om deze nieuwe taken in
te kunnen voeren wordt wel de term transitie gebruikt. De term transformatie gebruiken we voor de
betekenis die deze veranderingen hebben voor burgers en professionals.
Zorg en ondersteuning is iets tussen mensen. De dynamiek tussen degene die hulp nodig heeft en
degene die hulp biedt, beïnvloedt in sterke mate hoe zorg en zorgen eruitziet. Joan Tronto
onderscheidt vier vormen van zorg:
- Zorgzaam zijn voor (caring about)
- Zorgen dat (taking care of)
- Zorg bieden (care giving)
- Zorg ontvangen (care receiving)
Gabriel van den Brink beschrijft 6 dimensies. Al deze dimensies samen noemen we tegenworodig
zorg en ondersteuning. Bij de eerste 2 dimensies speelt de professional een grotere rol. Bij de laatste
4 dimensies zijn de mantelzorgers en vrijwilligers meer in beeld.
Dimensie Doelstelling Voorbeelden
1. Verpleging en lichamelijke Gezondheid Bij gebroken heup na val of longontsteking
verzorging
2. Opvang en bescherming Veiligheid Opvang van vrouw met kinderen na
ervaren huiselijk geweld, of van dak- of
thuislozen
3. Ontplooiing en ontwikkeling Persoonlijkheid Cursussen, opleidingen
4. Praktische en huishoudelijke Leefbaarheid Boodschappen, schoonmaak, vervoer naar
hulp familie of club
5. Troost en sociale steun Betrokkenheid Maatjes, bezoekdienst, gezelschap, clubs
6. Organisatie en regie Doelmatigheid Aanvragen van indicaties, betalen van pgb
Informele zorg en ondersteuning betreffen zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligers in de zorg.
- Onder zelfzorg verstaan we alles wat je doet voor je eigen gezondheid, denk dan aan sporten
of je houden aan een dieet, maar ook zelfmedicatie.
- In het verlengde van zelfzorg, maar voorafgaand aan mantelzorg, kennen we ook
gebruikelijke zorg. Dit omvat alles wat je binnen een huishouding gewoonlijk doet voor jezelf
en je gezinsleden. De overheid hanteert het Protocol gebruikelijke zorg. Daarin staat wat de
overheid verstaat onder gebruikelijke zorg: vanzelfsprekende zorg door familieleden.
- Voor mantelzorg hanteert de overheid een definitie in termen van duur en intensiteit:
mantelzorg duurt langer dan drie maanden en/of behelst meer dan 8 uur per week.
Mantelzorg is zorg die wordt geboden door mensen die een relatie hebben met degene aan
wie ze zorg verlenen. Deze relatie bestond al voordat de zorg begon.
- Vrijwilligers in de zorg hebben geen relatie met de zorgvrager voorafgaand aan de zorg.
Mantelzorgers en vrijwilligers moet je niet verwarren. Vandaar dat hieronder nog een lijst staat met
overeenkomsten en verschillen.
Overeenkomsten mantelzorgers en vrijwilligers
- Vrijwillig: op basis van vrijwilligheid, niet afdwingbaar door de overheid.
- Motivatie: komt voort uit liefde, verantwoordelijkheid, zich nuttig willen maken,
behulpzaamheid, waardering krijgen voor de inzet, ervaring opdoen.
- Vergoeding: onbetaald.
Verschillen mantelzorgers en vrijwilligers