Fysiologie
Hoofdstuk 1, Spijsvertering en opname
Deel 1: spijsverteringssysteem
• Samenwerking met cardiovasculair en lymfatisch systeem.
• Spijsverteringssysteem is nodig voor de aanvoer van benodigde
voedingsstoffen.
Koolhydraten, vetten en proteïnen
Als brandstof voor het blijven functioneren van lichaamscellen.
Als bouwstoffen voor celgroei en –herstel.
• Het spijsverteringssysteem is ook betrokken bij processen rondom:
Afbraak van voedsel
Absorptie van voedingsstoffen
Eliminatie van resterende afvalstoffen
Spijsverteringssysteem wordt ingedeeld in het spijsverteringskanaal (zelf) en de bijbehorende
organen.
Spijsverteringskanaal
Mondholte
Keelholte (pharynx)
Slokdarm (oesophagus)
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Bijbehorende organen
Tong
Tanden
Speekselklieren
Alvleesklier (pancreas)
Lever
Galblaas
De functies van het spijsverteringssysteem:
- Inslikken= het actieve proces wanneer voedsel in mondholte komt.
- Mechanische vertering en voortstuwing= verpulveren/klein maken en afbreken van voedsel.
- Chemische vertering= de chemische afbraak van voedsel in kleine organische en
anorganische moleculen.
- Secretie= de afgifte van water, zuren, enzymen, buffers en zouten.
- Absorptie= de beweging van organische moleculen, elektrolyten, vitaminen, mineralen en
water door spijsverteringsepitheel.
- Ontlasting= eliminatie van afval uit het lichaam.
- Bescherming tegen:
o Bijtende effecten van spijsverteringszuren en enzymen.
o Mechanische stress
o Bacteriën
Mondholte (onderdeel spijsverteringskanaal)
- Functies:
Sensorische analyse van voedsel voor het slikken.
, Mechanische spijsvertering door actie van tanden, tong en gehemelten.
Smering door menging van slijm en speeksel.
Beperkte chemische vertering van koolhydraten en vetten.
Tong en tanden (bijbehorende organen)
- Functies tong:
Mechanische spijsvertering door compressie, wrijving en
vervorming,
Manipulatie om te helpen bij het kauwen en om voedsel voor te bereiden om door te
slikken.
Sensorische analyse bij het aanraken, temperatuur en smaakreceptoren.
Secretie van mucine (bevochtigt de mond) en het enzym linguale lipase (bindt zich aan
vetten).
- Functies tanden:
Kauwen van voedsel.
Speekselklieren en keelholte (onderdeel spijsverteringskanaal en bijbehorende organen)
- Functies speekselklieren (in de mond):
Afscheiding van smeervloeistof (speeksel) met enzymen -> afbraak
koolhydraten.
Speeksel: productie van 1-1,5L/dag.
- 99,4% water en 0,6 elektrolyten, buffer, glycoproteïnen, antilichamen,
enzymen en afvalstoffen.
- Spoelt voortdurend mondoppervlakte om het schoon te houden.
- Functie keelholte (pharynx)
Gespierde aandrijving van voortstuwing van voedsel in de slokdarm.
Slokdarm en maag (onderdeel spijsverteringskanaal)
- Functies slokdarm (oesophagus):
Beweegt actief ingeslikt voedsel naar de maag.
Lengte: 25cm
- Functies maag:
Tijdelijke opslag ingeslikt voedsel vanuit de slokdarm.
Mechanische vertering van voedsel door spiercontracties.
Chemische vertering van voedsel door acties van zuren en enzymen.
Uitbreidbare buisvormige J (vorm).
Dunne darm (onderdeel spijsverteringskanaal)
- 90% van vertering en absorptie van voedingsstoffen.
- Gemiddelde lengte: 6m (range: 4,5 - 7,5m).
- Drie segmenten:
, Duodenum: eerste 25cm
- Twaalfvingerige darm
- “mengkom”
Jejunum: 2,5m
- Grootste deel van chemische vertering en opname voedingsstoffen.
Ileum: 3,5m
- Controleert stroming van inhoud naar de dikke darm -> daarvoor zit nog de
ileocecale klep.
Binnenkant darmen (onderdeel spijsverteringskanaal -> dikke en dunne darm)
- Mucosa: binnenste cellaag.
o Bevat epitheel, die bevochtigd is met slijm uit klieren, areolair weefsel en gespierde
muscularis mucosae.
- Submucosa:
o Onregelmatig bindweefsel, tussen mucosa
en tunica muscularis.
o Bevat bloedvaten, lymfevaten en zenuwen.
- Tunica muscularis:
o Bevat gladde spiercellen, geïnnerveerd
door het sympathische en
parasympathische zenuwstelsel.
- Serosa: buitenste laag.
o Bindweefsel, dat overgaat in buikvlies.
- Plicae: plooien in dunne darm.
- Villi: uitstulping in dunne darmen (op de plicae).
Beide (villi en plicae) vergroten de oppervlakte voor absorptie.
Dikke darm en endeldarm (onderdeel spijsverteringskanaal)
- Dikke darm: ook wel hoefvormige darm genoemd.
- Gemiddelde lengte van 1.5m en doorsnede van 7.5cm.
- Drie segmenten:
Cecum: eerste gedeelte.
Colon: grootste gedeelte.
Rectum (endeldarm): laatste 15cm
- Anus: uitgang van het anale kanaal.
- Functies dikke darm:
Opslaan van spijsverteringsafval.
Reabsorptie van water.
- Functie endeldarm:
Tijdelijke opslag van ontlasting.
Alvleesklier (pancreas) (bijbehorende organen)
- Ligging: dorsaal van maag.
- Grijs-roze van kleur; 15cm lang.
- Afgifte van alvleesklier enzymen.
- Twee functies: