Een volledige samenvatting van het boek 'de bestuurlijke kaart van Nederland' met uitzondering van hoofdstuk 7 en 11 (geen voorgeschreven stof). Alle benodigde literatuur voor het tentamen uit dit boek is samengevat.
BIJZONDER BESTUURSRECHT
OP DECENTRAAL NIVEAU
De bestuurlijke kaart van Nederland
Gemaakt door: Meike Kok
,Hoofdstuk 1: De bestuurlijke kaart van Nederland
Het openbaar bestuur = alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag.
Uitgangspunten: financiering, doel- of taaksteling.
Kenmerken Nederlands openbaar bestuur:
Nederland is een constitutionele monarchie. De koning is het staatshoofd.
– Het handelen van de koning is gebonden aan een grondwet of geschreven
constitutie.
Nederland is een rechtsstaat.
– Het overheidshandelen is onderworpen aan de regels van het recht, zodat de
overheid niet naar willekeur mag handelen legaliteitsbeginsel: de overheid
mag alleen handelen op wettelijke bevoegdheden.
– Een ander element van de rechtsstaat: burgers beschikken over
grondrechten, zoals vrijheid van godsdienst.
Nederland kent een gedeeltelijke scheiding der machten.
– De wetgevende, uitvoerende en de rechtsprekende macht zijn in sterke mate
onafhankelijk van elkaar en controleren elkaar.
Nederland heeft scheiding van kerk en staat.
– Nederland heeft geen staatskerk.
Nederland heeft een parlementair stelsel.
– De bevolking kiest rechtstreeks het hoogste besluitvormende orgaan; de
tweede kamer. De regering is verantwoording schuldig aan de tweede kamer.
– Nederland heeft ook wel een representatieve/indirecte democratie = de
democratie in Nederland bestaat uit dat de bevolking vertegenwoordigers
kiest die vervolgens de besluiten nemen.
– Pijlers van het parlementaire stelsel:
Beginsel van ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn
verantwoordelijk, ook voor het optreden van de koning en voor het
doen en laten van rijksambtenaren.
Vertrouwensregel: ministers worden geacht af te treden zodra zij het
vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verloren hebben.
Parlementaire stelsel is dualistisch: de volksvertegenwoordiging is
onafhankelijk van de regering en ministers kunnen geen deel uitmaken
van de Staten-Generaal. Hetzelfde geldt voor gemeenten en
provincies: de gemeenteraden en de Provinciale Staten zijn
gescheiden van het college van B&W en het college van Gedeputeerde
staten.
Nederlandse bevolking kiest geen bestuurders: de leden van de
gemeenteraden en de Provinciale Staten benoemen de wethouders en
de gedeputeerden. De kroon benoemt formeel de ministers,
burgemeesters en commissarissen van de koning.
Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een stelsel van
evenredige vertegenwoordiging: het aantal zetels voor een partij is in
overeenstemming met de aanhang van de partij onder bevolking. In
Nederland is er geen kiesdrempel. De partijen hoeven geen minimaal
stemmenpercentage te behalen voor een zetel.
, Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: taken,
bevoegdheden en verantwoordelijkheden op verschillende niveaus
zijn belegd.
Geen constitutioneel hof.
Geen juryrechtspraak: in Nederland blijft de rechtspraak het
exclusieve domein van onafhankelijke en deskundige rechters.
Functioneel bestuur: bestuursorganen (geen Rijk, provincie,
gemeente) hebben een beperkt, wettelijk vastgelegd takenpakket
(bijvoorbeeld waterschap).
De grondwet van Thorbecke uit 1848 heeft de grondslag gelegd voor het principe van
ministeriele verantwoordelijkheid en de gedecentraliseerde eenheidsstaat (‘huis van
Thorbecke’). De volksvertegenwoordiging heeft in 1917 ervoor gekozen om het toen
geldende districtenstelsel te vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
De Nederlandse bestuursstijl is te omschrijven met zes ‘co’s’: coalitie, collegialiteit,
compromis, consensus, coöptatie (snelle opname van nieuwkomers in het bestel),
coöperatie.
Hoofdstuk 2: De Nederlandse staat
Kenmerken van een staat:
1. Sprake van een specifiek grondgebied (een territorium). De Nederlandse staat wordt
begrensd door andere staten en door de Noordzee.
2. Er is een bevolking. Maakt niet of een staat dichtbevolkt is of niet.
3. Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie de gezaghebbend
de wet- en regelgeving kan handhaven. Nederland heeft de grondwet en daarop
aansluitende wet- en regelgeving, er is een complex van politieke en bestuurlijke
instanties die zich bezighouden met wetgeving, rechtspraak en beleidsuitvoering.
Hieraan is ook gekoppeld het geweldsmonopolie van de staat: alleen de staat is
bevoegd geweld te gebruiken om de openbare orde te kunnen handhaven en de
veiligheid van de burgers te kunnen beschermen.
4. Een staat is erkend door andere staten. De Staat der Nederlanden is erkend door de
staten waarmee vriendschappelijke betrekkingen worden onderhouden. In de
praktijk van de internationale politiek is lidmaatschap van de Verenigde Naties het
teken dat er sprake is van een erkende staat. Men spreekt ook wel van een
soevereine staat.
Soevereine staat = een onafhankelijke staat die in het internationale recht gelijk is aan alle
andere staten.
De Staat der Nederlanden is een rechtspersoon. Het begrip de Staat der Nederlanden is de
juridische term voor de Nederlandse overheid. De staat is, net als een individu, bevoegd
rechtshandelingen te verrichten. Bijvoorbeeld: koopovereenkomsten aangaan, een verdrag
sluiten of belasting opleggen aan burgers.
, Nederland maakt deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, dat ook uit Aruba, Curaçao en
Sint-Maarten omvat. Een staat hoeft niet uit een aaneengesloten territorium te bestaan.
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt het bijzondere
samenwerkingsverband van Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Het Statuut is van
een hogere orde dan de Nederlandse Grondwet (art. 5 lid 2 Statuut).
De Nederlandse koning is staatshoofd van het gehele Koninkrijk der Nederlanden:
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. In de laatste drie landen wordt de koning
vertegenwoordigd door de gouverneur: ieder land heeft een eigen gouverneur. Een
gouverneur is een plaatsvervanger.
De regering van het koninkrijk bestaat uit de koning en de Raad van Ministers
(Rijksministerraad). Dat wil zeggen: alle ministers van Nederland en drie gevolmachtigde
ministers (van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten). De Raad behandelt aangelegenheden die de
vier landen raken. De regering van het koninkrijk oefent samen met de Nederlandse Staten-
Generaal de wetgevende macht uit.
Nederland is sinds de grondwet van 1815 een constitutionele monarchie. Een
constitutionele monarchie is een staat waarin het Koningschap verankerd is een constitutie.
De koning staat niet boven de wet, maar is daaraan ondergeschikt. Een constitutie is het
geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels met betrekking tot de
organisatie van een staat. Die regels kunnen (gedeeltelijk) zijn vastgelegd in een wet: een
grondwet.
Uitgangspunten van de Nederlandse Grondwet:
» Parlementair stelsel.
» Rechtsstaat.
» Gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Parlementair stelsel
Nederland is een democratie waarin de bevolking van 18 jaar en ouder haar hoogste
besluitvormende orgaan kiest: de Tweede Kamer. Dat is de kern van het parlementair
stelsel. Dit stelsel kent twee principes:
– Ten eerste is de koning onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk (art. 42
lid 2 Gw) regel van ministeriële verantwoordelijkheid. De ministers moeten
verantwoording afleggen over de handelingen en uitingen van de leden van het
koningshuis en over het functioneren het ambtenarenapparaat dat namens de
regering beleid voorbereidt en uitvoert. Op nationaal niveau ligt de bestuursmacht
dan ook bij de ministers. Zij worden gecontroleerd door het parlement.
– Het kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de tweede kamer hebben.
Dit geldt ook voor een individuele minister of staatssecretaris. Het vertrouwen wordt
niet uitdrukkelijk uitgesproken, maar wordt voorondersteld tot het tegendeel blijkt;
dit noemt men de vertrouwensregel. Bij verlies van vertrouwen zal het kabinet of de
betrokken minister of staatssecretaris moeten aftreden.
Rechtsstaat
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikekok. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.