Overzicht Ziekteleer VKR2
Legenda:
● Aangifteplichtig
● Zoönose
● Aangifteplichtig + zoönose
Bloed en Bloedvormende Organen
Anemie
Bloedverlies
Uitwendig bloedverlies: bloedingen die in contact staan met het externe milieu
● Lebmaagbloeding (rund), maagbloeding (varken), parasitaire maagdarminfecties,
bacteriële maagdarminfecties, hemorragische enteritis (bv parvovirus (hond))
Inwendig bloedverlies: bloedingen die zich binnenin het lichaam plaatsvinden
● Trauma, gering trauma gecombineerd met een pathologisch veranderd
orgaan/hemorragische diathese, occult bloedverlies
● Bloedzuigende parasieten
Hemolyse
Infectieuze hemolyse
● Hemotrope mycoplasma-infectie (kat): parasieten die op het erytrocytaire
membraan voorkomen
● Babesiose (hond, rund): Babesia bevindt zich in de erytrocyten.
● Piroplasmose (paard): Theileria equi en Babesia caballi worden overgedragen via
teken en vermeerderen zich in erytrocyten
● Equine infectieuze anemie (EIA): Infectie met een retrovirus.
Mechanische/fysische beschadiging van erytrocyten
● Overmatige wateropname: osmolariteit daalt → intravasale hemolyse
Chemische beschadiging van erytrocyten
● Nitraat/nitriet intoxicatie (rund): vorming van methemoglobine (Fe3+ ipv Fe2+)
waardoor er geen O2-transport mogelijk is.
● Uien/planten intoxicatie: stoffen werken in op de erytrocytenmembraan/inhoud →
denaturatie + aggregatie van hemoglobine (Heinz body)
● Sulfamidenintoxicatie (pluimvee)
● Koperstapeling: ophoping in erytrocyten → versnelling van oxidatie van Hb,
inactivatie van glycolyse enzymen en beschadiging van celmembraan
● Loodvergiftiging: verstoring van Hb-synthese + verhindering van normale afbraak
van ribosomaal nucleotide in reticulocyt
● Zinkintoxicatie: onbekende pathogenese
,Metabole stoornissen
● Hypofosfatemie: tekort aan ATP en 2,3-DPG
Congenitale erytrocytaire afwijkingen: komt zelden voor
Immunologische afbraak van erytrocyten
● Isoerythrolysis neonatalis: bloedgroepenincompatibiliteit tussen moeder en kind.
● Idiopathische immuungemedieerde hemolyse (IHA): afbraak van erytrocyten door
antilichamen met onbekende oorzaak
Gestoorde Erytropoëse
Verstoring van de proliferatie/differentiatie van stamcellen
● Panmyelopathie: vervanging van alle typen hematopoëtische cellen in het
beenmerg door vetcellen
○ Oestrogenen, virusinfecties, fysische beschadiging (straling), chemische
beschadiging (benzenen) en farmaca
● ‘Pure red cell aplasia’ (PRCA): alleen de lijn van de rode bloedcellen is aangetast
● Maligniteiten van hematopoëtische cellen met myelophthisis: blokkade in de
differentiaties +ongecontroleerde proliferaties van voorlopercellen (soms met
verdringing van niet aangetaste cellijnen)
● Myelofibrose/myelosclerose: hematopoëtische cellen worden verdrongen door
fibroblasten en bot
Verstoring van DNA-synthese
● Foliumzuur en/of vitamine B12-deficiëntie: Vertraagde DNA-synthese waardoor er
minder celdelingen plaatsvinden en minder cellen geproduceerd worden, terwijl
Hb-synthese wel doorgaat → macrocytaire cellen
Verstoring van Hb-synthese
● IJzergebreksanemie: ijzer is nodig voor de synthese van hemoglobine. IJzergebrek
→ nonregeneratieve anemie + hypochrome microcyten
● Kopergebrek: koper is nodig voor belangrijke enzymen. Kopergebrek → verstoring
van de absorptie van ijzer uit het darmkanaal, afgifte van ijzer door macrofagen aan
het plasma en inbouw van ijzer in Hb
Combinaties
● Infectieuze anemie (pluimvee): infectie met het ‘chicken anemia virus’(CAV) die zich
vermeerdert in de precursorcellen van het hematopoëtisch systeem en thymus →
pancytopenie
● Leishmaniose (hond): infectie met de parasiet Leishmania infantum, door
zandvliegen (buitenland anamnese nodig → mediterrane gebieden), wat zorgt voor
een chronische infectie van het beenmerg → pancytopenie
,Leukocyten Afwijkingen
Ontsteking: consumptie van leukocyten in de periferie neemt toe → verhoging van
productie en uitstoting van meer onrijpere cellen (linksverschuiving)
Invloed van stress en glucocorticoïden: verhoogde uittreding van rijpe granulocyten uit
het beenmerg + vermindering van de doorlaatbaarheid van de wanden van het vaatbed
Hemorragische Diathese
Stoornis in de primaire hemostase: trombocytopenie
● Thrombocytopenia purpura (varken): aanwezigheid van antilichamen tegen
trombocyten in het colostrum van de zeug
● Immuungemedieerde trombopenie (ITP) (hond, kat): meestal idiopathisch
● Gebruik van NSAID’s: NSAID’s remmen de synthese van tromboxane-A2 (TxA2) in
de bloedplaatjes. TxA2 is belangrijk in de primaire hemostase en potentieert de
uitstorting van enzymen door de granula waardoor de plaatjes makkelijk aan elkaar
plakken
● Vaatwandafwijking: de doorlaatbaarheid van de vaatwand is verhoogd
○ Aangeboren (zeldzaam) of verkregen (vasculitis, klassieke varkenspest
(KVP))
● Ziekte van Von Willebrand: genetische afwijking mbt productie of samenstelling van
het vWF-molecuul → verminderde/geheel afwezige activiteit van vWF
Stoornis in de secundaire hemostase
● Hemofilie: erfelijke stollingsstoornis berust op een functioneel defect van een enkele
stollingsfactor
○ Klassieke hemofilie/hemofilie A: deficiëntie van factor VIII
○ Hemofilie B: deficiëntie van factor IX
● Verkregen stollingsstoornissen
○ Gestoorde leverfunctie: stollingsfactoren worden in de lever
gesynthetiseerd
○ Deficiëntie van vitamine K: remming van de laatste stap in de productie van
vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren (IX, X, VII en protrombine)
■ Intoxicatie door vitamine K-antagonisten: remming van vitamine
K-epoxidereductase
● Coumarinederivaten (rattengif)
○ Circuleren van andere anticoagulantia (bv heparine): remming van een
aantal stollingsfactoren door sterke potentiëring van antitrombine
Combinatie
● Diffuus intravasale stolling (DIS): verstoring van primaire hemostase, secundaire
hemostase en fibrinolyse, wat veroorzaakt wordt door een onderliggende ziekte, die
gepaard gaat met een zodanig uitgebreide activatie van het hemostatisch systeem
dat het verbruik van trombocyten en stollingsfactoren de aanmaak overtreft
○ Neoplasie, ontsteking, shock, slangenbeten, hemolytische anemie, congestief
hartfalen, infectieziekte, uitgebreid trauma, hitte bevangenheid,
leverontsteking/-necrose, maagdilatatie-volvulus (hond), fibrosering van de
hartkleppen
, Lymfoïde Organen
Lymfadenopathie
Lymfoïde hyperplasie
● Lokale infecties/ontstekingen in het stroomgebied
● Gegeneraliseerde infecties
● Aseptische reacties
Lymfadenitis
● Aspecifiek, agv ontsteking in het drainagegebied
● Goedaardige droes (paard): abcederende ontsteking van de mandibulaire en
retrofaryngeale lymfeknopen agv een infectie met streptococcus equi equi
● Kwade droes/malleus (paard): chronische infectie met Burkholderia mallei waarbij
haardvormige pyogranulomateuze processen ontstaan in de longen en het
neusslijmvlies
● Tuberculose (tbc): chronische infectie met mycobacterium tuberculosis/bovis/avium
met typische woekeringen (tuberkel, tuberculum) met verkazing
● Paratuberculose (herkauwers): chronische granulomateuze enteritis veroorzaakt
door mycobacterium avium ssp. paratuberculosis
● ‘Post weaning multisystemic wasting syndrome’ (PMWS): infectie met porcine
circovirus 2 (PCV2) wat zorgt voor vergrote oppervlakkige en mesenteriale
lymfeknopen, waarbij ook een granulomateuze lymfadenitis ontstaat
● Actinomycose: infectie met actinomyces bovis wat zorgt voor chronische
pyogranulomateuze ontsteking van het skelet met talrijke pyogranulomateuze
haardjes, wat vooral de onderkaak aantast.
● Miltvuur/anthrax: infectie met de resistente bacterie bacillus anthracis. In de
lymfeknopen ontkiemen de bacteriën en verplaatsen zich via de lymfevaten naar de
bloedbaan. Door bacteriëmie wordt het hele lichaam geïnfecteerd. De milt zwelt op
en kleurt donker.
○ Septikemische vorm: peracuut, sterfte enkele minuten na het optreden van
verschijnselen. Bloed treedt uit de lichaamsopeningen, wat er in de bek en
neus schuimig uitziet
○ Keelmiltvuur: ontstaan in de tonsillen, uitbreiding naar de farynx en larynx
○ Darmmiltvuur: soms milde diarree en/of koliek
○ Huidmiltvuur: 1+ scherp begrensde, niet pijnlijke zwellingen
○ Longmiltvuur: verschijnselen van acute pleuritis of bronchopneumonie
● Pseudotuberculose (schaap, geit): infectie met corynebacterium
pseudotuberculosis ovis. Er ontstaat een purulente lymfadenitis met afgekapselde
abcessen met kaasachtige, concentrisch gelaagde, groenige inhoud
Neoplasie
● Primair: maligne lymfoom, lymfosarcoom
● Secundair