,DEEL 1: Neuroanatomie, fysiologie en
pathologie
1 Algemene kennis
Anatomie= de wetenschap van het bestuderen van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke
relatie tussen lichaamsdelen = hoe het lichaam en alle verschillende onderdelen eruit zien
Fysiologie= bestudeert hoe het lichaam en de verschillende onderdelen functioneren → in rust of in
actie
Pathologie= bestudeert wat het effect is van een ziekte op het functioneren van organen en stelsels
1.1 De mens als biologisch organisme
Verschillende orgaanstelsels opgebouwd uit minstens 2 organen
→organen tot eenzelfde orgaanstelsel hebben welbepaalde functie
→organen hebben bepaalde functie & zijn opgebouwd uit 2 of meer types
weefsels die samenwerken om functie uit te voeren
→ weefsels zijn opgebouwd uit cellen van dezelfde soort
Celbiologie= hier wordt de
structuur en werking van
cellen bestudeerd
→cellen afkomstig van 1 en
dezelfde cel namelijk
bevruchte eicel
→cellen verschillen in bouw
→200 verschillende
celtypes → celtypes hebben
een specifieke bouw en
bezitten specifieke functies
Moleculen= kleinste niveau
van organisatie
→organische verbindingen:
aan basis van het leven bv.:
eiwitten, koolhydraten, vetten, nucleïnezuren (DNA, RNA)
1
,→anorganische verbindingen: als opgeloste vorm in lichaam bv.
Natrium of kalium & als vaste vorm in lichaam bv. Calcium
1.2 De taal van de biologie
1.2.1 Anatomische gebieden
Termen om richtingen aan te duiden:
- Anterieur= de voorkant
- Ventraal= de buikzijde
- Posterieur= de achterzij
- Dorsaal= meer naar de rug gelegen
- Craniaal= in de richting van het hoofd/schedel
- Superieur= boven, hoger
- Caudaal= in de richting van de staart/stuit
- Inferieur= onder/lager
- Mediaal=naar het midden van het lichaam (lengteas)
- Lateraal= naar de zijkant van het lichaam
- Proximaal= dichtbij de romp, in de richting van het
aanhechtingspunt
- Distaal= weg van de romp, weg van een hechtingspunt
Termen waarmee vlakken van doorsnede worden benoemd:
- Evenwijdig met de lengte-as
o Sagittaal= scheidt het lichaam in een linker- en rechtergedeelte
o Midsagittaal of mediaan= loopt vlak door de middellijn, waardoor het
lichaam door het midden wordt gedeeld in een evenwaardige linker- en
rechterzijde wordt gescheiden
o Frontaal of coronaal= scheidt een ventraal en dorsaal gedeelte van het
lichaam. Coronaal heeft meestal betrekking op doorsneden door het hoofd
- Loodrecht op de lengte-as
o Transversaal of horizontaal= transversaal of horizontale doorsnede scheidt
een bovenste en onderste gedeelte van het lichaam
1.2.2 Van symptoom tot behandeling
Stap 1: Patiënt komt met een klacht of symptoom
bij arts → achterhalen wat er aan de hand is?
Stap 2: arts stelt lijst op met mogelijke
onderliggende oorzaken=differentiaaldiagnose
Stap 3:vragen stellen en aan de hand hiervan
komen symptomen aan de oppervlakte =
anamnese
Stap 4: Gericht klinisch onderzoek om opzoek te
gaan naar aanwezigheid van klinische symptomen
Stap 5: diagnose stellen
- Zekerheidsdiagnose: als een bepaalde test zekerheid geeft over de aanwezigheid van een
bepaalde aandoening
2
, - Waarschijnlijkheidsdiagnose: als er geen zekerheid is over de diagnose
Genetische en/of omgevingsfactoren veroorzaken een ziekte
Multifactoriële aandoeningen= ziekten die worden veroorzaakt door een samenspel van meerdere
genetische factoren en omgevingsfactoren
Stap 7: uitspraken over prognose of verloop ziekte
Syndroom= geheel van kenmerken of gedragingen die vaak samen voorkomen en daarom als een
geheel een naam krijgen
Ziektepreventie!
2 Neurobiologische basiskennis
Zenuwstelsel kan alle taken uitvoeren dankzij 3 basisfuncties:
1) Sensorische functie
a. Het detecteren van prikkels uit de omgeving of vanuit het lichaam via de receptoren
op de huid, in de neus, in de oren, in de ogen, in de mond maar ook in het inwendig
lichaam
b. Het sturen van die prikkels
→sensorische, prikkelaanvoerende of afferente neuronen vervoeren prikkels naar het
ruggenmerg en de hersenen
2) Integratieve functie
a. Integreren van sensorische info door die elk op zich te analyseren, te combineren en
gedeeltes ervan te bewaren
b. Het nemen van geschikte, gepaste beslissingen bij een situatie
3) Motorische functie: zorgt ervoor dat de beslissing uitgevoerd wordt via het sturen van
prikkels naar de effectoren. Na integratie van info, wat gebeurt in de hersenen of
ruggenmerg, volgt een gepaste motorische respons:
a. Contractie van de skeletspieren → leiden tot gewilde bewegingen
b. Contractie van de gladde spieren in de organen of tot secretie van verteringssappen,
hormonen van een klier in de organen
→motorische, prikkelafvoerende of efferente neuronen vervoeren info van het centrale
zenuwstelsel naar de spieren of klieren
→zenuwstelsel regelt samen met hormoonstelsel ook belangrijke lichaamsprocessen bv.:
groei, stofwisseling, …
→zenuwstelsel kan op twee manieren worden ingedeeld:
1) Anatomisch → naar de bouw van het zenuwstelsel
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkedietens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.