Islamitische Kunst en Materiële Cultuur Samenvatting
Week 1 & 2: Inleiding Islam & Kunst
Wat is islam?
Islam is godsdienst (monotheïsme) en levenswijze (heeft dus ook sociale, politieke en juridisch aspecten)
van ongeveer 1/5 van de wereldbevolking. Moslims geloven dat de Islam God’s laatste boodschap aan de
mensheid is:
Islam is de 3e en laatste in de rij van de drie grote monotheïstische godsdiensten: Jodendom -
Christendom - Islam.
De Kur’an is het vervolg op en de afsluiting van de Tora, Psalmen van David en Evangeliën.
De Profeet Mohammed is het Zegel der Profeten (de laatste).
Geloofsleer:
1. God/Allah: Er is slechts één God, Hij is uniek, onvergelijkbaar, eeuwig, absoluut, zonder gelijken of
verbondenen. God is zichtbaar door Zijn werken. God is Schepper van alles wat bestaat.
2. Engelen.
3. Boek: De Kur’an (lezing, voordracht, recitatie) is het Woord van God, overgebracht door de Engel
Gabriël aan de Profeet Mohammed voor de gehele mensheid (universeel).
4. Profeten.
5. Dag des Oordeels.
6. Bestemming en Beschikking.
Gedragsleer:
1. Rituele (religieuze) plichten (ibadat) -- De vijf zuilen van de Islam:
a. Uitspreken van de geloofsbelijdenis (shahada): La illaha illa ‘llah wa Muhammad rasulu ‘llah.
Er is géén god dan God en Mohammed is zijn Profeet.
b. Ritueel plichtgebed 5x per dag (Salat).
c. Vasten (Sawm) in de maand Ramadan.
d. Zakat of het geven van Aalmoezen.
e. Bedevaart naar Mekka (Hajj): van 1-10 Dhu al-Hijjah (laatste maand islamitische kalender)
Ihram: purificatie/fysieke en spirituele reiniging (ghoesl) van de pelgrim voor binnengaan
heilige gebied. Mannen moeten hun dagelijkse kledij inruilen voor twee ongenaaide witte
doeken die om het middel en over de schouder gedragen worden. Daardoor bestaat er geen
uiterlijk onderscheid meer tussen rijk en arm.
Tawaf: rondjes lopen om de Ka’ba onder het uitspreken van smeekbeden (7 keer, tegen de
klok in)
Sa’y: 7 keer lopen tussen de heuvels van Safa en Marwa. Toen Hagar opzoek was naar
drinkwater voor Isma’il liep ze 7 keer tussen de twee heuvels, waarna ze de Zamzam-bron
vond (put gecreëerd door engel Gabriël/Djibril) waarmee ze haar zoontje van de dood redde.
Het symboliseert de aanwezigheid van God als alles verloren lijkt. Het ontstaan van Mekka is
mede te danken aan deze bron. Later (her)bouwden Ibrahim en Isma’il vlak bij de bron de
Ka’ba, het huis van God.
1e Dag (8e vd maand): verzamelen in de vallei van Mina voor gebed en meditatie.
2e Dag: wuquf - “staan” in Arafat: middag van gebed en reflectie.
, Nacht van de 2e dag: van Arafat naar Muzdalifa; verzamelen van 49 stenen.
3e Dag: symbolische steniging van de duivel in Jamarat (herinnering aan afwijzing duivel
door Ibrahim) en begin Offerfeest (herinnering aan offer van Ibrahim).
‘Id al-Adha/Offerfeest; terugkeer naar Mekka (rondgang en andere rituelen). Staat van ihram
eindigt op 13e vd maand na laatste afscheids-tawaf.
Extra: Bezoek aan Medina, graf-moskee van de Profeet Mohammed.
2. Sociale plichten (mu’amalat):
Op basis van de Kur’an: huwelijk en echtscheiding, erfrecht, lijfstraffen.
De Shari’a (islamitische wet) omvat daarnaast regels voor: sociaal leven (hoe ga je met elkaar om),
economisch leven (geen rente), en eisen waaraan een heerser moet voldoen (aanzet tot wereldlijk
bestuur): vroom, rechtvaardig.
Uniformiteit of diversiteit?
Soennitische en Sjiitische Islam
Religieuze en filosofische subrichtingen (soefisme/islamitische mystiek)
Soennitische vs. Sjiitische rechtsscholen - verschillende interpretaties van de Islamitische wet
(Shari’a) door rechtsgeleerden (fuqaha) ontstaan in 7e, 8e en 9e eeuw:
Soennitische rechtsscholen (madhhab):
1. Hanafitische (Abu Hanifa, te vinden Centraal Azië, Pakistan, India).
2. Malikitische (Malik ibn Anas, te vinden Spanje en Noord-Afrika).
3. Shafí’itische (al-Shafi’i, te vinden Egypte, Jordanië, Palestina, Zuidoost-Azië).
4. Hanbalitische (Ahmad ibn Hanbal, te vinden Saudi-Arabië).
Daarnaast Sjiitische school: Ja’fariyya (12ers), te vinden Iran, Irak en Libanon.
Regionale diversiteit: vervlechting Islam en plaatselijke culturen
Respons op de moderniteit: invloed van Westerse culturen/Islamisme als tegenreactie op Westerse
cultuur en imperialisme
Moslims als individu
Soennieten & Sjiieten:
1. Bij de Soennitische dynastieën zijn de heersers wereldlijke gezagsdragers, geen spirituele leiders.
Wel wordt hun gezag religieus gelegitimeerd - kalief: “heerser van de gelovigen” (amir al-
mu’minin). Vanaf de Abbasiden wordt de kalief ook de “schaduw van God op aarde” genoemd.
Door God aangesteld om over de aarde te heersen.
2. Sjiieten geloven dat opvolging van Mohammed behoort toe aan Ahl al-Bayt - ‘Ali en zijn
nakomelingen. Deze opvolger – de Imam – is vooral spiritueel leider; voortgaande openbaring
aan de imams. Volgens de sjiieten zouden alle imams (behalve de twaalfde imam - Muhammad
al-Mahdi) de martelaarsdood zijn gestorven, waardoor de sjahied, de martelaren, een bijzondere
plaats in nemen in sjiitische traditie.
Bronnen Islamitische wet:
1. De Kur’an.
2. De hadiths: overgeleverde uitspraken en handelingen van de Profeet Mohammed, wordt ook wel
soenna (gewoonte, gebruik) genoemd.
,3. Qiyas (analogische redenering): Overeenstemming tussen een bepaalde zaak en een vergelijkbare
zaak.
4. Ijma’ (overeenstemming): consensus tussen rechtsgeleerden over een bepaalde zaak.
Week 3: Tekst en Kalligrafie
In Europa wordt het belang van kalligrafie niet goed begrepen, omdat ze het zien als onderdeel van een
versiering/decoratie. In de realiteit komt de schoonheid voort uit de tekst zelf omdat dezen belangrijke
betekenis in de Islam hebben, ondanks dat de uitvoering wel decoratief kan zijn. Voorbeeld hiervan is de
shahada die vaak voorkomt; hierom zie je dezelfde tekst ook verspreid over het cultuurgebied
terugkomen. Je kan met kalligrafie een ‘boodschap’ toevoegen waarmee je ze ook in hun context kan
plaatsen.
Een selectie teksten die gekalligrafeerd worden als je die samenneemt vormt dat een epigrafisch
programma, en daarmee kun je een boodschap toevoegen. Bijvoorbeeld door de namen van de 4 kaliefen
te tonen, laat je als boodschap zien dat je soennitisch bent.
De Kur’an (het Woord van God) is heilig, is niet (door mensen) gecreëerd, is eeuwig en universeel
geldig. Dat woord is in het Arabisch, ofwel Arabisch is de taal van God. God’s Woord is mooi (perfect).
De Kur’an heeft daarmee ook uitzonderlijke taalkundige en stilistische (literaire) kwaliteiten. Het is het
toppunt van zuiver taalgebruik, verheven stijl en grote literaire schoonheid. Het bestuderen hiervan
(Koranische wetenschappen) speelt hierdoor een grote rol. Er bestaat een nauw verband tussen religie en
taal te zien aan twee (kunst)vormen:
1. Gesproken vorm: het reciteren van het woord van God is een gewijde activiteit. De Kur’an werd
aanvankelijk vooral oraal overgeleverd.
2. Geschreven vorm: het schrijven van het Arabische schrift is ook een gewijde activiteit. Het
opschrijven van de volledige tekst van de Kur’an is een latere ontwikkeling uit de tijd na Mohammed.
Kur’an recitatie en kalligrafie vormen daarmee de twee belangrijkste “kunstvormen” van de Islam in de
betekenis van “Islamic art” (kunst in dienst van het normatief-religieuze domein).
Kalligrafie als kunst: compensatie (voor gebrek aan beeldende kunst) of niet? Nee, omdat in de Islam
het Woord van God centraal staat en deze boodschap wordt het best overgebracht in gesproken of
geschreven woord, niet in uitgebeelde vorm.
Ontwikkeling van het Arabische schrift:
Aanvankelijk geen diakritische punten (puntjes بof )ثen geen vocalen, waardoor het een stuk
moeilijker te lezen was, maar toen was de orale traditie nog levend dus het ook niet nodig.
Met verspreiding van de Islam werden de tekentjes erbij geplaatst zodat meer het konden lezen
Vervolgens nog meer om interpretatieproblemen te voorkomen; toont belang interpretatie van Kur’an.
Alleen Kur’an gevocaliseerd, kranten niet, geeft aan hoe belangrijk juiste interpretatie is.
In de architectuur komt kalligrafie ook vaak voor (vaak uit steen gehouwen), maar daar zien we vaak geen
punten/vocalen. Hiermee wordt het duidelijk dat het lezen hiervan (/reciteren) niet het hoofddoel is, het
functioneert meer als een verwijzing naar de Kur’an/ het woord van God (‘plaatje’ i.p.v. tekst).
Uitspraak toegeschreven aan ‘Ali: “The art of calligraphy is hidden in the teaching of the master, its
essence is achieved through repetition, and it exists to serve the religion of Islam.”
, Ofwel, 3 belangrijkste aspecten kalligrafie: rol leermeester, oefening & de relatie tussen de kunst van het
schoonschrijven - kalligrafie - en de Islam als godsdienst.
Er zit diversiteit in schrifttype & medium (pen), bijvoorbeeld door invloed van Chinese
kalligrafie (penseel i.p.v. riet pen). Regionaal is er diversiteit, ligt aan context waarin/wanneer zij
zich bevinden & hier ontwikkelen eigen schriftstijlen.
Maar de regels van het type schrift wordt wel zo perfect mogelijk uitgevoerd, waardoor de
schriften binnen het type heel erg op elkaar lijken. Stijlen worden naar personen genoemd
wanneer ze perfect worden gezien, hierna wordt er eeuwenlang in die stijl geschreven met doel in
staat te zijn om die stijl te evenaren. Het doel is niet om je te onderscheiden maar om je plaats te
vinden en de reeks van sublieme kalligrafen met hetzelfde doeleinde – sublieme woord van God.
Cumulatieve kunstvorm waarbij dienstbaarheid aan de eeuwigheid en universaliteit van de
boodschap van God voorop staat (bewaren & verspreiden).
De relatie tussen de kunst van het schoonschrijven - kalligrafie - en de Islam als godsdienst (“to
serve the religion of Islam”):
Universeel: God’s Woord heeft universele betekenis en kalligrafie geeft uitdrukking aan de
universaliteit van het Woord van God. De sacrosancte status van Arabische taal en Arabische schrift
heeft dan ook geleid tot verspreiding over de hele wereld. De Kur’an, taal en schrift creëren dus
belangrijke verbondenheid tussen alle Moslims ongeacht (etnische, culturele etc.) achtergronden.
Schrift werkt dus als bindende factor door “herkenbaarheid”, ook al kan men het schrift niet lezen en
kent men geen Arabisch. De toeschouwer “ziet” de Kur’an.
Eeuwig: God’s Woord is eeuwig en kalligrafie geeft uitdrukking aan de eeuwigheid/tijdeloosheid van
het Woord van God.
Kur’an als tekst bevat: Narratieve elementen (maar geen ‘groot verhaal’); Vermaningen
(aansporing/waarschuwing: “Dat zijn God’s bepalingen; overtreedt ze niet”); Bezweringen (beloften);
Hymnes (Lofzang)/Lofprijzingen; Uitleg; Gebeden; Aanroeping (invocaties: basmala).
Factoren bij keuze van citaat:
Hoeveelheid ruimte: voorkeur korte soera’s of inkorten van lange soera’s/karakteristiek deel ervan
(selective sampling).
Functie:
o Bijvoorbeeld functie van verheerlijking van de Islam in zijn algemeenheid, dan wordt het
troonvers gebruikt (Omayyaden Moskee, Damascus).
o Of functie van specifiek object: Lichtvers op minaretten en lampen; boven mihrabs citaat
waarin woord mihrab voorkomt (ander vers in Iran vs. Turkije); over Yasin, eeuwig leven in
tombes.
Omgeving:
o Sektarische factoren: bij Sjiieten gebruik van verzen die naar de familie van de Profeet
verwijzen.
o Politieke factoren.
o Gebruik als slogan of motto van bepaalde groep.