Aantekeningen hoorcolleges
College 1
Sociale psychologie is de manier waarop mensen hun gedachten, gevoelens en gedragingen door de
(daadwerkelijke en/of voorgestelde) aanwezigheid van andere mensen. Fascinatie voor invloed van
sociale situaties en individuele verschillen op menselijke gedachten, gevoelens en gedragingen.
Heider & Simmel (1944): de mens construeert eigen sociale realiteit (social construals), vaak in
termen van persoonseigenschappen. Bijv. wat is mooi?
Fundamentele attributiefout: oorzaken van gedrag toeschrijven aan persoonlijkheidseigenschappen
(Lee Ross)
Self-Fulfilling prophecy ofwel Pygmalion effect (Ovidius): (on)geloof in een person veroorzaakt dat
(on)geloof in de persoon realiteit wordt.
Axioma’s (basisassumpties) sociale psychologie:
- Mens is een sociaal dier: de mens wordt sterk beïnvloed door de omgeving en is dier.
- Kurt Lewin: wat we denken, doen en voelen is een functie van persoon en situatie.
Verschillende mensen reageren verschillend op dezelfde situatie.
- Mens construeert de eigen realiteit: het denken, doen en voelen van mensen wordt sterk
beïnvloed door de situatie, of liever, door hun interpretatie van de situatie.
Twee manieren van informatie verwerken: gecontroleerd en automatisch.
Confirmation bias: we neigen ernaar om vragen te stellen die onze hypotheses bevestigen. Terwijl
strikt genomen alleen vragen gesteld mogen worden die de hypotheses ontkrachten.
The O.J. Simpson trial: man vermoord vrouw en beste vriend nadat hij hen in bed aantreft.
Briant & Brockway (1997): hoe groot is de kans de Simpson beschuldig wordt van moord of
doodslag? Deze vraag werd gesteld 2 uur voor de uitspraak, 2 uur na de uitspraak en een week na de
uitspraak.
Dit proces heet hindsight bias. Geeft aan hoe lenig de geest is. We passen ons antwoord naadloos
aan om slimmer over te komen.
Cold-hot empathy gap: men kan zich moeilijk inleven in iemand wanneer hij/zij zich niet in dezelfde
situatie bevindt.
,College 2
Grootste invloed op de sociale psychologie Adolf Hitler. Door vreselijke gebeurtenissen ontstond
de vraag: hoe heeft dit allemaal kunnen gebeuren?
Kernfiguren van de sociale beïnvloeding:
- Lewin: veldtheorie: wij mensen bevinden ons in een voortdurend veranderend krachtenveld
waarin verschillende krachten (vanuit onszelf of vanuit anderen) op ons worden uitgeoefend.
Hij was de grondlegger van de sociale psychologie (gedrag= persoon x situatie).
- Latané: social impact theory: sociale beïnvloeding is afhankelijk van het aantal personen dat
druk uitoefent, waarde gehecht aan de bron van sociale druk (sterkte) en nabijheid van de
bron (fysiek of in gedachten aanwezig)
- Asch: normatieve beïnvloeding: hij gaf duidelijke lijnen waarbij mensen moesten aangeven
op welke lijn ernaast hij het meeste leek. Zonder sociale beïnvloeding gaven mensen altijd
het juiste antwoord. Wanneer de persoon met 6-8 anderen (confederates) is die een
verkeerd antwoord geven geeft 70-75% van de personen bij minimaal 1 vd 12 gevallen een
fout antwoord in lijn met de confederates. Gemiddeld bij 4-5 vd 12 trials.
- Milgram: obedience to authority: waarom volgen mensen klakkeloos bevelen op?
onderzoek naar gehoorzaamheid. Als we mensen die aan een onderzoek op de universiteit
meedoen vragen om elektrische schokken toe te dienen aan een andere
onderzoeksdeelnemer, omdat die persoon niet goed woordjes leren kan, gaan ze dat dan
doen? Antwoord van tevoren van experts was nee. Maar, nagenoeg iedereen gaf schokken,
waarvan 65% doorging tot het einde (dodelijke schokken van 450 V).
- Lodewijkx:
Oorzaken van conformiteit (waarom heeft sociale beïnvloeding effect?):
- Informationeel (need to be accurate): vaak weten we niet wat te doen (informatie-
onzekerheid) we kijken naar wat anderen doen
- Normatief (need to be accepted): fundamenteel sociaal-psychologische behoefte, we willen
graag bij anderen horen
Waarom volgen mensen klakkeloos bevelen op:
- Men hecht belang aan autoriteiten
- Je kan de verantwoordelijkheid afschuiven
- Afstand tussen de proefleider en leerling
- Er zijn geen ongehoorzame anderen
Sociale perceptie: de manier waarop mensen
anderen (persoonsperceptie) en zichzelf (zelf-
perceptie) begrijpen.
Zelfperceptie: hoe begrijpen we onszelf?
- Door de ogen van anderen: looking-glass
self (Cooley). Is vaak functioneel
- Sociale omgeving als referentiekader: zelf-
perceptie is afhankelijk van de sociale omgeving waarin we ons bevinden (Festinger)
- Biases: systematische vertekeningen in hoe we onszelf waarnemen. Bijv. ik ben beter in
autorijden dan gemiddeld. Self-serving attributional bias: toeschrijven van succes aan jezelf
en toeschrijven van falen aan situatie.
, - Emoties als info: emoties zijn embodied (Paula Niedenthal). De emoties die je ervaart zijn in
je lijf opgeslagen. Fritz Strack: onderzoek met potlood in mond. Strip wordt grappiger
bevonden wanneer men lacht dan wanneer men sip kijkt.
Attitudes: de evaluatieve gedachten die mensen hebben over hun sociale omgeving en de zaken die
zich daarin bevinden. Hoe positief of negatief denk jij over bepaalde objecten, personen,
gebeurtenissen etc.
- Hoe worden attitudes gevormd: socialisatieprocessen
- Wat voor invloed hebben ze op gedrag: theory of planned behavior (Ajzen): subjectieve
norm: wat denken belangrijke anderen v.h. gedrag, waargenomen controle: in hoeverre ben
ik in staat tot het vertonen van het gedrag?
- Hoe worden ze veranderd: (1) zonder gedachten (2) als gevolg van oppervlakkige gedachten
(3) a.g.v. systematisch nadenken
College 3
Sociale cognitie: hoe mensen over zichzelf en hun sociale wereld denken. Hoe mensen sociale
informatie selecteren, interpreteren, onthouden en gebruiken bij het vormen van oordelen en het
maken van beslissingen.
Waarom is het moeilijk om ongewenste gedachten te onderdrukken?: je moet eerst iets signaleren
voordat je het kan onderdrukken. Bijv.: als je af wil vallen moet je eerst denken aan lekker eten
voordat je de gedachte aan lekker eten kan onderdrukken. Dit verklaart:
- Het in stand houden van psychopathologie (dwanggedachten)
- Waarom het volgen van een dieet voor velen moeilijk is
- Waarom stoppen met roken lastig is
Neil Macrea: onderzoek met skinheads. Als je niet wil denken aan stereotypen, wordt het stereotype
meer geactiveerd en daardoor ga je er meer op reageren, neem je meer afstand zowel fysiek als
psychologisch.
Je kan stereotypen onderdrukken door het tegenovergestelde te doen van wat het stereotype je
ingeeft en dan te kijken wat er gebeurt. Je moet daarvoor wel gemotiveerd zijn en voldoende
cognitieve denkkracht hebben.
Automaticiteit: hoe automatisch of spontaan onze denkprocessen tot stand komen en worden
beïnvloed. 4 criteria van automaticiteit:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilsestraus02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.