Hoorcollege 1: Inleiding, minderjarige en internationaal kader
Literatuur: Hoofdstuk 1 en 5.
-mr. Drs J.H. Lieber, ‘ De rechter en de taal van het kind’, FJR 2018/40
-mr. C.M.M. van Leeuwen, ‘ Het hoorrecht in het civiele jeugdrecht gaat over grenzen’, FJR 2017/56
-E. Jansen, ‘De eigen(aardige) procesbevoegdheid van de minderjarige’, NJB 2016, p. 2177-2183.
-T.Liefaard en J.E. Doek, ‘Kinderrechten in de rechtspraak: een internationaal perspectief’, FJR 2015, nr. 19.
- V.M. Smits, ‘Formele handelingsbekwaamheid minderjarige aangescherpt?’, EB 2015, 95.
Jurisprudentie:
Belang van het kind: HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901, NJ 2008/414
Procespositie: HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1409, RFR 2015, 106 en Conclusie AG 6 februari 2015,
ECLI:NL:PHR:2015:53
Handlichting: HR 13 maart 1987, NJ 1988, 190.
Rechtspositie minderjarige: EHRM 3 september 2015, ECLI:ECHR:2015:0903JUD001016113, M&M / Kroatie. HR
1 november 2013, ECLI:Nl:HR:2013:1084.
Informele rechtsingang: Gerechtshof Den Haag 24 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1269
Belanghebbende: HR 21 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7043. HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR2018:463 en
bijbehorende conclusie ECLI:NL:PHR:2018:113.
Hoorrecht: EHRM 3 September 2015, ECLI:ECHR:2015:0903JUD001016113, M&M / Kroatië. HR 1 november
2013, ECLI:NL:HR:2013:1084. HR 26 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2226
Jeugdrecht: al het recht dat ziet op jeugdigen (personen van 0 -18 jaar)
-Omvat het privaatrecht, inclusief het jeugdbeschermingsrecht (kinderbeschermingsmaatregelen,
overheid grijpt in bij het leven van het kind).
-Strafrecht
-Jeugdhulprecht: vanuit gemeente.
-Internationaal recht
In dit vak: wanneer heeft een kind bescherming nodig en wanneer dient een kind te worden gestraft?
Beginselen:
-Belang van het kind Art. 3 IVRK: dient altijd een eerste overweging te zijn.
-Non- discriminatiebeginsel Art. 2 IVRK
-Recht op leven en ontwikkeling Art. 6 IVRK
-Recht op participatie Art. 12 IVRK: aan de mening van het kind dient passend belang te worden
gehecht.
tendens:
-Jeugdrecht is altijd aan verandering onderhevig, een van de redenen daarvoor is dat ook de
maatschappij veranderd. Andere reden is dat ontwikkelen en uitvoeren van het systeem betreffende
het jeugdrecht dat dit werkelijk effect sorteert een omvangrijke en zeer lastige uitdaging is.
Voorbeelden:
-Decentralisatie met invoering van de Jeugdwet (2015): gemeente verantwoordelijk voor jeugdzorg.
Stabiliteit en stevigheid is allerminst verzekerd.
-Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming: vereenvoudiging en harmonisatie van wetgeving.
hoofdlijnen:
*een merkbaar betere dagelijkse praktijk voor jeugdzorg
*aanpakken van het jeugdzorgstelsel
*Jeugdbescherming vereenvoudigen en verbeteren
-Wet herziening Tenuitvoerlegging Strafrechtelijke beslissingen (2020): zie ook toe op het
jeugdsanctierecht
,De minderjarige
-Wie: Art. 1:233 BW en minderjarigen die meerderjarig zijn verklaard op grond van Art. 1:253ha BW.
-Minderjarigen staan onder gezag art. 1:245 BW.
-Art 1:234 BW: minderjarige is bekwaam om rechtshandelingen te verrichten: mits toestemming van
wettelijke vertegenwoordiger of bij wet bepaald. Welke gevallen geen toestemming nodig o.g.v. de
wet: vb. Art. 4:55 BW testament opmaken, Art. 7:612 BW arbeidsovereenkomst, Art. 7:446 BW
geneeskundige behandelingsovereenkomst.
*Art. 1:234 lid 3 BW: Wettelijke vertegenwoordiger hoeft niet altijd toestemming te verlenen.
Maatschappelijk verkeer gebruikelijk: Bijvoorbeeld kind van 12 jaar koopt snoep in een winkel.
Indien minderjarige rechtshandeling verricht waartoe hij niet bekwaam was, is deze rechtshandeling
vernietigbaar Art. 3:32 lid 2 BW. Uitzondering: indien het gaat om een eenzijdige niet tot 1 of meer
bepaalde personen gerichte handeling. Deze is nietig. Bijv. testament opgesteld door 14 jarige ipv 16
jarige.
Verstandelijk beperkte minderjarige: geldt geen speciale wetsbepaling. Art. 3:33 BW van toepassing.
Handlichting Art. 1:235 BW
-Specifieke bevoegdheden verwerven
-Zonder toestemming wettelijke vertegenwoordiger
-Via kantonrechter
-Beperkingen (geen beschikking over registergoederen)
HR 13 maart 1987, NJ 1988, 190: Handlichting kan niet plaatsvinden tegen de wil van de ouders.
Rechtspositie minderjarige: internationaal kader
-Art. 12 lid 2 IVRK in combinatie met artikel 2, 3 en 6 IVRK, 6 EVRM, 8 EVRM +
-EHRM M&M/ Kroatië: zaak over gezags- en omgangstaken. Minderjarige werd niet in de gelegenheid
gesteld om te worden gehoord, omdat werd aangenomen dat de minderjarige wilde wonen bij zijn
moeder. Dit leverde schending van het verdrag op. Het niet horen van een kind in strijd met artikel 8
EVRM.
-HR 1 nov 2013, ECLI:NL:HR:2013:1084: HR oordeelde hetzelfde in een soortgelijke zaak.
Nationale civielrechtelijke procedure rechtspositie minderjarige:
-Uitgangspunt procespositie minderjarige = onbekwaam, afgeleid worden uit Art. 1:245 lid 4 BW
-Belanghebbende, ondanks belanghebbende niet zelfstandig procederen: Art. 789 lid 1 Rv.
* HR 21 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7043: Bestaan van familiy life op grond van artikel 8 EVRM
betekent niet dat een zaak ook rechtstreeks betrekking heeft op degene met wie je family life hebt.
* HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR2018:463 en bijbehorende conclusie ECLI:NL:PHR:2018:113: artikel 8
EVRM van toepassing op het belanghebbende begrip bij inmenging gezinsleven artikel 8 EVRM.
Moeder in hoger beroep tegen beslissing, maar door bovengenoemde ook vader belanghebbende
vanwege gezagsverhouding. Zij oefende gezamenlijk het gezag uit over het kind waarmee zij een
gezinsleven hebben.
-Tussenkomst wettelijke vertegenwoordiger of bijzondere curator Art. 1:250 BW vereist, tenzij, de wet
in de mogelijkheid voorziet.
*HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1409: Minderjarige kan tegen beslissing op verzoek van
benoeming bijzondere curator Art. 1:250 BW zelfstandig in hoger beroep. Echter, niet mogelijk in alle
gevallen
, Formele rechtsingang: Zelfstandig optreden bij: handlichting, meerderjarigverklaring, zaken van
adoptie, in bepaalde procedures bij ondertoezichtstelling en procedures betreffende plaatsing in
gesloten jeugdhulp.
Informele rechtsingang: minderjarigen kunnen zich rechtstreeks wenden tot de rechter door te bellen,
brief of mail sturen. Alleen voor minderjarigen van:
-12 jaar en ouder OF
-Jonger dan 12 jaar en in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen
Rechter is niet verplicht om verzoek in behandeling te nemen.
Hoorrecht: art. 809 Rv
-Leeftijdsgrens: vanaf 12 jaar, maar mogelijkheid tot horen onder 12 jaar. Wanneer de rechter
kinderen hoort onder de twaalf jaren zal er altijd gekeken worden naar de leeftijd en rijpheid van een
kind. uitzonderingen:
*Alimentatiezaken
*Zaak van kennelijk ondergeschikt belang
*Als behandeling niet kan worden afgedaan zonder ernstig gevaar voor de minderjarige (alleen in
bepaalde zaken: voorlopige ondertoezichtstelling, machtiging uithuisplaatsing, beschikking m.b.t.
voorlopige voogdij, verzoek op grond van Art. 1:265i lid 2 BW) binnen 2 weken alsnog minderjarige
horen, anders verliest beschikking haar kracht.
*horen achterwege laten als de vrees bestaat dat horen de minderjarige zal schaden, HR 1 november
2013, ECLI:NL:HR:2013:10884.
Inzage stukken: minderjarige heeft zelf geen recht op inzage van processtukken
- Art. 811 Rv: recht op inzage stukken vanaf 12 jaar
-mits in staat tot redelijke waardering van belangen Art. 12 IVRK
-Via wettelijke vertegenwoordiger of bijzondere curator
-Stukken OM, RvdK of deskundige in proces overgelegd. RvdK betrekt kinderen bij onderzoek