Samenvatting AFP4
Opbouw zenuwstelsel
1. Vat de basale opbouw van het zenuwstelsel samen
2. Legt uit wat een neuron is en deelt deze in naar functie
3. Legt uit wat het verschil is tussen grijze en witte stof
4. Benoemt de verschillende gliacellen en hun functies
Zenuwweefsel
Neuronen Prikkelgeleiding
- Prikkelopvang uit periferie naar het centraal systeem
- Prikkels genereren in het centraal systeem naar doelorganen
- Prikkels doorschakelen
Neuronen functioneren niet alleen, hebben een cellichaam met kern maar kan zich niet delen.
- Cytoplasma = ruw en korrelig (lichaampjes van Nissl) (grijze stof)
- Dendrieten = uitlopers Prikkeltransport
- Axonen Geven het signaal door
,Dendriet
- Nemen prikkels op en geven deze door aan de kern, prikkel transport gebeurt na overschrijding van
de drempelwaarde
Axon
- Geeft signaal door naar de volgende cel of einddoel (naar spier)
- Gemyeliniseerd (witte stof)/ongemyeliniseerd
- Insnoeringen van Ranvier
Gliacellen (helpcellen) Voeding, bescherming en steun van neuronen
- Astrocyten
- Steun, regelen ionenconcentratie, opruimen neurotransmitters, bloed-hersen barriere
- Oligondendrocyt
- Myelineschede
- Microglia
- Fagocytose (proces leukocyt, insluiten micro-organisme of virus)
- Ontstaan uit witte bloedcellen
- Ependymcellen
- Vormen binnenbekleding van hersenholtes en centrale ruggenmergskanaal
- Voeding, vorming liquor, transport liquor middels trilharen
,Actiepotentiaal en transmisse
1. Legt uit hoe een actiepotentiaal ontstaat en verloopt
2. Legt uit op welke wijze impulsoverdracht plaatsvindt
3. Benoemt de belangrijkste neurotransmitters en hun effect
Belangrijkste functie van neuronen = voortgeleiding van prikkels
Actiepotentiaal
= Voortgeleiden prikkel
Het actiepotentiaal komt tot stand bij het depolariseren van het celmembraan.
Alle communicatie tussen neuronen en andere cellen vindt plaats via de membraanoppervlakken.
Alle levende cellen zijn gekenmerkt door een gepolariseerd plasmamembraan.
- Aan de buitenkant van het membraan = een overmaat van positieve lading aanwezig
- Aan de binnenkant = een overmaat van negatieve lading
- De ladingen worden gescheiden gehouden = potentiaalverschil
- De ladingen worden door het membraan gescheiden = membraanpotentiaal
- Eenheid = in Volt
- Rustpotentiaal = -70mV (binnenkant is negatief geladen)
Factoren die verantwoordelijk zijn voor de membraanpotentiaal
- De vloeistoffen binnen en buiten vertonen een verschil m.b.t. ionensamenstelling
Vloeistoffen buiten
- Natriumionen (Na+)
- Chloorionen (Ch-)
Vloeistoffen binnen
- Kaliumionen (K+)
- Eiwitten (Pr-)
Het depolariseren van het celmembraan gebeurt door prikkeling van een zenuwcel
Door welke prikkels kan een zenuwcel geprikkeld worden en komen tot depolarisatie?
- Chemische prikkels
- Mechanische prikkels
- Thermische prikkels
- Fysische prikkels (licht, geluid, straling)
- Verandering van ionenconcentraties rondom de cel
Een actiepotentiaal ontstaat wanneer de membraan tot de zogenoemde drempelwaarde
depolariseert
- Het openen van de natriumkanalen en depolarisatie van de membraan
- Het sluiten van de natriumkanalen
- Het openen van de kaliumkanalen
- Herstel van de normale doorlaatbaarheid
, Bij prikkeling en bereiken van de drempelwaarde
- De celmembraan wordt doorlaatbaar voor Na+ ionen
- Na+ influx
- De binnenkant van de cel wordt positief
- Er ontstaat depolarisatie
Repolarisatie
Na het actiepotentiaal
- Celmembraan wordt doorlaatbaar voor K+
- K+ efflux
- Binnenkant van de cel wordt weer negatief
- Er ontstaat repolarisatie
Na/K-pomp
- Verhouding ionen komt weer in evenwicht
Ononderbroken geleiding
= Verspreiding van het actiepotentiaal langs het gehele prikkelbare membraan oppervlak in een
reeks kleine stappen. (Trage voortgeleiding)
Saltatoirde impulsgeleiding
= De actiepotentiaal springt van knoop tot knoop, het tussengelegen gemyeliniseerde
membraanoppervlak wordt overgeslagen. (Snellere voortgeleiding)
Refractonaire periode
= Na voltooiing repolarisatie kan de membraan niet op verdere prikkeling reageren
Prikkelbare cellen
- Zintuigcellen
- Kliercellen
- Spiercellen
- Zenuwcellen
*Via een dendriet wordt de prikkel opgevangen naar het cellichaam waarde wordt bepaald
voortgeleiding naar axon (einde van axon) synapsknop synaptische knop maakt contact
met het volgend neuron, klier of spier overdracht
Synaps
= De plaats waar zenuwimpulsen overgedragen worden. Het is de contactplaats van twee neuronen,
of een neuron en een klier of spier.
Bestaat uit een:
- Synaptische knop (verdikking van het einde van een axon)
- Bevat vacuole gevuld met neurotransmitters
- Presynaptisch membraan
- Synapsspleet
- Postsynaptisch membraan
Of het volgend neuron depolariseert is afhankelijk van:
de sterkte van de prikkel en de hoeveelheid prikkels
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fjkrones. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €0,00. Je zit daarna nergens aan vast.