SAMENVATTING SOCIALE
WETENSCHAPPEN
Begrippenlijst + samenvatting van moeilijkere
begrippen
- Saherat
[E-mailadres]
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Terrein van sociologie........................................................................................................2
1.1 Wat is sociologie?.........................................................................................................................2
Hoofdstuk 2 economische bindingen.....................................................................................................9
Hoofstuk 3 politieke bindingen.............................................................................................................19
3.4 Staatsvorming en politiek in Nederland......................................................................................22
3.6 Macht en democratie.................................................................................................................24
Hoofdstuk 4 affectieve bindingen.........................................................................................................24
Hoofdstuk 5 cognitieve verbindingen...................................................................................................27
Hoofdstuk 6 stratificatie.......................................................................................................................30
Hoofdstuk 10 de verzorgingsstaat........................................................................................................31
10.2 Armoedebestrijding en sociale zekerheid.................................................................................33
10.3 Onderwijs..................................................................................................................................34
,Hoofdstuk 1 Terrein van sociologie
1.1 Wat is sociologie?
Sociologie is gedefinieerd als de wetenschap van de manieren waarop
mensen met elkaar samenleven. Dat is niet de enige mogelijke
omschrijving. Vaak wordt sociologie gedefinieerd als de wetenschap van
de maatschappij. Nu heeft het begrip maatschappij (net als het min of
meer identieke ‘samenleving’) verschillende betekenissen.
1. Sociale netwerken = een te onderscheiden geheel van relaties
(individuen of groepen).
2. Sociale posities = binnen een netwerk kunnen verschillende sociale
posities worden onderscheiden.
3. Samenhangen tussen aspecten van de samenleving = in de sociologie
wordt gezocht naar overeenkomsten en verschillen tussen
uiteenlopende vormen van menselijk samenleven, als naar de
samenhangen.
4. Belevingswereld en sociale verbanden = hoe ‘biografie en
geschiedenis elkaar snijden’ om het uit te drukken in woorden van C.
Wright Mils (1970/1959:14).
5. Sociologie en andere maatschappijwetenschappen = in deze brede
oriëntatie verschilt de sociologie van andere, meer gespecialiseerde
maatschappijwetenschappen, zoals de economie, de politicologie en de
rechtswetenschap. Sociologen laten ‘economische’, ‘politieke’ en
‘juridische’ verschijnselen niet buiten beschouwing, maar ze
bestuderen die op een andere manier dan de specialisten op deze
terreinen.
6. Specialisaties binnen de sociologie = gezien de breedheid van terrein
van de sociologie is het niet te verwonderen dat zich daarbinnen
talrijke specialisaties hebben ontwikkeld die zich op een bepaald
deelgebied concentreren. VB: arbeidssociologie, organisatiesociologie,
rechtssociologie, kunstsociologie, godsdienstsociologie,
gezinssociologie, stadssociologie, onderwijssociologie en de medische
, sociologie. Al deze speculaties staan in verbinding met de ‘algemene’
sociologie, waaraan ze begrippen en theoretische inzichten ontlenen.
7. Sociologie, culturele antropologie en geschiedenis= de sociologie richt
zich vooral op moderne, geïndustrialiseerde samenlevingen. Het
meeste onderzoek heeft betrekking op het heden en het recente
verleden van de nationale samenleving waar de onderzoeker zelf deel
vanuit maakt. Hierin onderscheiden sociologen zich zowel van historici,
die vroegere samenlevingen bestuderen, als van cultureel-
antropologen, die vooral niet westerse en niet geïndustrialiseerde
samenlevingen als studieobject hebben. Deze taakverdeling tussen het
begrip is echter geen scherpe afbakening van strikt gescheiden
terreinen.
8. Sociologie en psychologie= beiden zijn verwant. Beide disciplines
houden zich bezig met het menselijk gedrag, met de vraag wat
mensen beweegt.
9. Sociologisch verklaren = omvat het doen van uitspraken over causale
samenhangen tussen sociale processen.
10. Theorievorming = generaliserende uitspraken over het sociale leven
worden met elkaar in een systematisch verband geplaatst.
11. Empirisch onderzoek= tussen theorie en empirisch onderzoek
bestaat een wisselwerking. Omvat elke wetenschappelijke
onderzoeksactiviteit die directe, eigen waarnemingen gebruikt.
12. Waardevrijheid vs. Waardegebondenheid = de kwestie van
objectiviteit en subjectiviteit, neutraliteit vs. Partijdigheid,
waardevrijheid versus waardegebondenheid, distantie versus
betrokkenheid heeft vele pennen in beroering gebracht, en nog altijd
zijn er meningsverschillen op dit punt.
13. Sociaal = het staat voor alles wat zich tussen mensen afspeelt, en
alles wat mensen met elkaar verbindt.
14. Individu en maatschappij: een schijntegenstelling= ‘sociaal’ staat
ook niet tegenover ‘individueel’. Volgens een wijdverbreid
spraakgebruik zou er een scheiding of zelfs een tegenstelling bestaan
tussen het individuele en het sociale, het individu en de maatschappij.