Taak 4 Wessel Rieter
PS: Biologische grondslagen van paniek en angst
LD:
- Soorten medicatie/werking en bijwerking
- Specifieke indicatiegebieden voor het soort medicatie
- Hoe werkt het neurotransmittersysteem bij angst?
- Biologische modellen (welke breinstructuren een rol spelen bij angst)
- Toepassen op taak
Soorten medicatie/werking en bijwerking
GAD
Tegenwoordig bestaat eerstelijns therapie uit gebruik van SSRI’s en SNRI’s, als ook
benzodiazenpines. Alhoewel, sommige voorschrijvers twijfelend zijn over het geven van
benzodiazepines voor angststoornissen en in het bijzonder GAD vanwege de lange duur van deze
stoornis en de mogelijkheid van afhankelijkheid, misbruik en terugtrekreacties met
benzodiazepines. Hoewel het geen goed idee is om benzodiazepine aan een GAD patiënt te
geven die al andere middelen misbruikt zoals alcohol, kan het toch een goed middel zijn voor de
initiëring van een SSRI of SNRI aangezien deze agenten van activerend, moeilijk te tolereren
zijn in vroege doseringen en een vertraagde werking hebben. Soms kan een benzodiazepine ook
als aanvulling voor SSRI of SNRI worden genomen. Ook kunnen benzodiazepines gebruikt
worden als er een noodgeval is en er snel een medicijn moet worden toegediend.
Remissie van alle symptomen van GAD van een individu kan pas plaatsvinden rond 6 maanden,
bij gebruik van een SSRi of SNRI. Als een patient het niet goed doet met een bepaald medicijn
binnen een paar weken dan kan er gewisseld worden van SSRI of kan er voor gekozen worden
een benzodiazepine er aan toe te voegen als aanvulling. Indien dit ook niet werkt kunnen anti
convulsanten gebruikt worden hoewel deze toepassing hiervan nog steeds in de testfase zit.
Eerstelijns: SSRI, BZ, SNRI en Buspirone
Tweedelijns: TCA
Toevoeging: Slaapmiddel, CBT
Paniekstoornis
Paniekstoornissen kunnen zich in verschillende condities voordoen en is dus vaak een comorbide
stoornis bij bijvoorbeeld een andere anxiety stoornis of depressie. Het is dus logisch dat
medicijnen voor bijvoorbeeld depressie ook voor deze stoornis van toepassing zijn. Eerstelijns
behandeling bestaat uit SSRI’s, SNRI en benzodiazepine. Hoewel benzo’s ook wel vaak als
tweedelijns gebruikt worden, of enkel als initiatiemiddel met SSRI’s of voor noodgevallen zoals
een spontane ernstige paniekaanval.
Verschillende extra behandelingen voor paniekstoornis zijn antipsychotica voor ernstige gevallen
of immune gevallen, slaapmiddelen voor patiënten met insomnia, anticonvulsanten voor
, patiënten waarbij de eerstelijnsmiddelen niet aanslaan en cognitieve gedragstherapie om
psychofarma’s toegankelijk te maken.
Eerstelijns: SSRI, SNRI en BZ
Tweedelijns: TCA, MAO
Toevoeging: CBT, Slaapmiddelen
Sociale angststoornis
Is ongeveer hetzelfde als de behandeling van paniekstoornis, met slechts een paar verschillen.
SSRI’s en SNRI’s zijn vaak eerstelijns therapieën, maar het gebruik van benzodiazepines als
eerstelijns therapie is niet zo geaccepteerd als bij GAD en paniekstoornis. Er is minder bewijs
voor de werking van oudere antidepressiva voor sociale angststoornis, dat geldt vooral voor
TCA’s.
Eerstelijns: SSRI, SNRI en BZ
Tweedelijns: MAO, beta blockers
Toevoeging: CBT, slaapmiddelen, lamotrigine
PTSS
SSRI’s en SNRI’s zijn bewezen als effectieve eerstelijnsmiddelen maar laten de patiënten vaak
achter met residuele symptomen zoals insomnia. Ze hebben dus vaak geen monotherapie.
Benzodiazepine wordt met voorzichtigheid gebruikt, niet alleen vanwege beperkt bewijs voor
effectiviteit maar ook aangezien veel PTSD patiënten andere middelen gebruiken zoals alcohol.
Een unieke behandeling voor patiënten met PTSD is het toedienen van een alpha 1 antagonist
snachts om nachtmerries te voorkomen. Er is een grote vraag naar nieuwe behandelingen voor
PTSD.
Eerstelijns: SSRI, SNRI
Tweedelijns: BZ, TCA, MAO
Toevoeging: Slaapmiddel, CBT, lamotrigine, beta clockers, alpha-1 antagonisten
OCD
OCD is vaak een comorbide stoornis en heeft grote overlap qua behandelingen. Er zijn echter
enkele unieke eigenschappen van behandelingen van OCD. Eerstelijnsbehandeling werkt vooral
met SSRI’s. Hoewel een tweedelijnsbehandeling met TCA, SNRi of MAO inhibitor de
overweging waard is. Indien de SSRI’s niet aanslaan dan wordt er vaak een hoge dosis SSRI’s
toegediend, eventueel samen met een atypische antipsychoticum. Augmentatie met BZ, lithium
of buspirone kan ook overwogen worden. Een experimentele behandeling voor OCD is DBS.
Eerstelijns: SSRI
Tweedelijns: MAO, SNRI, clomipramine
Toevoeging: lithium, slaapmiddel, benzodiazepine, buspirone