Individu en maatschappij (I&M) Leerjaar 1 Semester 2
1. Psychologie de Essentie
2. Psychologie een Inleiding
3. Familiegerichte Zorg
4. Gezondheidsrecht
5. Verpleegethiek
Periode 3: Gedragswetenschappen/Psychologie
Tentamenvragen
1. Een aantoonbare fout in het interpreteren in de simulatie van de stimulus wordt genoemd?
A. Vorm van blindheid
B. Illusie
C. Ambivalentie
2. Je verkiest ononderbroken vormen boven rommeltje als herkenning?
A. Perceptibele constantie
B. Perceptibele illusie
C. Wet van de continuïteit
3. De theorie van Maslow is een?
A. Zelf determinatie theorie
B. Behoefte theorie
C. Proximale theorie
4. Gedrag en motieven die evolutionair zijn gevormd en essentieel zijn voor overleving worden
verklaard vanuit?
A. De instincttheorie
B. De behoeftetheorie
C. Drijfveer theorie
5. Zintuiglijke waarneming wordt verwerkt in?
A. Sensorisch geheugen
6. Vluchtigheid is...
A. Vervagen van herinneringen
7. Rouw is…
A. Schuldgevoel en machteloosheid als emotionele reactie op verlies.
Week 8
✓ 11/02/2020 - Hoorcollege: Sensatie, Waarneming en Perceptie
Psychologie: het beïnvloeden van gedrag
- Psyché = geest
- Logos: het gebied van de studie
- Geestelijke processen gekoppeld aan gedrag
Kernconcept: Wetenschap van gedrag en psychische processen. Systemische en openbare
bestudering van oorzaken en gevolgen van menselijk gedrag.
Psychologie ↔ mensenkennis
, Vier kenmerken wetenschap:
1. Meetbaar
2. Oorzaak-gevolg relaties
3. Systematisch
4. Openbaar
Specialismen in de psychologie:
- Psychologie op de verpleegafdeling
- Beïnvloeden van verkeersgedrag
- De verzamelaar
Stromingen binnen de psychologie:
- Biologisch invalshoek (erfelijkheid, zenuwstelsel/hormoonstelsel)
- Behaviorisme (black box, stimulus - respons, conditioneren en bekrachtigen, experimenteren)
- Psychoanalyse (onbewuste, driften, id, ego en super ego)
- Humanistische psychologie (uniciteit, persoonlijke groei, vrije wil, bewuste ervaring
- Cognitieve psychologie (cognitie, actieve betekenisgeving, informatieverwerking, schema’s)
- Sociocultureel (bredere sociale context)
Psychologie-verpleegkunde:
- Je leert dat ieder mens anders reageert
- Je leert dit gedrag/deze verschillen te observeren
- Je leert interventiemogelijkheden kennen en toe te passen bij o.a. angst, ontkenning, rouw,
agressie, boosheid, ziektewinst, therapietrouw, regressie
- Om adequate verpleegkundige zorg te verlenen
Waarneming, Perceptie en Sensatie
- Waarnemen ↔ onwaarnemen
- Sensorische adaptatie
- Sensatie = gewaarworden van een stimulus (zien, horen, ruiken, voelen, proeven, 6e, 7e, 8e
zintuig?)
- Perceptie = betekenisgeving
- Proces beïnvloed door: ervaringen, stemming, omgeving, herinneringen, beslissingen,
waarden en overtuigingen, adaptatie. metaprogramma's (onbewuste voorkeursstijlen),
MOMENT)
- De uiteindelijke betekenisgeving leidt tot een reactie, gedrag bijvoorbeeld vechten of vluchten
Ordeningsprincipes:
- Wet van de gelijkheid
- Wet van Prägnanz (“We zien wat we willen of denken te zien.”)
- Percentuele predispositie (gehoor voorkeur)
- Subjectieve contouren
- Perceptuele constantie
Stimuli, Sensatie, Perceptie
- Verwerven, registreren, interpreteren, selecteren en ordenen
