Samenvatting Medicijnleer

Medicijnleer

Hoofdstuk 2: Toedieningswijze en groepsmedicatie



Werking gekoppeld aan manier van toedienen  oraal, intraveneus, subcutaan, intramusculair

Bepalen van toedieningswijze:

 Indien bijsluiter keuze overlaat:
1. Patiënt
2. Snelheid waarmee het middel moet werken: opnamesnelheid wordt bepaald door:
- toedieningswijze
- farmaceutische vorm
3. Diergeneesmiddel
4. Handigheid van toediener
5. Aantal te behandelen dieren



Groepsmedicatie
- Toedienen via voer  gemedicineerd voer(mag niet meer) / topdressing(eigenaar
zelf maken)
- Toedienen via drinkwater
- Toediening via slijmvliezen en luchtwegen
Eerst bezoek van dierenarts.
Diagnose gesteld worden.
Liefst ook evaluatie therapie  gebruik antibiotica sterk verminderd

Toediening via topdressing:
Medicijn wordt over het voer gestrooid
 Voordeel:
- Geen vertraging door attest
- Klein aantal dieren te behandelen
- Toe te dienen als silo nog vol is
- Geen verminderde werkzaamheid medicijn
 Nadeel:
- Meer werk voor de boer
- Niet goed verdeeld

Veevoederadditieven
Stoffen die doelbewust aan veevoeders worden toegevoegd ter verbetering van de kwaliteit en/of
eigenschappen van het voer
1. Toevoegingsmiddelen in de diervoeding
2. Stikstofhoudende producten
3. Dieetvoeders

,Toediening via het drinkwater
 Voordeel:
- Gelijkmatig verdeeld
- Kan eerder opgenomen worden
- Zieke dieren blijven langer drinken
- Constant drinkgedrag
 Nadelen:
- Wisselend klimaat  wisselend drinkpatroon
- Beïnvloeden smaak en geur
- Kan niet goed voor alle geneesmiddelen
- Niet zo goed voor het milieu
- Kans op verstopping van leidingen

, Hoofdstuk 2: Het bepalen van toedieningwijze en groepsmedicatie

Bepalen van de toedieningwijze:
1. De patiënt  wilde kat beter oraal, brakende dieren beter niet oraal
2. De snelheid waarmee het diergeneesmiddel zijn werking doet 
 Opnamesnelheid bepaald door: toedieningwijze & farmaceutische vorm
3. Het diergeneesmiddel  toedieningfrequentie
4. Handigheid van toediener  niet iedereen kan injecteren
5. Aantal te behandelen dieren  grote groepen dieren liever allemaal tegelijk (drinkwater)

Groepsmedicatie:
1. Toediening via voer
2. Toediening via drinkwater
3. Toediening via slijmvliezen van luchtwegen: sprayen

Toediening via het voer:
 Oraal door grote hoeveelheid voer gemengd
 Gemedicineerd voer (attest) = premixen
o Voer gemaakt in een fabriek
o Tegenwoordig verboden, vanwege risico’s op resistentie
o Attest: soort medicijn, door welk voer, voor welke dieren, welke veehouder,
in welke fabriek gemaakt, wachttijd, registratienummer  formulier voor
praktijk, veehouder, farmaceut, veevoederfabrikant: 5 jaar bewaren
 Topdressing (door veehouder zelf toegevoegd)
o Medicijn over het voer

Voordelen van gemedicineerd voer:
 Grote aantallen dieren kunnen tegelijkertijd behandeld worden
 Weinig arbeidsintensieve en relatief goedkope manier van medicijnverstrekking
Nadelen van gemedicineerd voer:
 Dosering per dier niet nauwkeurig
 Zieke dieren eten vaak minder en nemen dus het geneesmiddel minder op
 Medicijn mag geen interactie vertonen met andere ingrediënten
 Resten medicijnen kan in ander voer terecht komen in fabriek
 Vermenging
 Als dieren gerantsoeneerd worden, moet de dosis aangepast worden
 Beperkte houdbaarheid
 Ook dieren die niet behandeld hoeven worden, worden wel behandeld

Voordelen topdressing:
 Direct toe te dienen
 Ook toe te dienen als silo nog vol is
 Geen tussenkomst nodig van dierenarts
 Werkzaamheid wordt niet verminderd
Nadelen topdressing:
 Meer werk voor veehouder
 Misschien geen gelijke verdeling over het voer