Profilering van het beroep en
bijdrage aan sociale innovatie
Onderzoek doen naar brede beroepsvraagstukken ten
behoeve van sociale innovatie
“Alleen ga je sneller, samen kom je verder”
(Blijsie, 2022)
Naam student X
Studentnummer S1138747
Werkplek Defensie, Koninklijke Landmacht, 43 Gemechaniseerde Brigade, Colony
Opleiding Social Work
Profiel/specialisatie Welzijn en samenleving/geen
Titel EVL 7.2 Onderzoek doen naar brede beroepsvraagstukken ten behoeve van
sociale innovatie.
Code EVL SWB72D20
Datum van inleveren 13 June 2022
Versie Eerste kans
,Voorwoord
U bent begonnen met het lezen van een schriftelijk toelichtingsverslag van een uitgewerkt
beleidsvoornemen voor interprofessioneel werken binnen de eerstelijns zorg- en hulpverlening aan
militairen met meervoudige problematiek. Dit verslag is opgesteld ter verantwoording van eenheid
van leeruitkomsten (EVL) 7.2 (Hogeschool Windesheim, 2022). Eén van de twee afstudeeropdrachten
binnen module 7 van de deeltijdopleiding Social Work aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle.
Binnen EVL 7.1 zal ik mij voornamelijk richten op wie ik als waardevolle en reflectieve professional
ben. Binnen deze opdracht richt ik mij voornamelijk op hoe ik als professional van betekenis ben
binnen mijn werkveld.
Inmiddels ben ik zeventien jaar militair als onderofficier van de Infanterie bij de Koninklijke
Landmacht. Na vele oefeningen, trainingen en meerdere uitzendingen (plusminus vijf maanden van
huis en opererend in een oorlogsgebied) wil ik mij nu gaan ontwikkelen om bedrijfsmaatschappelijk
werker (bmw’er) binnen Defensie te worden. Na deze opleiding hoop ik, met de dan opgedane
kennis en ervaring, startbekwaam te zijn om collegae te kunnen ondersteunen met hun hulpvragen
en/of problemen.
Vanaf februari 2021 werk en leer ik binnen een langdurig lopend project de ‘Colony’, van de 43
Gemechaniseerde Brigade. De Colony is een ‘jonge’ projectorganisatie die in november 2017 door de
toenmalig commandant van de brigade in het leven is geroepen. De organisatie heeft destijds de
opdracht gekregen een ‘veilig (t)huis’ te creëren voor militairen en veteranen die hulp behoeven.
Hulp vanwege een werkconflict, relationele problemen, financiële problemen, psychische en/of
verslavingsproblematiek, etc. (Project opdracht 'the Colony', 2017).
De Colony-organisatie bestaat uit een leidinggevend commandant (hoofd G1;
Personeelszaken), de Brigade zorgcoördinator (Bzc) en het Colony team. Aan het hoofd G1 moeten
de Bzc en ik rapporteren en ons verantwoorden. De Bzc coördineert met de commandanten van de
eenheden, de zorg- en hulpverleners én met mij als hoofd Colony, waarna de hoofd G1 wordt
geadviseerd om een cliënt zijn zorg- en hulpverleningstraject te laten volgen binnen de Colony of
niet. Het Colony team bestaat uit een tijdelijke praktijk ondersteunende collega (po’er) en mij. De
po’er is een middelbaar beroepsonderwijs student die een opleiding in de zorg-/
hulpverleningsrichting volgt. Hij komt tijdens zijn stageperiodes voor een aantal maanden in de
Colony steunen. De po’er helpt door dagelijkse activiteiten te begeleiden. Naast mijn rol als hoofd
van het Colony team, begeleid en coach ik de cliënten, als persoonlijk begeleider (pb’er) in
hulpvragen/persoonlijke leerbehoeften binnen hun traject.
Dit verslag was niet mogelijk zonder de medewerking van mijn collega’s. Bij deze wil ik hen en in het
bijzonder mijn leerwerkbegeleider (lwb’er), Y, bedanken voor zijn feedback en zijn gegeven inzichten.
Tenslotte, wil ik mijn klasgenoten en broertje, J., MSc. in Orthopedagogiek, bedanken. Zij hebben
geholpen door met mij van gedachten te wisselen over mijn handelen en rol als professional.
Daarnaast hebben zij mij ook ondersteund in het schrijfproces van dit verslag.
Ik wens u veel leesplezier toe.
X
Woonplaats, 13 June 2022
,Samenvatting
Uit zowel nationaal, als interactioneel onderzoek blijkt dat een goede samenwerking bijdraagt om
het hoogst mogelijke niveau van zorg te bieden Waal, 2018; WHO, 2010). De toegenomen en
complexere zorgvragen/behoeften van cliënten vraagt om verbetering van de samenwerking tussen
verschillende zorg-/hulpverleners (Deckers, et al., 2018). Een integrale werkwijze kan een helpende
ontwikkeling zijn. Integraal samenwerken is regelmatig onderzocht. Echter, binnen zo’n specifieke
werkcontext als de eerstelijns zorg- en hulpverleningsorganisatie van de 43 Gemechaniseerde
Brigade, is er beperkt onderzoek uitgevoerd.
Onderzoeksvraag
‘Hoe kan het sociaal medisch team (smt) binnen de eerstelijnszorg- en hulpverlening van de 43
Gemechaniseerde Brigade de integrale samenwerking rond militairen met meervoudige
problematiek, in het eerste jaar verzuim, optimaliseren?’.
Om deze vraag te beantwoorden is er gebruik gemaakt van zowel evidence-based practice (EBP) als
van practice-based evidence (PBE). Relevante wetenschappelijke bewezen theorieën zijn getoetst en
aangevuld met kennis uit de specifieke werkcontext (Van der Donk & Van Lanen, 2019). Er is
literatuurstudie uitgevoerd binnen (inter)nationale wetenschappelijke literatuur- en
internetbronnen. Daarnaast is er gebruik gemaakt van minder gestructureerde observaties,
gedurende participatie aan verschillende smt overleggen. Tenslotte zijn er negen mensen
gestructureerd geïnterviewd, drie cliënten, drie collega’s en drie professionele hulpverleners.
De data zijn geanalyseerd vanuit verschillende omgevingniveaus, zijnde: het macro-, meso-,
en microniveau. Hiervoor is gebruik gemaakt van verschillende modellen, zoals: DESTEP-model
(Kotler, 1967), 7S-model van McKinsey (Waterman & Peter, 1980) etc. Hierbij is rekening gehouden
met zowel de bovenstroom als onderstroom factoren (van Es, 2013).
Uit het theoretisch kader blijkt dat interprofessioneel werken uitkomst kan bieden in het
optimaliseren van de integrale samenwerking. Deze werkwijze kan een evoluerende ontwikkeling zijn
voor militairen met meervoudige problemen en onze organisatie, opdat er efficiëntere eerstelijns
zorg- en hulpverlening wordt geboden en het verzuim beperkt en/of verkort wordt.
In samenwerking met een leidend team zijn onderstaande doelstellingen ontwikkeld en is er gestart
met de uitvoering hiervan.
1. Een ‘Beleidsvoornemen’; een voorstel voor veranderingen binnen het huidig smt beleid voor
eerstelijns zorg- en hulpverleningstrajecten van 43 Gemechaniseerde Brigade, rond militairen
met meervoudige problematiek, in het eerste jaar verzuim. Specifiek betreft dit de invulling van
een interprofessionele werkwijze. Een invulling die is vormgegeven door een gezamenlijke
aanpak en het uitvoeren van pilots (testprogramma), in combinatie met het plan-do-check-act
(PDCA) principe van Deming (1950).
2. Transitie naar een interprofessionele samenwerking met de cliënt, interne professionals,
eventuele externe professionals en niet geregistreerde professionals (betrokken
relatie(s), lotgenoten, etc.). Hierbij hebben onderstaande aandachtpuntenpunten centraal
gestaan:
- Hanteren van een verantwoord en duurzaam opgezet pva, ontwikkelt vanuit
wetenschappelijke theorieën en ‘lessons learned’;
- Onderbouwd vanuit de succesfactoren interprofessionele samenwerking (Waal, 2018).
Uit eerste evaluaties van verschillende uitgevoerde pilots blijkt dat interprofessioneel werken aan de
verwachtingen voldoet. Naar aanleiding van de uitgevoerde pilots blijkt het interprofessioneel
werken te zorgen voor meer aansluiting aan behoeften van de cliënt (en betrokken relaties).
, Daarnaast wordt er binnen smt’s ervaren dat er breder gedragen en doordachte zorg- en
hulpverlening wordt geboden. Het leren interprofessioneel werken kost moeite en tijd. Hier dient
rekening mee worden gehouden. Bij een transitie naar het interprofessioneel werken is aan te
bevelen in een vroeg stadium te beginnen met de introductie en het leren werken volgens deze
werkwijze. Of het interprofessioneel werken daadwerkelijk bijdraagt aan efficiëntere en effectievere
zorg- en hulpverlening is nog moeilijk te beoordelen. Bij verdere implementatie en inbedding van het
interprofessioneel werken is de verwachting dat deze werkwijze zou kunnen bijdragen aan een
preventief ingericht, efficiëntere en uiteindelijk kwalitatief verbeterde eerstelijns zorg- en
hulpverleningsketen.