Inleiding sociologie – tentamen dinsdag 31 juni 09:00-12:00
Hoorcollege week 1: Inleiding
Wat is sociologie?
Van verschillende perspectieven naar het identificeren van verschillende patronen.
Zijn onze keuzes rationeel?
Wij denken vaak van wel, en we denken ook dat dit uit vrije wil is. Maar;
-> De neurowetenschappen suggereert dat dit juist niet zo is, want ons brein deelt alles op in hokjes.
-> Sociologische invalshoek:
- Maatschappelijke verwachtingen
- Infrastructuur
- Tijdsdruk
- Welke keuzes nemen anderen?
• Dus keuzes op basis van ‘vrije wil’ versus maatschappelijke dynamieken.
• Het algemene in het bijzonder zien.
Keuzemogelijkheden (bijv. partnerkeuze) worden gereguleerd; door maatschappelijke
verwachtingen; routine activiteiten; sociale context; wet- en regelgeving.
Voorbeeld:
Is kinderen krijgen een persoonlijke keuze?
Hoe wordt gedrag beïnvloed door de sociale context? -> Stanford Prison Experiment (experiment
studenten die gevangenis runnen)
Onderzoek binnen de psychologie met sociologische uitkomsten:
Inzichten in macht en gedrag op basis van toegeschreven rollen en functies, maar ook:
➢ Gezien als ethische mislukking
➢ Ethische richtlijnen opgesteld naar aanleiding van het experiment
“Het sociologisch perspectief brengt met zich mee dat we het bekende idee dat we zelf bepalen hoe
ons leven eruitziet, moeten loslaten voor de in eerste instantie vreemde gedachte dat de
samenleving onze beslissingen en ervaringen beïnvloedt” (Macionis et al., 2019).
Alles wat er in de samenleving gebeurt roept bij een socioloog vragen op:
- Welke rol heeft sociale media bij face-to-face communicatie, bijvoorbeeld in het gezin of in
vriendengroepen?
- Hoe kan het dat rechtse politieke partijen meer stemmen krijgen in tijden van laagconjunctuur?
- Welke gevolgen hebben de uitspraken van Baudet op de cohesie binnen de samenleving?
- Waarom kunnen supporters van Ajax en Feyenoord niet normaal met elkaar omgaan, maar bij
wedstrijden van het Nederlands Elftal wel?
- Waarom verdienen mannen in gelijke functies meer dan vrouwen?
-> Sociologische verbeeldingskracht
= “...the vivid awareness of the relationship between private experience and the wider society” (C
Wright Mills).
,Ontslagen; tentamen niet gehaald; ziek; dakloos; vluchten; drugsverslaving
➢ Persoonlijk problemen?
➢ Of: Maatschappelijke problemen?
CBS houdt statistiek bij, ook wel de trends
Voorbeelden: oorlog Oekraïne en Rusland, Coronatijdperk, economie, etc.
Ontstaan van de sociologie
Hoofdvragen van de sociologie:
1 Sociale ongelijkheden: wie krijgt wat, en waarom?
2 Groepsprocessen, sociale cohesie, en socialisatie: wat verbindt en scheidt mensen, en waarom?
Wie beïnvloedt elkaar en waarom?
3 Sociale veranderingen: welke maatschappelijke veranderingen vinden plaats, waarom, en hoe
beïnvloeden deze veranderingen ons gedrag?
Auguste Comte (1798-1857) introduceerde de term sociologie, maar is niet de eerste noch de laatste
persoon met sociologische verbeeldingskracht. Dit deed hij door middel van de wet van de drie
stadia:
theologisch stadium (tot 1350) = god
metafysisch stadium (tot 1500) = rede en ratio
positivistisch stadium = wetenschappelijk
“Wetenschappelijke benadering van fysici en astronomen ook gebruiken om de samenleving te
bestuderen”.
Hoofdvragen van de sociologie:
Verklaren van sociale veranderingen in de maatschappij
1. Sociale ongelijkheden: Marx (1818-1883): Industrialisering, kapitalisering
2. Sociale groepen: Durkheim (1858-1917) over sociale wanorde
3. Rationalisering: Weber (1864-1920) over rationalisering (ordenen en systematiseren van de
maatschappij)
1. Sociale ongelijkheden volgens Marx
Sociale veranderingen door economische conflicten die ongelijkheden produceren
- Machines ter vervanging van mensen
- De kapitalistische samenleving als klassenmaatschappij
- Kapitaalbezitters versus arbeiders/proletariaat
➢ Vervreemding
➢ Disconnectie
➢ Lage lonen (hoge opbrengsten – uitbuiting)
➢ Instabiliteit kapitalisme (crises?)
➢ Sociale structuren (bijv. huwelijk op basis van rijkdom)
,Adam Smith: Toename van welvaart voor iedereen in vrije markten -> dus wel kleine ongelijkheden,
maar de welvaart van iedereen gaat er immers (een beetje) op voorruit.
Karl Marx: Ongelijkheden door kapitalisering ten koste van arbeidende klasse; lonen van arbeidende
klasse dalen (Verenlendung)-> de sociale ongelijkheden worden relatief groter.
2. Sociale groepen en cohesie volgens Durkheim
• Sociale veranderingen resulteren in verschillende onderliggende bindingen tussen mensen
(cohesie)
• Modernisering/industrialisering → toenemende arbeidsverdeling
- Van mechanische solidariteit naar organische solidariteit
• Risico op anomie (=normloosheid) door toename van diversiteit
Waardoor ongelukkig in kapitalistische maatschappij?
1. Individualisme
2. Hoop
3. Te veel vrijheid
4. Atheïsme (=zonder God)
5. Zwakkere banden
• % zelfdodingen goede graadmeter voor anomie
• Invloed van cohesie op zelfmoord
-% zelfmoord hoger bij mannen, protestanten, rijken, ongehuwden
• Bewijs voor hoe sociale factoren individueel gedrag beïnvloeden
3. Sociale veranderingen volgens Weber
Proces van rationalisering
1 Industrialisering
- Groei van het kapitalisme en de Industriële Revolutie (vanaf 1750)
2 Groei van steden
- Het ontstaan van sociale problemen
3 Politieke veranderingen
- Franse revolutie (1789): (a) vrijheid, (b) gelijkheid en (c) solidariteit
• Sociale veranderingen door proces van rationalisering (verschuiving in manier van denken)
• Traditie – rationaliteit
• Invloed van rationalisering (modernisering)
- Individualisering
- Nadruk op kennis en wetenschap vs. Religie
- Onttovering: praktische problemen niet meer met magie maar met technologie op te lossen
Positief:
• Wetenschap kan technologische en organisatorische wonderen voortbrengen
Negatief:
• Iron cage: Samenleving als een ijzeren kooi van efficiëntie, stroomlijning, regels en bureaucratie
• Gevaar voor menselijke vrijheid
, Kortom
• Klassieke sociologen houden zich bezig met verklaringen voor en gevolgen van sociale verandering;
• Mogelijke gevolgen (relevant voor criminologie):
• Opkomst en ontwikkeling industriële samenleving vormde gemeenschappelijke interesseveld, maar
verschillende ideeën over oorzaken/gevolgen.
Theoretische perspectieven samengevat:
• Conflictsociologie
- Samenleving = ‘Arena’ van ongelijkheid, conflict en verandering
- Marx
• Structureel functionalisme
- Samenleving = Complex systeem, in evenwicht, met sociale structuur en functies
- Durkheim
• Symbolisch interactionisme
- Samenleving = Resultaat van interacties tussen individuen
- Weber
-----------------------------------------------------------------------------------------------
↕
Rationele keuze benadering: Samenleving = Resultaat van (individuele) kosten-baten afwegingen.
Waarom een introductie Sociologie voor Criminologen?
3 redenen:
1. Crimineel gedrag, slachtofferschap, en systemen: “public issues” i.p.v. “private troubles” (Mills)
➢ Ingebed in maatschappelijke context
➢ Netwerk van individuen en hun relaties onderling
➢ Gerelateerd aan structurele ongelijkheden (bijv. sociale klasse, gender, etniciteit)
2. De samenleving vormt de context waarin criminaliteit en de reactie op criminaliteit plaatsvindt
3. Onderscheid tussen normaal en afwijkend gedrag door de samenleving
Belang van inzicht in functioneren samenleving en de wijze waarop het leven wordt beïnvloedt.
Voorbeeld: Sociologisch perspectief op normaal versus afwijkend gedrag
-Onbekend persoon in het Vondelpark van Amsterdam biedt je een baan aan bij een
advocatenkantoor; raar? Onbekend persoon op Twitter biedt je een baan aan bij een
advocatenkantoor; raar?
-Dakloosheid: Sociaaleconomische onderliggende problematiek, maar soms strafbaar of strikte
regulering (bijv. in sommige staten van de VS).
-Rol omgeving, rol sociale netwerken, rol nieuwe omgeving.
-Perspectief bieden; en het algemene in het bijzondere zien.
-Sociologisch perspectief op de manier waarop het strafrechtsysteem of andere systemen reageren
op crimineel of afwijkend gedrag. Rol perspectieven, organisatie- cultuur en structuur, rol netwerken.