OVERZICHT KT(1)23
Inhoud
Medicijnen.................................................................................................................................................................1
neurotransmitters.....................................................................................................................................................4
Hormonen.................................................................................................................................................................4
Vitaminen & mineralen.............................................................................................................................................6
Instrumenten.............................................................................................................................................................7
Feedbackmechanismen.............................................................................................................................................9
RAAS.....................................................................................................................................................................9
erythrocyten aanmaak......................................................................................................................................10
activatie vitamine d/regulatie calcium..............................................................................................................10
Bloeddrukregulatie............................................................................................................................................11
Hemostase.........................................................................................................................................................12
hypothalamus-hypofyse-schildklier as..............................................................................................................13
glucose...............................................................................................................................................................15
bijnierschors: regulatie glucocorticoïden..........................................................................................................15
Orgaansystemen/klieren.........................................................................................................................................15
lever...................................................................................................................................................................16
nieren.................................................................................................................................................................16
schildklier...........................................................................................................................................................16
bijnieren.............................................................................................................................................................17
pancreas.............................................................................................................................................................17
MEDICIJNEN
Naam Type middel Toepassing bij/werking
Atenolol, metoprolol (bèta- Bèta-blokkers Remmen adrenalinereceptoren,
blokkers) hartfrequentie daalt, hart wordt
minder belast.
Calciumantagonisten Blokkeren calciumkanalen in
geleidingsweefsel: hartfrequentie
Digoxine Vertraagt geleiding in het AV
systeem, hartfrequentie en
1
, verhoogt contractiekracht (bij AF
ingezet).
Amiodaron Hartritmestoornissen voorkomen,
veel bijwerkingen. Werking
onbekend.
Trombocyten-aggregatieremmers Anticoagulantia Zorgt dat bloedplaatjes niet
(acetylsalicylzuur, clopidogrel) klonteren.
Heparinen Anticoagulantia Zorgt dat er geen trombine
gevormd wordt (waardoor
fibrinogeen niet kan worden
omgezet in fibrine)
Orale anti-coagulantia, vitamine Anticoagulantia Zorgt dat er geen vitamine K
K-antagonisten: fenprocoumon, beschikbaar is, waardoor
acenocoumarol protrombine niet kan worden
omgezet in trombine.
Fibrinolytische geneesmiddelen Anticoagulantia/trombolytica Zorgt dat er geen fibrine gevormd
(alteplase, streptokinase) kan worden, lossen het stolsel op
(o.a. bij acuut infarct).
Levothyroxine (thyrax, euthyrox) Behandeling hypthyreoïdie
Thiamazol (strumazol) Behandeling hyperthyreoïdie
(remt productie T3/T4)
Radioactief jodium Behandeling hyperthyreoïdie
Acenocoumarol Antistollingsmiddelen Bij CVA/cardiovasculaire dementie
Aspirine Antistollingsmiddel Bij CVA/cardiovasculaire dementia
Donepezil/Galantamine/Rivastig- Acetylcholinesteraseremmers Stabiliseren ontwikkeling
mine/memantine Alzheimer (Remmen Acetylcholine
= neurotransmitter) ; veel
nadelen/bijwerkingen.
Selectieve bèta-agonisten Bronchodilatoren Luchtwegverwijdende medicatie
(sympathicomimetica: (bijwerking: tachycardie)
Salbutamol (kortwerkend -
venolin), salmetrol (langwerkend
- serevent), formoterol
(langwerkend)
Anticholinergica (ipratropium) Anticholinergica Vaak icm salbutamol
Antimuscarinerge Bronchodilatoren Parasympaticolytica
bronchodilatoren
Corticosteroïden (waaronder (inhalatie)Corticosteroïden Remmen ontsteking,
codeine, budesonide, onderdrukken immuunsysteem
beclometason, fluticason) (bijwerking: stijging glucose +
candidiasis). Anti-emetica (anti
braken)
Bulkvormende laxeermiddelen Macrogol, psyllium Laxeermiddelen, vergroten
hoeveelheid feces, dit stimuleert
peristaltiek
Osmotische laxeermiddelen Lactulose, magnesiumhydroxide, Trekken water aan in dikke darm,
macrogol feces zachter
2
, Stimulerende laxeermiddelen Bisacodyl Vergroten vochtafgifte darm,
feces zachter
Loperamide hydrochloride / Motiliteit remmend op darmen
opioïden (gaat diarree tegen)
Paracetamol Stap 1: Niet-opioïde Indicatie: Pijn, koorts
Werking: Antipyretisch,
analgetisch
Contra: Allergische reactie,
ernstige lev0re insufficiëntie
Bijwerking: Allergische reactie,
leverbeschadiging
NSAID (ibuprofen, naproxen, Stap 1: Niet-opioïden Indicatie: Pijn, ontsteking, koorts
diclofenac, acetylsalicylzuur Werking: Non-Steroidal Anti-
(aspirine) Inflammatory drug, remt
prostaglandinen (blokkade COX2).
Bijwerkingen: GI – diarree,
misselijkheid, maagdarmulcera,
remming trombocytenaggregatie
(bloeding), nierfunctiestoornis.
Contra-indicaties: ulcus pepticum,
maagdarm bloedingen,
cerebrovasculaire bloeding,
verhoogde bloedingsneiging,
ernstige nierfunctiestoornis.
Icm maagbeschermer geven
Codeïne, tramadol Stap 2: Zwak werkende opioïden Morfine verwanten (opioïden)
(soms overgeslagen ivm
bijwerkingen
Morfine, Fentanyl, Oxycodon, Stap 3: Sterk werkend opioïd Indicatie: Hevige pijn
Methadon Werking: Remming van
pijnoverdracht in synaps door
blokkade van opioïdreceptoren
(binden hieraan)
Bijwerkingen: Allergische reactie,
maagdarmstoornissen,
ademhalingsdepressie, sedatie,
verminderde hoestreflex,
verwardheid, hallucicinaties,
agitatie, hypotensie, urineretentie
Contra-indicaties: Allergie, acute
ademhalingsdepressie, astma en
chronisch obstructieve
longziekten
Hersentrauma, verhoogde
intracraniële druk, hypotensie,
aandoening spijsverteringsstelsel,
myasthenia gravis (spierzwakte).
Samengeven met laxantia + vaak
anti-emetica.
3